Eidereend in Waddenzee

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Na een aantal jaren van achteruitgang onder invloed van voedselgebrek, neemt het aantal overwinterende eidereenden in de Waddenzee sinds 2003 weer toe. In 2006 ligt echter het aantal op het laagste niveau sinds 1993.

Overwinterende eidereenden

In de tweede helft van de 90-er jaren is het aantal overwinterende eidereenden in de Waddenzee achteruitgegaan. Deze afname werd mede veroorzaakt doordat de vogels vanwege voedseltekorten in de Waddenzee wegtrokken naar de kustgebieden van de Noordzee. Het totale aantal eidereenden in heel Nederland vertoont een fluctuerende, maar geleidelijk afnemende trend.
Een aanzienlijk deel van de Noordwest-Europese populatie van de eidereenden overwintert in het Waddengebied van Nederland.

Voedselgebrek

In het seizoen 1999/2000 stierven veel eidereenden in de Waddenzee door voedselgebrek. Er waren weinig kokkels en mossels in de Waddenzee beschikbaar en weinig spisula's (een schelpdier) in de Noordzee. Spisula's zijn een belangrijke voedselbron voor eidereenden als er weinig kokkels en mossels zijn. In het seizoen 1999/2000 namen de vogels deels hun toevlucht tot krabben en liepen daardoor een parasitaire infectie op die in combinatie met voedselgebrek leidde tot een hoge sterfte. In het volgende seizoen was de sterfte onder eidereenden veel lager door herstel van de spisulabestanden. Dit herstel was mogelijk door het eenmalig sluiten van de visserij op dit schelpdier. In 2001/2002 was er echter opnieuw grote sterfte van eidereenden door voedselgebrek. Als gevolg van een groot bestand van sublittorale mosselen in 2002/2003 in de westelijke Waddenzee nam het aantal eidereenden weer toe. Dit herstel heeft zich in de volgende seizoenen voortgezet.

Eidereenden in 2006

Het aantal eidereenden in 2006 is echter beduidend lager dan het langjarige gemiddelde en het laagste sinds het begin van de tellingen in 1993.

Bronnen

  • Arts, F. A. en C.M. Berrevoets (2006) Midwintertellingen van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006. Rapport RIKZ/2006.009. DPM, Culemborg en RIKZ, Middelburg.
  • Berk, V.M. van de, S. Dirksen en M.J.M. Poot (2000). Sterfte onder eidereenden in de Waddenzee 1999-2000. Een zoektocht naar de oorzaak van de massale sterfte van eidereenden in de Waddenzee. Werkdocument EC-LNV nr. 186, Wageningen.
  • Berrevoets, C.M., R.H. Witte en F.A. Arts (2001). Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2001. Werkdocument RIKZ/IT/2001.814x. RIKZ, Middelburg.
  • Ens, B.J., F.H.M. Borgsteede, C.J. Camphuysen, G.M. Dorrestein, R.K.H. Kats en M.F. Leopold (2002). Eidereendensterfte in de winter 2001/2002. Rapport Alterra 521. Wageningen.
  • Ens, B.J., R. Kats en C.J. Camphuysen (2006). Waarom zijn de Eiders niet massaal gestorven in de winter van 2005/2006?. Limosa 79: 95-106.
  • Jong, M.J. de, B.J. Ens en R.K.H. Kats (2003). Aantallen Eidereenden in en rond het Waddengebied in de winter 2002/2003. Rapport Alterra 794. Wageningen.
  • Jong, M.J. de, B.J. Ens en M.F. Leopolds (2005). Het voorkomen van Zee- en Eidereenden in de winter van 2004-2005 in de Waddenzee en de Noordzee-kustzone. Rapport Alterra. Wageningen.
  • Oosterhuis, R. en K. van Dijk (2002). Effect of food shortage on the reproductive output of Common Eiders Somateria mollissima breeding at Griend (Wadden Sea). Atlantic Seabirds, 4 (1): 29-38.
  • Philippart, K. en A. Smaal (2000). Schelpdierdynamiek, vogels en visserij in de Waddenzee. Landschap (17) 1: 5-14.
  • Leopold, M.F., C.J. Smit, P.W. Goedhart, M. van Roomen, E. van Winden en C. van Turnhout (2004). Langjarige trends in aantallen wadvogels, in relatie tot de kokkelvisserij en het gevoerde beleid in deze; Eindverslag EVA II (Evaluatie Schelpdiervisserij tweede fase). Deelproject C2. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 954.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Eidereend in Waddenzee
Omschrijving
Ontwikkeling populatie eidereend in Waddenzee
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De aantallen betreffen schattingen van de overwinterende eidereenden op basis van de watervogeltellingen van het Netwerk Ecologische Monitoring. Eidereenden worden door RIKZ één keer per jaar (in januari) geteld vanuit een vliegtuig. De methode is beschreven in Berrevoets et al. (2001). In 2004 en 2005 is een deel van de Waddenzee niet geteld. Het aantal Eidereenden voor die jaren zijn aangevuld met schattingen van dit gebied door Alterra.
Basistabel
Zie tabblad figuurdata onder Download figuurdata
Geografische verdeling
Waddenzee
Andere variabelen
geen
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Arts, F. A. en C.M. Berrevoets (2006) Midwintertellingen van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006. Rapport RIKZ/2006.009. DPM, Culemborg en RIKZ, Middelburg.
Opmerking
geen
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
11
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Eidereend in Waddenzee (indicator 1240, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.