Nabijheid wonen en werken, 1996-2015

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De regionale verschillen in nabijheid zijn groot. In Zuid Holland heeft een inwoner zes tot zeven keer zo veel banen binnen een voor hem acceptabele afstand dan in Zeeland. De onderlinge nabijheid van wonen en werken in Nederland is voor de gemiddelde inwoner sinds 1996 met circa 2,5% toegenomen.

Nabijheid

Agglomeratievoordelen worden behaald door korte reistijden voor woon-werkverkeer en zakelijk verkeer. Reistijden kunnen verkort worden door een hogere snelheid maar ook door een kortere afstand. Nabijheid is daarmee een andere manier om naar bereikbaarheid te kijken. De City van Londen is een mooi voorbeeld van bereikbaarheid door nabijheid.
Nabijheid is hier uitgedrukt als het percentage banen in Nederland dat op een acceptabele hemelsbrede afstand van de woonlocatie ligt. Hoe korter de afstand tussen woning en baan, hoe groter de bereidheid deze te overbruggen, en hoe groter het gewicht is dat aan deze baan wordt toegekend. De kaart laat zien dat de regionale verschillen in nabijheid groot zijn.

Wanneer bereikbaarheid wordt beoordeeld op basis van de te halen reissnelheid (zie bereikbaarheidsindicator), dan resulteert dat in relatief hogere scores in de periferie van ons land en de lagere in het westen. De nabijheidsindicator geeft juist aan dat juist in het westen de meeste arbeidsplaatsen binnen bereik liggen, rekening houdend met de ruimtelijke spreiding van arbeidsplaatsen en een in Nederland gemiddeld haalbare snelheid van verplaatsen. De werkgelegenheidsverdeling over ons land is hierbij zeer bepalend. Verschillen in reissnelheid binnen Nederland zijn veel minder groot dan verschillen in nabijheid. De snelheid ligt in de Randstad wel wat lager, maar de grotere nabijheid van arbeidsplaatsen weegt daar ruimschoots tegenop.

De regionale verschillen in nabijheid zijn groot

In Zuid Holland heeft een inwoner gemiddeld zes a zeven keer zoveel banen binnen een voor hem acceptabele afstand dan in Zeeland. Uiteraard dient hierbij ook rekening te worden gehouden met de potentiële beroepsbevolking, maar bij grotere aantallen is de match tussen vraag en aanbod eenvoudig te maken en daardoor de concurrentiekracht van de regio groter. Binnen de regio's bestaan ook grote verschillen. Binnen Amsterdam kan het aantal banen op acceptabele afstand oplopen tot 3,3 maal het nationaal gemiddelde. Op Vlieland is het aantal nabije banen slechts 6% van het landelijk gemiddelde.

Meer nabijheid, tot 2002 door meer ruimtelijke concentratie van banen, na 2008 door meer ruimtelijke concentratie van bevolking

De onderlinge nabijheid van wonen en werken in Nederland is in de periode 1996-2015 met circa 2,5% toegenomen. Dit is de uitkomst van een combinatie van ruimtelijke verschuivingen van banen en bevolking binnen gemeenten, tussen gemeenten binnen provincies en tussen provincies. Tussen 1996 en 2002 heeft de ruimtelijke concentratie van banen de nabijheid met 1,5% verbeterd. Zowel de verdeling van de banen over provincies (sterkere groei van de Randstadprovincies) als de verdeling van banen over gemeenten (sterke groei van de centrale steden) droegen bij aan meer nabijheid. Tussen 2002 en 2008 heeft de veranderende ruimtelijke verdeling de nabijheid iets verminderd. Dat blijkt vooral te komen door de relatieve daling van het aantal banen in Zuid Holland. Na 2008 is de nabijheid weer gaan toenemen, maar nu door veranderende ruimtelijke verdeling van de bevolking. Zowel de verdeling van de bevolking over provincies (sterkere groei van de Randstadprovincies) als de verdeling van de bevolking over gemeenten (sterkere groei van de centrale steden) dragen bij aan meer nabijheid.

De tweede kaart laat zien dat over de gehele periode gezien, vooral rond Amsterdam, Utrecht, Amersfoort, Flevoland, Zwolle en Eindhoven een groter deel van de banen op een goed bereikbare afstand ligt. In Oost Groningen, Limburg en Zeeland, maar ook in Den Haag, Rotterdam en Dordrecht is het aandeel goed bereikbare afstand gelegen banen afgenomen.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:

  • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland (concurrerend)
  • Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat (bereikbaar)
  • Nationaal Belang: Een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationaal bereikbaarheid van de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Nabijheid wonen en werken
Omschrijving
Aandeel banen in Nederland binnen een acceptabele hemelsbrede afstand
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), auteur: Hans Hilbers
Berekeningswijze
Op basis van het aantal banen (van 12 uur of meer) per viercijferig postcode gebied, de hemelsbrede afstand tussen postcodegebieden en de bereidheid om in het woon-werkverkeer bepaalde afstanden te overbruggen is uitgerekend welk deel van de Nederlandse banen vanuit elk postcode gebied op een acceptabele afstand ligt. Vervolgens is op basis van het aantal inwoners per postcodegebied berekend welk deel van de Nederlandse banen voor de gemiddelde Nederlander binnen een acceptabele afstand ligt.
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
1 keer per twee jaar
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Nabijheid wonen en werken, 1996-2015 (indicator 2134, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.