Energieverbruik per energiedrager, 1990-2013

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het Nederlandse energieverbruik is tussen 1990 en 2013 met bijna 20 procent gegroeid. In 2013 (nader voorlopige cijfers) is er ongeveer even veel energie verbruikt als het jaar er voor.

Totale energieverbruik 2013 vrijwel gelijk aan 2012

In 2013 is het totale verbruik van energiedragers (3 255 PJ; nader voorlopig cijfer) met 0,4 procent gedaald ten opzichte van 2012. Het verbruik nam af bij met name kernenergie (-28 procent), aardoliegrondstoffen en -producten (- 2,0 procent), hernieuwbare energie (-3,6 procent), en steenkool (-1,7 procent). Aan de andere kant nam het verbruik toe bij elektriciteit (+ 6,5 procent), afval en andere energiedragers (+ 2,1 procent) en aardgas (+ 1,7 procent).

Aardgasverbruik weer iets toegenomen

In 2013 is het aardgasverbruik (1 396 PJ) 1,7 procent hoger dan in 2012. In de jaren 2012 en 2013 ligt het aardgasverbruik op een zeer laag niveau in vergelijking met de andere jaren uit de tijdreeks vanaf 1990.
Er is in 2012 minder aardgas gebruikt voor de opwekking van elektriciteit (3,6 procent). Het verbruik van aardgas voor warmtetoepassingen steeg met ruim 5 procent.

Verbruik aardoliegrondstoffen en -producten licht gedaald

In 2013 bedraagt het verbruik van aardoliegrondstoffen en -producten 1 233 PJ, en is daarmee 2 procent lager dan in het jaar ervoor. Het verbruik van aardoliegrondstoffen nam met 3,6 procent af. Het verbruik van aardolieproducten is in 2013 gedaald met 5,2 procent. Dit duidt er op dat er minder is uitgevoerd naar het buitenland.

Omzetting van energiedragers

In Nederland worden voornamelijk aardolie, aardgas en steenkool als energiedragers ingezet voor omzetting in andere energiedragers. Behalve voor de productie van energie worden energiedragers, met name aardolie, ook als grondstof voor chemische producten gebruikt.

Toelichting bij de grafieken

Het Compendium voor de Leefomgeving onderscheidt 3 manieren hoe de energiedragers ingezet kunnen worden:

  • Verbruik als brandstof in ketels, kachels, enz. Dit is het energieverbruik voor verwarming, verlichting of als krachtbron voor auto's, machines en andere apparaten. De cijfers zijn exclusief het verbruik voor energieomzetting. Ook wel energetisch finaal verbruik genoemd.
  • Verbruik als grondstof. Dit betreft het verbruik van energiedragers voor het maken van producten die geen energiedrager zijn maar waar wel de energie in is opgeslagen. Een voorbeeld is het gebruik van aardoliegrondstoffen voor de productie van plastic. Ook wel niet-energetisch finaal verbruik genoemd.
  • Omzettingssaldo van energiedragers in andere energiedragers. Het omzettingssaldo is de inzet minus de productie bij de omzetting van de ene energiedrager in de andere. Bijvoorbeeld omzetting van aardgas in elektriciteit en warmte of de omzetting van aardoliegrondstoffen in aardolieproducten als benzine en diesel.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over het Nederlandse energieverbruik is opgenomen in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Energieverbruik per energiedrager
Omschrijving
Ontwikkeling van het totale energieverbruik in Nederland per energiedrager. Dit is gelijk aan het primaire energieaanbod.
Voor het meest recente jaar is het energieverbruik uitgesplitst naar wijze van inzet.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als TenneT, Gasunie en Energie-Nederland. Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2012) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
De berekening van het verbruik van aardolie en aardolieproducten is met ingang van 2007 iets gewijzigd in vergelijking met de jaren ervoor. Door enkele definitiewijzigingen kan het verbruik van aardolie en aardolieproducten in 2007 niet worden vergeleken met dat voor 2006 en kan een groei in het verbruik tussen beide jaren niet direct uit de tabel worden berekend. Meer informatie over deze trendbreuk geeft het artikel Trendbreuk in uitkomsten Energiebalans verslagjaar 2007 en 2008 (CBS, 2009).
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Er zijn gegevens per energiedrager voor een groot aantal energiebalansposten (zoals winning, invoer, verbruik, verbruikssaldo energiebedrijven, verbruikssaldo energieafnemers, uitvoer, bunkers) en economische sectoren.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
24
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Energieverbruik per energiedrager, 1990-2013 (indicator 0054, versie 19,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.