Waardering nationale landschappen

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd. Het nationale beleid voor de Nationale Landschappen is sinds 2012 vervallen. Veel provincies hebben de Nationale Landschappen in hun provinciale visies overgenomen en hebben inmiddels eigen beleid ontwikkeld.

Het landschap van de Nationale Landschappen wordt aantrekkelijker gevonden dan het landschap daarbuiten.

Meeste waardering voor agrarisch landschap

Nederlanders waarderen de aantrekkelijkheid van het landschap gemiddeld met een 7,3. Binnen Nederland varieert de gemiddelde waardering van 5,4 tot 9,2. De meeste nationale landschappen krijgen een hoger rapportcijfer dan het gemiddelde Nederlandse landschap. De uitzonderingen zijn de Stelling van Amsterdam, IJsseldelta, Arkemheen-Eemland, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en Laag-Holland. Dit zijn allemaal landschappen met als kernkwaliteit openheid. De verschillen in waardering binnen nationale landschappen sluiten goed aan bij de karakterisering van deze landschappen door de Raad voor het Landelijk Gebied (2005). De Raad maakt op basis van de internationale betekenis en het huidige recreatieve gebruik, een onderscheid tussen zogenaamde liefhebberslandschappen* en gelaagde, agrarische landschappen. De tweede groep landschappen zijn ook de meest gewaardeerde nationale landschappen: Heuvelland, Drentsche Aa, Noordoost-Twente, Graafschap, Winterswijk en Zuidwest-Friesland. Deze landschappen hebben, met uitzondering van de laatste, als kernkwaliteit een groen karakter. De minst gewaardeerde nationale landschappen behoren alle tot de categorie liefhebberslandschappen.

Wisselende waardering voor liefhebberslandschap

Vier nationale landschappen passen niet goed in deze tweedeling van relatief laaggewaardeerde, open liefhebberslandschappen en hooggewaardeerde gelaagde, agrarische landschappen met een groen karakter. Het Groene Woud valt op door lage waardering voor een gebied met een groen karakter. Zuidwest-Friesland, Hoeksche Waard en Middag-Humsterland zijn hooggewaardeerd voor liefhebberslandschappen. Welke factoren deze uitzonderingen bepalen, is niet uit de Belevingswaardenmonitor af te leiden, maar het maakt duidelijk dat ook liefhebberslandschappen in de toekomst meer geliefd kunnen worden (Crommentuijn et al., 2007).

Bronnen

Relevante informatie

  • * Een liefhebberslandschap betekent dat er enige voorkennis nodig is om zo'n landschap te kunnen 'lezen'. Door meer te weten over landschap, gaat het leven en wordt het een 'leesbaar landschap'.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Waardering van nationale landschappen
Omschrijving
Het gemiddelde rapportcijfer van de aantrekkelijkheid van het landschap binnen nationale landschappen op basis van een enquête onder een representatieve steekproef van Nederlanders die wonen in of nabij een nationaal landschap.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving, Alterra - Wageningen UR
Berekeningswijze
De aantrekkelijkheid van het landschap is geschat aan de hand van drie bronnen, namelijk de enquêtes van Goossen et al., 2006, en van de Belevingswaardenmonitor en berekeningen met behulp van BelevingsGIS (Van der Wulp, 2008). De bewerkingen zijn uitgevoerd door het Planbureau voor de Leefomgeving.
Basistabel
Zie berekingswijze
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Zie berekeningswijze
Verschijningsfrequentie
Driejaarlijks, herhalingsmeting in 2009
Achtergrondliteratuur
Crommentuijn, L., J.M.J. Farjon, N.Y. van der Wulp en C. den Dekker (2007). Belevingswaardenmonitor Nota Ruimte 2006: Nulmeting landschap en groen in en om de stad. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
Goossen, C.M. & T.A. de Boer. (2006). Houding en wensen van bewoners ten aanzien van het begrip Nationaal Landschap. Rapport 1306, Alterra, Wageningen.
Wulp, N.Y. van der, 2008. Belevingswaardenmonitor Nota Ruimte 2006. Nulmeting Landschap naar Gebieden. WOt-rapport 75, WOT Natuur & Milieu - Wageningen UR, Wageningen
Opmerking
Nulmeting (2006)
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Waardering nationale landschappen (indicator 1511, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.