Oppervlakte met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen 2012-2016-2020

In 2020 is op 98 procent van het geteelde areaal van 42 gewassen in de land- en tuinbouw een gewasbeschermingsmiddel gebruikt. Dat is een toename sinds 2016. Hieronder wordt vooral ingegaan op de middelen en gewassen met het laagste gebruik qua oppervlakte.

Relatief klein oppervlakte met gebruik van insectenbestrijdingsmiddelen

In 2020 is op 44 procent van het geteelde areaal van 42 gewassen in de land- en tuinbouw gewasbeschermingsmiddelen tegen insecten en mijten gebruikt. Dat is weliswaar een toename sinds 2016, maar toch veel lager dan het aandeel gewasoppervlakte met totaalgebruik aan middelen. Voor de middelen voor schimmelbestrijding is dat 63 procent van de oppervlakte, een kleine afname sinds 2016. Voor de middelen voor onkruidbestrijding is dat 94 procent in 2020, een toename. (CBS, 2022a)
Het gemeten areaal is inclusief de biologische landbouw. De 42 gewassen omvatten bijna 85 procent van het areaal cultuurgrond exclusief grasland.

Gewassen met laagste gebruik qua oppervlakte aan totaal gewasbeschermingsmiddelen

Voor de meeste gewassen wordt in 2020 op meer dan 80 procent van het totale areaal gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. In de teelt van sperziebonen, winterpeen en witlofwortel is het percentage oppervlakte met gebruik in 2020 lager dan 80 procent, terwijl dat in 2016 en 2012 nog ruim 90 procent was. Bij winterpeen zien we een geleidelijke afname van 94 procent in 2012 naar 80 procent in 2020.

Aan insecten- en mijtenbestrijding (I)

Voor de meeste gewassen in 2020 is op meer dan 45 procent van de geteelde oppervlakte insecten- en mijtenbestrijding gebruikt. Naast sperziebonen en winterpeen is bij de teelt van cichorei, zomergranen, mais en suikerbieten het percentage oppervlakte met gebruik echter lager dan 45 procent. De afname sinds 2016 bij zomergerst en zomertarwe valt op. Maar ook opvallend is de toename sinds 2016 bij suikerbieten; hier speelt de bestrijding van bladluizen die virus kunnen overbrengen. Bij maisteelt komt insectenbestrijding nauwelijks voor. In de sperziebonenteelt is het percentage insectenbestrijding gedaald naar 8 procent.

Aan schimmel- en bacteriënbestrijding (F)

Ook tegen schimmels en bacteriën is in 2020 bij de meeste gewassen op meer dan 45 procent van de geteelde oppervlakte middelen gebruikt. In de teelt van mais en cichorei komt schimmelbestrijding nauwelijks voor. Bij koolzaad zien we een geleidelijke afname sinds 2012 naar 35 procent van het areaal. Ook bij de teelt van witlof wordt relatief weinig middelen tegen schimmels toegepast.

Aan onkruidbestrijding en loofdoding (H)

Hier is een duidelijk onderscheid zichtbaar naar teelt onder glas en open teelt.
In de glastuinbouw worden onkruidmiddelen minder vaak toegepast. Het hoogste percentage oppervlaktegebruik in 2020 is bij potplanten en gerbera's, maar dit betreft wel minder dan 40 procent van het geteelde areaal.
Bij de meeste gewassen in open teelt worden onkruidbestrijdingsmiddelen toegepast. Bij peren, appels en aardbeien is er een trend naar minder onkruidbestrijding en is het gebruik in 2020 respectievelijk 52, 55 en 67 procent van de oppervlakte. Andere gewassen waarbij op minder dan 80 procent van de geteelde oppervlakte middelen tegen onkruid en loofdoding zijn gebruikt zijn: spruitkool, vruchtbomenkweek, witlofwortel, sperziebonen, winterpeen en sluitkool.

Duurzame gewasbescherming

Het beleid richt zich op het verminderen van de milieulast van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 (LNV, 2019, 2020). Minder gebruik van eenzelfde stof betekent bijna altijd minder milieubelasting. Een vermindering van de milieubelasting kan ook samengaan met een toename van het gebruik, als er bijvoorbeeld een verschuiving plaats heeft naar laag-risicomiddelen. Om te kunnen bepalen of de milieubelasting afneemt is het noodzakelijk de gebruiksontwikkeling per middelengroep en/of per werkzame stof te kennen. Niet alleen in kg maar ook in oppervlakten met gebruik. Naast gewasbeschermingsmiddelen worden in duurzame gewasbescherming ook biologische (CBS, 2022c) en mechanische bestrijdingen toegepast.

Relevante informatie

  • Meer gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw zijn te vinden in de database StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas
Omschrijving
Ontwikkeling van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (in de eenheden 1000 kg werkzame stof, respectievelijk kg werkzame stof per hectare) in de landbouw en per gewas. Er is een selectie gemaakt van een aantal akkerbouw- en tuinbouwgewassen.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De basisgegevens worden verzameld met behulp van een enquête. Er wordt een steekproef getrokken onder de bedrijven in de Landbouwtelling van het voorafgaande of zelfde jaar. De uitkomsten zijn op basis van een bruikbare respons van ongeveer 5000 bedrijven. Meer informatie over de onderzoeksmethode geeft de publicatie Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS).
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Voor de jaren waarin het onderzoek is uitgevoerd zijn er ook gebruiksgegevens beschikbaar over het aantal bedrijven met gebruik, de oppervlakte met gebruik, en de jaardosering. Daarnaast zijn er ook gegevens per werkzame stof. Voor de laatste variabele wordt verwezen naar de CLO-indicator Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per werkzame stof.
Verschijningsfrequentie
Onregelmatig met tussenperioden van enkele jaren
Achtergrondliteratuur
Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS)
Opmerking
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is gebruik van bestrijdingsmiddelen (pesticiden) exclusief het gebruik van biociden en exclusief het gebruik van toevoegingsstoffen (Verordening statistieken over pesticiden EU 1185/2009).
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Oppervlakte met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen 2012-2016-2020 (indicator 0627, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.