Belastingen op energie, 2001-2020
De overheid incasseerde in 2020 14,2 miljard euro aan belastingen op energie. Het gaat hierbij om accijns, brandstofbelasting, regulerende energiebelasting en emissierechten. Cijfers over het totaal netto energieverbruik zijn beschikbaar tot en met 2020. Omgerekend werd in 2020 per gigajoule energieverbruik gemiddeld 4,47 euro belasting geheven. Daarbij zijn er forse verschillen tussen klein- en grootverbruikers: huishoudens betaalden 12,42 euro, bedrijven 2,71 euro per gigajoule.
Energieverbruik steeds zwaarder belast
Huishoudens betalen al jaren veel meer belasting per eenheid energie dan het bedrijfsleven. In 2001 ging het om 5,07 euro per GJ voor huishoudens, waar het bedrijfsleven 1,15 euro per gigajoule (GJ) betaalde. In 2020 betaalden de huishoudens 12,42 euro en bedrijven 2,71.
Verschillen in belasting tussen klein- en grootverbruikers
Een van de redenen dat de lasten zo uiteenlopen, is dat de belastingtarieven voor grootgebruikers, in de praktijk zijn dit bedrijven, over het algemeen veel lager zijn dan die van kleingebruikers, zoals de huishoudens. Als kleinverbruikers kunnen de huishoudens niet profiteren van de gunstige belastingtarieven die gelden voor grootverbruikers. Deze tarieven zijn betrekkelijk laag om de concurrentiepositie van het bedrijfsleven ten opzichte van het buitenland niet te verslechteren. Daarnaast worden niet alle energiedragers evenredig belast. Zo wordt er bijvoorbeeld geen belasting op kerosine geheven.
Referenties
- CBS (2022a). StatLine: Milieubelastingen en milieuheffingen; nationale rekeningen (cijfers in lopende prijzen). CBS, Den Haag/Heerlen.
- CBS (2022b). StatLine: Aanbod en gebruik energie; energiedragers, huishoudens en bedrijven (NR). CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over milieuheffingen en -belastingen is te vinden in de database StatLine (CBS).
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Milieurekeningen: Belasting op energie
Omschrijving
Gegevens, berekend volgens het berekeningsconcept van nationale rekeningen, over de energiebelasting (in euro) die door respectievelijk de huishoudens en bedrijven wordt opgebracht. De gehanteerde waarden zijn gemeten in lopende prijzen, dat wil zeggen in prijzen van het betreffende jaar.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De totale betalingen van huishoudens aan respectievelijk de milieubelastingen en milieuheffingen zijn ontleend aan de Nationale rekeningen en hier weergegeven in lopende prijzen, d.w.z. in prijzen van het betreffende jaar en inclusief tariefwijzigingen. De totalen zijn gedeeld door het aantal huishoudens om de bijdrage van een gemiddeld huishouden te berekenen.
De milieurekeningen worden opgesteld volgens de concepten en definities van de Nationale rekeningen. Voor de fysieke stromen, zowel voor inputs (materialen, energie, water, e.d.), als voor de output (emissies) betekent dit dat alle stromen worden beschreven die direct zijn gerelateerd aan de Nederlandse economie. De fysieke stromen worden geregistreerd voor de afzonderlijke economische activiteiten op de plek waar deze daadwerkelijk plaatsvinden (het zogenaamde 'ingezetenenprincipe'). Zo worden de luchtverontreinigende emissies door Nederlandse transporteurs voor Nederland, binnen en buiten de landsgrenzen meegenomen maar de emissies voor buitenlandse voertuigen binnen het Nederlandse grondgebied niet. Dit in tegenstelling tot de overige gegevens in het CLO, waar wordt uitgegaan van het 'grondgebiedprincipe'.
Meer informatie op de CBS website: Methoden Milieurekeningen: opbrengsten milieubelastingen en milieuheffingen (CBS).
Basistabel
StatLine: Milieubelastingen en milieuheffingen; nationale rekeningen (CBS, 2022a).
StatLine: Aanbod en gebruik energie; energiedragers, huishoudens en bedrijven (NR) (CBS, 2022b)
Geografisch verdeling
Nederland
Andere variabelen
Indeling naar activiteiten volgend de Standaard Bedrijfsindeling 2008
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
- Belastingen op energie, 2001-2020 (actuele versie , 23 dec 2022 )
- Belastingen op energie, 2001-2014 (v06 , 09 mrt 2015 )
- Belastingen op energie, 1990-2010 (v05 , 10 apr 2012 )
- Belastingen op energie, 1990-2009 (v04 , 11 jan 2011 )
- Belastingen op energie, 1990-2008 (v03 , 11 dec 2009 )
- Belastingen op energie, 1990-2007 (v02 , 16 dec 2008 )
- Belastingen op energie, 1990-2006 (v01 , 07 mrt 2008 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2022). Belastingen op energie, 2001-2020 (indicator 0540, versie 07 , 23 december 2022 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.