Versnippering van bossen

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Het Nederlandse bos bestaat uit een beperkt aantal grote aaneengesloten bossen en zeer veel kleine bosjes.

Ontwikkeling

De meeste bosterreinen (83%) zijn kleiner dan 5 hectare. Deze vele kleine bosjes beslaan ongeveer 19% van het totale bosareaal. Er zijn 56 terreinen die groter zijn dan 500 ha. Samen beslaan zij ongeveer 49.000 ha. Dit is ruim 13% van het totale bosareaal.
Nederland kent vanouds een groot aantal kleine bosjes. De meeste waren bestemd om aan de houtbehoefte van boeren te voldoen of stonden op plekken van weinig waarde voor de landbouw. Door bebossing van heidegronden zijn in de loop van de 20ste eeuw grote boscomplexen met vooral naaldhout ontstaan.

Bronnen

  • CBS (1985). De Nederlandse bosstatistiek deel 1 de oppervlakte bos 1980-1983. Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage.
  • Dirkse, G.M., W.P. Daamen en C. Schuiling (2001). Toelichting bossenkaart. Alterra-rapport 292. Alterra, Wageningen.
  • Dirkse, G.M., W.P. Daamen, H. Schoonderwoerd en J.M. Paasman (2003). Meetnet Functievervulling bos. Het Nederlandse bos 2001-2002. Expertisecentrum LNV, Ede. Rapport nr. 231

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De telling van bosterreinen is gebaseerd op de digitale bossenkaart (Dirkse et al. 2001). Deze telt 55.526 bosterreinen. Vergeleken met de Vierde Bosstatistiek (CBS 1985) is het aantal bosterreinen meer dan verdubbeld.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Versnippering van bossen (indicator 1161, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.