Inleiding beschermde soorten

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Wettelijke bescherming van planten- en diersoorten heeft als doel bedreigde soorten veilig te stellen. Dat gebeurt op nationaal niveau met de Flora- en faunawet en op Europees niveau met de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Voor een deel van de soorten uit de Flora- en faunawet zijn soortbeschermingsplannen uitgebracht, met concrete voorstellen voor maatregelen om bedreigingen van soorten weg te nemen, zoals herstel van biotopen en uitzetten van soorten in geschikte gebieden.

Vogel- en Habitatrichtlijn

Volgens de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn vogels en een aantal andere plant- en diersoorten overal beschermd. Tevens worden voor bepaalde soorten speciale beschermingszones ingesteld (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden). Beide typen gebieden worden samen aangeduid met de naam Natura 2000-gebieden. Inmiddels is in 2007 de inspraakprocedure van de ontwerp-aanwijzingsbesluiten van de eerste 111 Natura 2000-gebieden gestart.
Veel soorten van de Vogelrichtlijn nemen in Nederland toe; veel soorten van de Habitatrichtlijn nemen juist af.

Soortbeschermingsplannen

Het doel van de wettelijke bescherming is om de soorten veilig te stellen. Voor een deel van de beschermde soorten zijn en worden daartoe soortbeschermingsplannen gemaakt, met voorstellen voor maatregelen om bedreigingen voor soorten weg te nemen, zoals het herstel van leefgebieden en het opnieuw uitzetten van soorten in geschikte gebieden. Overigens zijn er ook soortbeschermingsplannen opgesteld voor niet wettelijk beschermde soorten.
Voor sommige soorten waarvoor beschermingsplannen bestaan lijken de maatregelen effect te hebben, zoals bij de das, de kerkuil en bij vleermuizen. Bij andere soorten lijken de maatregelen nog onvoldoende om de achteruitgang te stoppen, bijvoorbeeld bij dagvlinders. Voor een aantal soorten zijn de plannen echter nog te recent om al veranderingen te mogen verwachten of is er onvoldoende informatie voorhanden, zoals bij muurplanten.

Leefgebiedenbenadering

In plaats van soortbescherming heeft het ministerie van LNV voor een nieuwe aanpak gekozen die wordt aangeduid met de term leefgebiedenbenadering. Enkele soortbeschermingsplannen richten zich al op die aanpak, zoals het soortbeschermingsplan van moerasvogels en van akkerplanten
Deze nieuwe benadering houdt in:
1. aandacht richten op leefgebieden van groepen soorten, en aanvullend op enkele individuele soorten;
2. gebiedsgerichte aanpak door integratie in andere beleidsterreinen, plannen en maatregelen;
3. verbreding van verantwoordelijkheden: naast het rijk hebben ook de provincies, terreinbeherende organisaties, waterschapen en bedrijfsleven een zekere verantwoordelijkheid voor de bescherming van soorten.
Als de nieuwe beleidsstrategie is afgerond in 2007, moet deze worden ingebed in de bestaande wet- en regelgeving. Ook is de opname van het soortenbeleid in het Investeringsfonds Landelijk Gebied (ILG) voorzien.
Er is inmiddels een soortenlijst samengesteld met enkele honderden soorten, die in aanmerking komen voor beschermingsmaatregelen.

Bronnen

  • Anoniem (2005) Voorstel Taskforce impuls soortenbeleid aan de minister van LNV. Bijlage 1 bij brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (DN. 2005/3012, 26 september 2005) over de Nieuwe strategie soortenbeleid.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
03
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Inleiding beschermde soorten (indicator 1084, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.