Herstel van verdroogde gebieden, 2001

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator wordt niet meer bijgehouden.

Het hydrologisch herstel van verdroogde gebieden loopt achter op schema. Over het ecologisch herstel van deze gebieden valt daarom nog weinig te zeggen.

Effecten verdrogingsbestrijding

In 2000 was er in Nederland in totaal circa 492.000 ha verdroogd gebied. Circa 3% (15.000 ha) van het verdroogde areaal natuur was in hydrologisch opzicht volledig hersteld.De verdrogingsbestrijding loopt ver achter op schema; de doelstelling van 2000 is niet gehaald. Deze doelstelling was een herstel van 25% van het verdroogde areaal. Over het uiteindelijke doel van hydrologische verdrogingsbestrijding, het ecologische herstel in de verdroogde gebieden, valt nog weinig te zeggen. Ecologisch herstel ijlt immers na ten opzichte van het hydrologisch herstel. Daarnaast is behalve milieudruk door verdroging vaak sprake van milieudruk door vermesting en verzuring. Verder ontbreekt een adequaat monitoringsysteem, waarmee de mate van verdroging en het herstel kunnen worden gevolgd.

Beleid

Het doel van de verdrogingsbestrijding was een vermindering van het verdroogd areaal met 25% in 2000 ten opzichte van 1985 (VROM, 1997; V&W, 1998). In 2010 moet het verdroogd areaal met 40% zijn verminderd (VROM, 1997).

Beleidsprestaties

Inmiddels is een evaluatie uitgevoerd naar wat de oorzaken zijn van de achterblijvende prestatie (Van Vliet et al., 2002). De belangrijkste conclusies van dat onderzoek zijn:

  • De water- en natuurdoelen alsmede de criteria voor herstel zijn onvoldoende eenduidig en meetbaar; dit bemoeilijkt de uitvoering van het verdrogingsbeleid.
  • Ook de verantwoordelijkheden van de vele betrokkenen, landelijke overheid, provincies, waterschappen en gemeenten, zijn niet helder. De afstemming en coördinatie tussen de betrokkenen verloopt daardoor moeizaam.
  • De continuïteit van de financieringsinstrumenten was onder de maat.
  • De monitoring van de mate van verdroging en van het herstel van verdroging zijn tot nu toe slecht geregeld.

Bronnen

  • IPO (2002). Interprovinciale rapportage Milieu, Water, Landbouw en Natuur 2001. Interprovinciaal overleg, Lelystad. In dit rapport vindt u een uitgebreide set van provinciale gegevens over milieu, water, natuur en landbouw voor het jaar 2001.
  • Van Vliet, C.J.M., H. van Blitterswijk, A. Blankena en C.A. Balduk (2002). Blauw voor groen: nog veel te doen. Een evaluatie van de verdrogingsbestrijding in Nederland. Wageningen, Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte. Alterra-rapport 462, 68 blz. De PDF-file van het rapport vindt u op de website van het Ministerie van LNV.
  • VROM (1997). Nationaal Milieubeleidsplan 3. Ministerie van VROM, Den Haag.
  • V&W (1998). Vierde nota Waterhuishouding. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Herstel van verdroogde gebieden, 2001 (indicator 0284, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.