Milieurekeningen: bijdragen van economische activiteiten aan milieuthema's en bruto toegevoegde waarde, 2016

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De landbouw levert de grootste bijdrage aan de verzuring; de industrie en de energievoorziening dragen samen voor meer dan de helft bij aan het milieuthema Klimaatverandering.

2016* Klimaat-verandering Verzuring Afval 1) Toegevoegde waarde basisprijzen
         
  %      
         
Emissie door producenten 100 100 100 100
Landbouw en visserij 15 44 8 2
Delfstoffenwinning 1 1 0 1
Industrie 24 8 24 12
w.v. voedings- en genotmiddelenindustrie 3 1 14 3
  textiel- en lederindustrie 0 0 0 0
  papierindustrie, uitgeverijen en drukkerijen 0 0 - 0
  aardolie-industrie 5 3 1 0
  chemische industrie, rubber- en kunststofindustrie 0 0 - 0
  basismetaalindustrie 10 2 3 0
  metaalproducten- en machine-industrie 0 0 1 3
  overige industriële bedrijven 5 3 - 6
Energie- en waterleidingbedrijven 28 3 - 1
Milieudienstverlening 5 1 - 0
Bouwnijverheid 2 1 52 5
Handel 2 2   14
Vervoer 15 37   5
w.v. vervoer over land 3 3   2
  vervoer over water 5 24   0
  vervoer door de lucht 7 10   0
  dienstverlening t.b.v. vervoer 0 0   2
Financiele en zakelijke dienstverlening 2 1   28
Overige diensten 5 1 . 31
         
Bron: CBS 2018 CBS/feb18
1) Cijfers 2014.

De rol van producenten in milieuthema's

De landbouw is relatief milieu-intensief, maar de bijdrage van deze bedrijfstak aan de toegevoegde waarde is met 2 procent relatief bescheiden. Het omgekeerde geldt voor de financiële en zakelijke dienstverlening, waar met een relatief lage milieudruk ruim een kwart van de toegevoegde waarde gegenereerd wordt.


De transportsector (vervoer over land, water en door de lucht en dienstverlening ten behoeve van vervoer) die goed is voor 5 procent van de Nederlandse toegevoegde waarde, draagt 15 procent bij aan de broeikasgasemissies van Nederlandse ingezetenen en 37 procent aan de emissies van verzurende stoffen.
In 2016 genereerde de bouwnijverheid 5 procent van de toegevoegde waarde. Deze bedrijfstak zorgt voor ruim de helft van het totale afval van producenten. De industrie draagt bijna een kwart bij aan de emissie van afval. Met 12 procent was de bijdrage van de industrie aan de toegevoegde waarde in 2016 wel beduidend hoger die van de bouw.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Milieurekeningen: bijdragen van economische activiteiten aan milieuthema's en bruto toegevoegde waarde, 2016
Omschrijving
De bijdragen van economische sectoren aan de milieuthema's klimaatverandering, verzuring, vermesting en afvalbeheer en de bijdrage van economische activiteiten aan de bruto toegevoegde waarde
Verantwoordelijk instituut
Centraal bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Onderzoeksbeschrijving milieurekeningen (CBS, 2018)
Basistabel
De basistabellen zijn te vinden in de boom van StatLine (Macro-economie -> Nationale rekeningen -> Overige rekeningen -> Milieu.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Onderzoeksbeschrijving milieurekeningen (CBS, 2018)
Opmerking
De tabel geeft de bijdragen van de verschillende economische activiteiten aan een aantal milieuthema's. De procentuele aandelen van de bedrijven in de totale productie van emissies worden vergeleken met de aandelen in de toegevoegde waarde.
De cijfers over afval hebben betrekking op 2012.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Milieurekeningen: bijdragen van economische activiteiten aan milieuthema's en bruto toegevoegde waarde, 2016 (indicator 0214, versie 16,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.