Struweelvogels en dichtgroeien van moerassen

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Struweel- en bosvogels zijn in moerassen in de tweede helft van de 20e eeuw sterk toegenomen doordat moerassen dichtgroeien.

Ontwikkeling struweel- en bosvogels

Soorten van struiken en ruigten in moerassen gaan sterk vooruit, zoals de blauwborst (zie de linker figuur). Veel moerasgebieden verruigen namelijk als gevolg van voedselrijk water, verdroging en het ontbreken van natuurlijke waterstandsschommelingen. Ook treedt daardoor verbossing op waardoor vogels van jonge bossen toenemen (zie de rechter figuur).

Ontwikkeling blauwborst

De blauwborst is aanvankelijk vooral in de Biesbosch sterk toegenomen nadat de Haringvlietsluizen zijn gesloten en de getijdenwerking in de Biesbosch wegviel. De soort profiteerde sterk van de verstruiking die op gang kwam. Vervolgens heeft de blauwborst zich vanuit dit gebied en vanuit de Oostvaardersplassen verspreid naar andere moerassen. De laatste jaren is de soort min of meer stabiel in aantal.

Bronnen

  • Dijk, A.J. van, F. Hustings, D. Zoetebier en C. Plate (2003). Broedvogel Monitoring Project. Jaarverslag 2000-2001. SOVON-monitoringrapport 2003/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De Soortgroep Trend Index (STI) betreft de gemiddelde index van de volgende struweelsoorten van moeras (met 1950 = 100 en tussen haakjes de trend sinds 1990): blauwborst (toename), grasmus (toename), nachtegaal (toename) en sprinkhaanzanger (toename). De STI van de vogels van jonge bossen betreft de gemiddelde index van tuinfluiter (toename), tjiftjaf (toename) en zwartkop (toename) in moeras. Van deze soorten is er geen schatting van rond 1950 voorhanden. Daarom is 1990 op 100 gezet voor elke soort en is tussen haakjes de trend sinds 1990 vermeld. De cijfers betreffen de moerassen van laagveengebied, zeekleigebied en rivierengebied. De gegevens zijn ontleend aan het landelijke broedvogelmeetnet van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Struweelvogels en dichtgroeien van moerassen (indicator 1157, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.