Herintroductie bever, 1988-2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Dankzij herintroducties vanaf 1988 zijn er nu weer vijf groeiende beverpopulaties aanwezig in Nederland. De meest recente herintroductie heeft in 2008 in Drenthe en Groningen plaatsgevonden. De laatste vijf jaar groeide het aantal bezette uurhokken met ruim 17 procent per jaar.

Oorzaak van achteruitgang

Bevers kwamen tot aan het begin van de 19e eeuw algemeen in Europa voor. Ook in ons land waren zij kenmerkende oeverbewonende zoogdieren. Zij werden sterk bejaagd voor pels en vlees. In 1826 werd de laatste bekende bever in ons land langs de IJssel gedood. Omstreeks 1900 was de bever bijna geheel uit Europa verdwenen. Enkele kleine populaties bleven over, onder andere langs de Elbe in Duitsland en de Rhône in Frankrijk, de Voronezh in Europees Rusland, het Dnjepr-bassin in Wit-Rusland en in Noorwegen. Nadien is de bever door beschermende maatregelen en verplaatsingen in veel landen weer teruggekeerd.

Bevers zijn landschapsvormers

Bevers worden als onmisbaar beschouwd bij herstel van natuurlijke processen. Ze zijn vanwege hun knaag, graaf- en bouwactiviteit landschapsvormend en langs stromende wateren de makers van honderden hectaren wetlands. De nakomelingen van de verschillende restpopulaties worden vaak aangeduid als verschillende ondersoorten, maar deze status is niet onderbouwd. Aangetoond is dat de westelijke tak (Noorwegen, Duitsland, Frankrijk) in genetisch opzicht verschilt van de oostelijke tak (Wit-Rusland, Rusland).

Vijf populaties in Nederland

Vanaf 1988 tot 2013 zijn 163 bevers op verschillende locaties in ons land uitgezet. Deze bevers komen uit het Elbegebied of zijn nakomelingen van bevers afkomstig uit het Elbegebied. Verder zijn vanaf 1991 enkele tientallen bevers van Oost-Europese en gemengde West-Europese herkomst via de Roer en de Maas Limburg binnengekomen. 
In 2008 is men in Drenthe en Groningen begonnen met een herintroductieproject. In Nederland zijn er nu vijf populaties, te weten in de Biesbosch, de Gelderse Poort, Flevoland, Limburg en Drenthe/Groningen. Ook zijn er bevervestigingen in het rivierengebied tussen Limburg en Biesbosch, Biesbosch en Gelderse Poort, en tussen Gelderse Poort en Flevoland. Het is waarschijnlijk dat er tussen de genoemde populaties al uitwisseling heeft plaatsgevonden. Daarmee begint de gewenste metapopulatie vorm te krijgen. Alleen de populatie in Drenthe/Groningen is nog geïsoleerd. Het is echter slechts een kwestie van tijd voordat aansluiting met de bevers vanuit Flevoland en met bevers uit Duitsland (Ems) een feit is.

Doorzettende groei verwacht

Aanvankelijk werden alle bevergebieden uitgebreid geteld. Tegenwoordig komt de bever in een dusdanig groot gebied voor dat de tellingen die nog wel worden uitgevoerd niet meer voldoende zijn om een beeld te krijgen van de totale populatie. Het aantal bezette uurhokken geeft hiervan wél een goed beeld. Al is het wel zo dat nieuw bezette uurhokken minder bevers bevatten dan uurhokken die al jaren door bevers bezet worden. De laatste vijf jaar groeide het aantal bezette uurhokken met ruim 17 procent per jaar. Om de Nederlandse populatie in stand te houden, is het niet noodzakelijk verdere herintroducties uit te voeren. Potentiële bevergebieden worden vroeg of laat spontaan door de bevers gekoloniseerd.

Populatie in de Biesbosch sinds 2004 gegroeid

De populatie in de Biesbosch is in 2012 onderzocht en daaruit komt naar voren dat deze sinds het vorige onderzoek in 2004 is gegroeid. Er werden minimaal 155 dieren aangetoond. De laatste acht jaar geeft dat een jaarlijkse groei van bijna 5%. Deze groei vindt vooral plaats aan de randen van de Biesbosch. Aangezien de Biesbosch nagenoeg vol lijkt te zijn, is het bovendien waarschijnlijk dat een deel van de nakomelingen zich buiten de Biesbosch heeft gevestigd. Ten westen en ten oosten van de Biesbosch is dan ook een toename in het aantal bezette hokken te constateren. Naar verwachting zal de verspreiding verder toenemen, omdat er nog lege goede bevergebieden beschikbaar zijn en natuurontwikkeling en herinrichting van beken naar meer natuurlijke beeksystemengunstig zijn voor bevers.

Ook herintroductie elders in Europa

In de meeste Europese landen zijn inmiddels bevers opnieuw uitgezet, onder andere nabij de Nederlandse grens in België en Duitsland. In een aantal andere landen, waaronder Spanje, zijn herintroducties in voorbereiding. In 2007 werden de aanwezige aantallen geschat op circa 600.000 stuks.

Rode Lijst

De bever staat op de Rode Lijst van zoogdieren.

Relevante informatie

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Herintroductie bever
Omschrijving
Ontwikkeling van het aantal bevers
Verantwoordelijk instituut
WOT Natuur & Milieu (Wageningen UR)
Berekeningswijze
De cijfers zijn gebaseerd van tellingen van het aantal bezette uurhokken van de Zoogdiervereniging, waarneming.nl en telmee.nl. In de vorige versie (7) waren ook ongevalideerde waarnemingen opgenomen. Versie 6 van de indicator was gebaseerd op tellingen van het aantal dieren door de Zoogdiervereniging, Landschapsbeheer Flevoland, Staatsbosbeheer en Alterra.
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Geen
Verschijningsfrequentie
Een tot tweejaarlijks
Achtergrondliteratuur
www.zoogdiervereniging.nl
Opmerking
De komende jaren zal een nieuw meetnet worden opgezet waarbij de Zoogdierverenging met behulp van de waterschappen de verspreiding jaarlijks in kaart zal brengen.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit van de gegevens is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
09
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Herintroductie bever, 1988-2012 (indicator 1061, versie 08,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.