CO2-uitstoot Nederlandse deelnemers EU ETS, 2005-2024

De uitstoot van Nederlandse stationaire installaties die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) is in 2024 met 1,7% gestegen (jaar-op-jaar) naar 59,9 Mton CO2-equivalenten. Dit is exclusief de CO2-uitstoot door de luchtvaart en de zeevaart, die buiten beschouwing worden gelaten vanwege het internationale karakter van de sectoren. Ook is de uitstoot van afvalverbrandingsinstallaties niet meegenomen, die hun uitstoot wel rapporteren maar daar geen emissierechten voor hoeven in te leveren.

CO2-uitstoot EU ETS gestegen in 2024 na jaren van daling

In 2024 is de uitstoot van de circa 330 stationaire bedrijven binnen het EU ETS licht gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Dit gebeurde voor het laatst na het eerste covid-jaar in 2021. Voor deze trendbreuk is niet één duidelijke oorzaak. Verschillende kleine factoren tellen op tot de lichte stijging.
De totale uitstoot van de ETS-installaties ligt nu 38,3% lager dan in 2005 (gecorrigeerd voor scope-uitbreiding1). Het aandeel van de totale uitstoot afkomstig van ETS-installaties blijft in de periode 2005-2023 gestaag dalen, en is nog nooit zo laag geweest als in 2023. De cijfers voor de totale Nederlandse uitstoot over 2024 zijn nog niet bekend. Voorlopige cijfers wijzen op een kleine daling van de totale uitstoot in 2024, waardoor het aandeel van ETS zou stijgen.


[1] Sinds 2013 is het aantal bedrijfstakken dat onder het ETS valt uitgebreid. Om de uitstootcijfers van nu toch te kunnen vergelijken met die van vóór 2013 wordt de uitstoot van deze extra bedrijven bijgeschat.
 

Stijging vooral te zien in metaalsector

Tussen de vier sectoren met de hoogste uitstoot bestaan grote verschillen in de ontwikkeling van de uitstootcijfers. De metaalsector kende een significante stijging door de hogere uitstoot van de grootste staalfabriek van Nederland. Omdat één van hun hoogovens na een jaar van onderhoud weer actief was, is hun uitstoot gestegen met circa 1,35 miljoen ton CO2 ten opzichte van 2023.
De sector met de hoogste uitstoot, de energiesector, kende tussen 2015 en 2023 een voortdurende daling van emissies. Sinds 2013 is de uitstoot van de sector gedaald met 47,5%, hoewel deze daling tussen 2023 en 2024 stagneerde. De uitstoot van de chemiesector steeg in 2024 licht na 2 jaar van dalingen, die mede verklaard werden door lagere productie en de hoge prijs van aardgas in die periode. De emissies van aardolieproducenten daalden een beetje, nadat die 3 jaar stabiel bleven. 

Toewijzing gratis emissierechten

De meeste EU ETS-installaties krijgen een deel van hun rechten gratis. De hoeveelheid gratis toegewezen emissierechten wordt onder andere bepaald op basis van het risico op carbon leakage: het verplaatsen van productie naar landen buiten de EU. In Nederland ligt de verhouding tussen de gratis toegewezen rechten en de totale uitstoot hoger dan in de totale EU. In Nederland steeg deze verhouding bovendien tussen 2021 en 2023. Dit wordt deels verklaard door de vergroening van elektriciteitsproductie.
Elektriciteitsproductie heeft namelijk geen risico op carbon leakage, waardoor deze sector geen gratis rechten krijgt toegewezen. Doordat de uitstoot van broeikasgassen in deze sector het sterkst daalde, is de verhouding tussen gratis toegewezen rechten en de totale uitstoot gestegen van 48,6 procent in 2017 naar 62,0 procent in 2023. 
In 2024 is de verhouding toewijzing/uitstoot juist weer gedaald. De toewijzing wordt namelijk bepaald op het activiteitsniveau van een jaar eerder. De activiteitsniveaus waren in 2023 relatief laag, waardoor ook de uitstoot daalde in dat jaar. Dit leidde tot een lagere toewijzing in 2024. Omdat de uitstoot in 2024 daarentegen is gestegen, is de verhouding tussen de toewijzing en uitstoot voor dat jaar gedaald. 

Uitstoot geconcentreerd bij klein aantal bedrijven

Een klein deel van de bedrijven is verantwoordelijk voor een grote meerderheid van de totale uitstoot. In 2024 was 10 procent van de bedrijven verantwoordelijk voor 86,9 procent van de CO2-uitstoot. Dit percentage neemt bovendien de laatste jaren toe: de uitstoot van de kleine uitstoters daalt dus sneller dan die van de grote uitstoters. Deze grootste uitstoters bestaan voor bijna tweederde uit energieproducenten. Het overige deel zijn olieraffinaderijen, chemische industrie en een staalfabriek.

Bronnen

Relevante informatie

Voor meer informatie over de werking van het EU ETS, zie Wat is emissiehandel? (NEa).

Technische toelichting

Naam van het gegeven

CO2-uitstoot Nederlandse deelnemers EU ETS

Omschrijving

CO2-uitstoot van circa 330 Nederlandse bedrijven die aan het Europese emissiehandelssysteem deelnemen. Toewijzing van gratis emissierechten aan de Nederlandse bedrijven.

Verantwoordelijk instituut

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

Berekeningswijze

De emissiecijfers komen uit de emissieverslagen die de bedrijven jaarlijks bij de NEa indienen. De toewijzingscijfers zijn afkomstig uit het Nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten 2013-2020 en het Vervangend Nationaal Toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten 2021-2025.

Scope-uitbreiding: sinds 2013 is het aantal bedrijfstakken dat onder het ETS valt uitgebreid. Om de uitstootcijfers van nu toch te kunnen vergelijken met die van vóór 2013 wordt de uitstoot van deze extra bedrijven bijgeschat.

Basistabel

Zowel de emissiecijfers als de toewijzingscijfers van de Nederlandse deelnemers aan de 4e fase van het EU ETS zijn te vinden op de website van de NEa.

Geografische verdeling

Nederland

Andere variabelen

n.v.t.

Verschijningsfrequentie

Begin april: voorlopige emissiecijfers t-1; 
Begin mei: definitieve emissiecijfers t-1; 
Begin september t-1: Rapport Voortgang Emissiehandel.

Achtergrondliteratuur

n.v.t.

Opmerking

1 Mton = 1 miljoen ton / 1 miljard kg; 1 emissierecht = 1 ton CO2-equivalenten. 
Naast CO2 vallen ook N2O en PFK onder het EU ETS. De uitstoot van deze laatst twee broeikasgassen in Nederland is met 0,3% van de totale uitstoot echter zeer beperkt. Bedrijven rapporteren hun N2O- en PKF-uitstoot in CO2-equivalenten bij de NEa.

Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2025). CO2-uitstoot Nederlandse deelnemers EU ETS, 2005-2024 (indicator 0584, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.