Vervroeging vliegtijd libellen, 1999-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Bij de libellen is in elf jaar een vervroeging van de vliegtijd van circa negen dagen opgetreden.

Ontwikkeling vliegtijd libellen

In elf jaar tijd is de vliegperiode van de libellen met circa negen dagen vervroegd. Het begin van de vliegperiode wordt bij libellen in sterke mate door de temperatuur bepaald. Dat de vroege soorten eerder in het jaar verschijnen, is waarschijnlijk het gevolg van het warmer worden van het voorjaar en de zomer.

Bronnen

  • Dingemanse, N.J. en V.J. Kalkman (2008). Changing temperature regimes have advanced the phenology of Odonata in the Netherlands. Ecological Entomology. doi:10.1111/j.1365-2311.2007.00982.x
  • Soldaat L., H. Visser, M. van Roomen & A. van Strien (2007). Smoothing and trend detection in waterbird monitoring data using Structural Time-Series Analysis and the Kalman filter. Journal of Ornithology. Vol. 148 suppl. 2. Dec 2007.
  • Van Strien A.J., W.F. Plantenga, L. Soldaat, C.A.M. Van Swaay & M.F. WallisDeVries. (2008). Bias in phenology assessments based on first appearance data of butterflies. Oecologia vol. 156 (1): 227-235.
  • Visser, H. (2004). Estimation and detection of flexible trends. Atm. Environment 38, 4135-4145.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Vervroeging vliegtijd libellen
Omschrijving
Ontwikkeling van de vliegtijd (dag van het jaar) van libellen
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De gegevens zijn afkomstig van het NEM-meetnet libellen. Van iedere soort is voor elk jaar in de periode 1999-2007 bepaald op welke dag van het jaar de eerste 10% (eerste deciel) van de libellen is waargenomen. Deze jaarlijkse dagnummers (1 januari = dag 1 etc.) vormen over een aantal jaren een reeks. De graadmeter is gebaseerd op 51 soorten. Bij een aantal soorten is het niet mogelijk om in elk jaar een eerste deciel te bepalen. Deze zijn geschat uit trends van overige soorten. Als meer dan 4 jaar ontbreken, zijn deze soorten niet opgenomen in de analyse.

Libellen worden elk jaar vanaf 1 mei geteld.

De cijfers per soort van de 51 libellensoorten die deel uitmaken van de graadmeter staan onder Download figuurdata, tabblad afzonderlijke soorten.

De stippen in het figuur zijn de meetwaarden. Door deze meetwaarden is met behulp van het programma TrendSpotter (Visser, 2004) een flexibele trend berekend (de doorgetrokken lijn). Het gekleurde vlak geeft het 95% betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn aan.Bij de gegevens van de afzonderlijke soorten onder download figuurdata is de mate van verandering (=richtingscoëfficient van de lineaire regressielijn) met de significantie (correlatiecoëfficient) weergegeven,
Basistabel
De dagwaarden van de afzonderlijke soorten staan onder Download figuurdata.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Soldaat L., H. Visser, M. van Roomen & A. van Strien (2007). Smoothing and trend detection in waterbird monitoring data using Structural Time-Series Analysis and the Kalman filter. Journal of Ornithology. Vol. 148 suppl. 2. Dec 2007.
Van Strien A.J., W.F. Plantenga, L. Soldaat, C.A.M. Van Swaay & M.F. WallisDeVries. (2008). Bias in phenology assessments based on first appearance data of butterflies. Oecologia vol 156 (1): 227-235.
DOI 10.1007/S00442-008-0959-4
Visser, H. (2004). Estimation and detection of flexible trends. Atm. Environment 38, 4135-4145.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
03
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Vervroeging vliegtijd libellen, 1999-2009 (indicator 1480, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.