Opbrengsten particuliere bosbouw

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De reële opbrengsten van de particuliere bosbedrijven met meer dan 50 ha zijn in de afgelopen drie decennia aanzienlijk gedaald. De opbrengst door houtverkoop liep sterk terug.

Ontwikkeling

De opbrengsten van het particuliere bosbedrijf bestaan naast houtverkopen uit subsidies en overige bedrijfsopbrengsten, zoals uit jacht en recreatie. In de afgelopen twee jaar bestond de helft van de totale opbrengsten op de grotere bedrijven uit subsidies, voor een kwart uit houtopbrengsten en eveneens voor een kwart uit overige opbrengsten. De totale reële opbrengsten op de bedrijven met meer dan 50 ha bos zijn gedaald van gemiddeld 310 euro per hectare bos tussen 1975 en 1984, naar 240 euro in de periode 1985-1994 tot 210 euro in afgelopen tien jaar. De afname in de tweede periode is in hoofdzaak veroorzaakt door minder subsidies; de teruggang in de laatste tien jaar door de lagere houtverkoop.

De subsidies kunnen grofweg worden verdeeld in structurele beheersbijdragen voor de duurzame instandhouding van bos en natuur, en de meer incidentele vergoedingen voor specifieke maatregelen in het bos. In de afgelopen vijf jaar bestond ongeveer driekwart van de subsidies uit beheersbijdragen van de Subsidieregeling natuurbeheer, onderdeel van het Programma Beheer. De subsidies voor specifieke maatregelen in het bos zijn bedoeld als bijdragen in de kosten. Zo komt 95% van de kosten van de werkzaamheden in het kader van de Regeling effectgerichte maatregelen voor vergoeding in aanmerking.

De reële houtopbrengsten bleven tot ongeveer 1990 gelijk, maar daarna zijn ze voortdurend afgenomen. De daling is zowel veroorzaakt door een daling van het houtoogstvolume als door een daling van de reële houtprijzen. Het houtoogstvolume is na 1996 op een zeer laag niveau blijven steken, met een licht herstel in de afgelopen twee jaar. In de eerste helft van de jaren negentig lag het oogstvolume op 3,3 m3 per hectare, tegen 2,7 m3 per hectare tussen 1996 en 2004.

Bronnen

  • Berger, E.P., J. Luijt en M.J. Voskuilen (2005). Bedrijfsuitkomsten in de Nederlandse particuliere bosbouw over 2004. Rapport 1.05.05. LEI, Den Haag

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Weergegeven zijn de reële opbrengsten uit subsidies, hout en overige. Het betreft een voortschrijdend driejaarlijks gemiddelde per hectare bos (in euro's van 2004), voor de periode 1975-2004.De gegevens zijn afkomstig van het LEI-Informatienet 'particuliere bosbouw'. Dat is een steekproef uit de populatie particuliere boseigenaren met meer dan 5 hectare bos. Daarbij werkt het LEI alleen met de kosten en opbrengsten voor zover die te maken hebben met het bosbedrijf. De betaalde of berekende rente over het in grond en houtopstanden geïnvesteerde vermogen wordt niet meegerekend. Informatie van de totale populatie is afkomstig van het Bosschap, dat alle eigenaren registreert met minimaal 5 hectare bos. De omrekening van nominale naar reële opbrengsten is gemaakt met de prijsindexcijfers van het nationale inkomen (netto, marktprijzen) afkomstig van het CBS.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
04
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Opbrengsten particuliere bosbouw (indicator 1264, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.