Aandeel duurzame vis in de Nederlandse visconsumptie, 2003-2015

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

De inhoud van deze indicator is samengevoegd met indicator Verduurzaming van handelsketens

Het aandeel duurzame vis in de Nederlandse visconsumptie is in 10 jaar gestegen van 0 tot meer dan 30%.

Het aandeel duurzame vis neemt toe

De consumptie van duurzaam gevangen vis - dat wil zeggen vis voorzien van een keurmerk dat de inzet van duurzame vangstmethoden waarborgt - is tussen 2003 en 2015 gestegen van 0 tot meer dan 30%. Met dit aandeel duurzame vis behoort Nederland tot de koplopers in de wereld. Wereldwijd bedraagt het MSC-aandeel in de vangsten nu (2016) ongeveer 10% (Marine Stewardship Council, 2016).
Voor wild gevangen vis wordt het MSC keurmerk gebruikt (in Nederland verkrijgbaar sinds 2003), voor kweekvis het ASC keurmerk (Aquaculture Stewardship Council, sinds 2011). Ook biologische vis (waaronder vis met het Naturland-label) is meegeteld.
Zowel de aandelen MSC-vis als ASC-vis in de consumptie zijn in deze perioden jaarlijks gestegen. De hoeveelheid duurzame vis bestond in 2015 voor ongeveer 65% uit MSC-vis, 30% uit ASC-vis en zo'n 5% uit biologische vis. De MSC en ASC labels hebben hun hoogste aandeel bij de supermarktverkopen (dat is ook het grootste verkoopkanaal voor vis in het algemeen). De horeca, catering en dergelijke blijven hier nog bij achter. Natuurvoedingswinkels verkopen vrijwel geen vis. De visspeciaalzaken zijn niet in het onderzoek betrokken.
De getallen zijn een compilatie van gegevens uit verschillende bronnen. Door verschillen in eenheden, methoden en steekproefgrootte zit er onzekerheid in de getallen. De gegevens t/m 2011 zijn gebaseerd op data van MSC International en GfK, uitgaande van kilogrammen vis. Latere jaren zijn gebaseerd op de Monitor Duurzaam Voedsel die sinds 2009 beschikbaar is en uitgaat van omzetcijfers (WER, div. jr.). De Monitor omvat een steekproef van ongeveer 70% van de supermarkten, en een goede afspiegeling van de 'buitenhuishoudelijke markt' en de natuurvoedingswinkels. Om een trend op te kunnen stellen zijn de omzetpercentages uit de Monitor omgerekend naar gewichtspercentages op grond van de verhouding in 2011.
Een ander onderzoek, gepubliceerd door IRI, (vanaf 2014 beschikbaar) naar de supermarktverkopen rapporteert nog iets hogere aandelen: 39% i.p.v. 36% in 2014 en 46% (tegen 41%) in 2015.

Wat verstaan we onder duurzame visvangst

Aan de moderne visserij kleven een aantal bezwaren, zoals overbevissing, bijvangsten en schade aan de natuur. In EU-verband worden deze problemen aangepakt via het EU Gemeenschappelijk Visserijbeleid waar ook Nederland aan is gehouden. Zo hebben dankzij het quoteringsbeleid enkele overbeviste soorten zich deels hersteld en geldt er sinds 2015 een aanlandplicht voor alle gevangen vis. Middels convenanten tussen de Nederlandse rijksoverheid en de vis- en visserijsector zijn ook reeds een aantal belangrijke stappen gezet op weg naar verduurzaming, zoals het vervangen van de boomkorvisserij door natuurvriendelijker alternatieven (PBL, 2016). Zie ook CLO indicator:


Bedrijfsleven en natuurorganisaties hebben samen certificeringsschema's ontwikkeld voor duurzame visserij. Het belangrijkste keurmerk voor wild gevangen vis is momenteel MSC. Dit keurmerk is in 1999 ingesteld door de Marine Stewardship Council, een internationale organisatie voor het stimuleren van een meer duurzame visserij. Het keurmerk wordt onafhankelijk gecontroleerd, voldoet aan de internationale richtlijnen van de FAO en ISEAL en geldt internationaal als dé standaard voor duurzame visserij. Daarbij wordt beoordeeld of de visserij niet bijdraagt aan overbevissing, of de negatieve invloed op het ecosysteem binnen acceptabele grenzen blijft en of er een goed visserijbeheer gevoerd wordt. Een belangrijk aspect is ook de tracerbaarheid van de vis; in 2015 scoorde MSC daarop bijna 100%. In Nederland heeft de haringvisserij reeds lang een certificaat, gevolgd door de makreelvisserij en sommige delen van de schol- en tongvisserij (voor zover natuurvriendelijker technieken worden gebruikt).
MSC behoort, evenals ASC (zie hieronder), tot de zogeheten topkeurmerken in de 'Keurmerkenwijzer', die tot doel heeft om de vele bestaande keurmerken voor voedingsmiddelen te onderscheiden op kwaliteit en betrouwbaarheid. Ook de door enkele natuurorganisaties jaarlijks uitgegeven VISwijzer, waarin voor de in Nederland verkrijgbare vissoorten een duurzaamheidsadvies wordt gegeven, volgt de MSC-standaard voor de soorten die daarin voorkomen. Voor andere soorten wordt een advies gegeven op grond van vergelijkbare criteria. Ook de Nederlandse supermarkten stimuleren de vraag naar duurzame vis.

Duurzame viskweek

De fysieke grenzen aan de mondiale visvangst stimuleren de groei van de viskweek ofwel aquacultuur. Deze kan in principe een oplossing bieden voor een deel van de problemen met de wilde visvangst, maar kan zelf ook problemen voor natuur en milieu veroorzaken (PBL, 2008, 2009). Dat zijn onder andere het gebruik van wilde vis voor de productie van visvoer bij de kweek, vestiging van kwekerijen in ecologisch waardevolle gebieden, watervervuiling en kruising van ontsnapte kweekvis met wilde vis. Voor kweekvis is in 2011 wereldwijd het ASC-keurmerk op de markt gekomen, door het samengaan van enkele eerdere initiatieven. Sindsdien zijn standaarden ontwikkeld voor 8 (groepen) gekweekte soorten, waaronder zalm, pangasius, tilapia, forel, mollusken en garnalen. Het keurmerk richt zich behalve op de genoemde milieuaspecten ook op sociale thema's zoals de arbeidsomstandigheden in de kwekerij en op traceerbaarheid van de productketen.
Opvallend is dat MSC noch ASC voorwaarden stellen aan de dodingsmethode van de vissen. Op dit gebied bestaan wel enkele initiatieven zoals de ontwikkeling van (betere) verdovingsmethoden.

Nederlanders zijn gemiddelde viseters

Nederlanders eten per jaar gemiddeld ruim 4 kg vis per persoon, hetgeen neerkomt op ongeveer 1 portie per week. Dat getal is iets lager dan het Europese gemiddelde en is de laatste jaren weinig veranderd. Naar schatting is ruim de helft daarvan wild gevangen vis, de rest is kweekvis. Een flink deel van de wild gevangen vis en bijna alle kweekvis zijn afkomstig van import. De vangsten van de Nederlandse vloot worden weer voor een groot deel geëxporteerd. De Nederlandse kweeksector is slechts klein, met uitzondering van de mosselcultuur.
Zie ook CLO indicatoren:

Bronnen

  • PBL (2008) Natuurbalans 2008. Rapportnr. 500402008, Planbureau voor de Leefomgeving, Bilthoven.
  • PBL (2009) Natuurbalans 2009. Rapportnr. 500402017, Planbureau voor de Leefomgeving, Bilthoven.
  • PBL (2016) Balans van de Leefomgeving 2016 - Richting geven, ruimte maken. Publicatie nr 1838, PBL- Den Haag
  • PBL (2013). Verduurzaming van internationale handelsketens; voortgang, effecten en perspectieven. PBL-publ. nr. 630.
  • PBL (2015). Duurzame handelsketens onder de loep. Achtergronden bij 'Verduurzaming van internationale handelsketens'. PBL-publ. Nr. 1147.
  • IRI Nederland. State of Nation reports
  • Wageningen Economic Research (div. jr.). Monitor Duurzaam Voedsel 20xx.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Aandeel duurzame vis in de Nederlandse visconsumptie
Omschrijving
Aandeel duurzame vis in de Nederlandse visconsumptie
Verantwoordelijk instituut
GfK / Nederlands Visbureau en MSC International; Wageningen Economic Research
Berekeningswijze
De getallen zijn een compilatie van gegevens uit verschillende bronnen. Door verschillen in eenheden, methoden en steekproefgrootte zit er onzekerheid in de getallen. De gegevens t/m 2011 zijn gebaseerd op op verkoopcijfers van GfK (totale consumptie) en MSC International (MSC-vis), uitgaande van kilogrammen vis. Voor GfK valt de registratieperiode samen met het kalenderjaar, voor MSC loopt deze steeds van 1 april - 31 maart. In de figuur zijn de gegevens voor bijvoorbeeld de periode 1-4-2007 tot 31-3-2008 vermeld als '2007'.De gegevens vanaf 2012 zijn gebaseerd op de Monitor Duurzaam Voedsel die sinds 2009 beschikbaar is en uitgaat van omzetcijfers (WER, div. jr.). De Monitor omvat een steekproef van ongeveer 70% van de supermarkten, en een goede afspiegeling van de 'buitenhuishoudelijke markt' en de natuurvoedingswinkels. Om een trend op te kunnen stellen zijn de omzetpercentages uit de Monitor omgerekend naar gewichtspercentages op grond van de verhouding in 2011.
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
GfK (2009). Ontwikkelingen vis, schaal- en schelpdieren Nederland. Presentatie 16-3-2009, i.o.v. Nederlands VisbureauMSC (2009). Consumptiegegevens MSC-vis. Marine Stewardship Council, Londen / MSC-Nederland, Den Haag.Wageningen Economic Research (div. jr.). Monitor Duurzaam Voedsel 20xx.
Betrouwbaarheidscodering
BGebaseerd op verkoopcijfers van de detailhandel.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
02
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Aandeel duurzame vis in de Nederlandse visconsumptie, 2003-2015 (indicator 1528, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.