Das: verkeersslachtoffers
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
De indicator "Das verkeersslachtoffers" is vervallen. Deze informatie is samengevoegd met de aantalsontwikkeling van de das.
Sinds 2000 blijft het aantal verkeersslachtoffers onder dassen vrijwel gelijk.
Dassentunnels
Dassen zijn nachtdieren die bij zonsondergang hun burchten verlaten om in de omliggende gebieden voedsel te verzamelen. Ze leggen dan grote afstanden af. Wegen zijn daarbij voor dassen grote barrières. Hier vallen dan ook veel verkeersslachtoffers. Er zijn tal van beschermende maatregelen genomen zoals hekken langs wegen en dassentunnels. Desondanks sterft naar schatting jaarlijks 15-20% van alle dassen door het verkeer.
Toename verkeer
Tussen 1990 en 1999 verdubbelde het aantal verkeersslachtoffers onder dassen. Dit heeft alles te maken met de toename van de dassenpopulatie èn met de toename van de verkeersintensiteit. In 1990 waren 635 kilometerhokken in Nederland door dassen bezet, in 1995 waren dit er 736, in 2000 948 en in 2005 1220. Ook het aantal verreden kilometers in Nederland is in die dezelfde periode toegenomen waardoor je verwacht dat de kans op verkeersslachtoffers onder dassen toeneemt. Echter, vanaf 1998 stabiliseert het aantal verkeersslachtoffers onder dassen zich rond de 480.
Effecten beschermende maatregelen
In 1990 is geschat dat ongeveer 12% van de totale dassenpopulatie omkwam in het verkeer. In de periode 1995-2001 wordt dit percentage op 17-18% geschat en in 2005 op ongeveer 15%. Ten opzichte van de (geschatte) populatiegrootte van de das in Nederland (ca. 3500 dieren in 2005) is het aantal verkeersslachtoffers dus redelijk stabiel te noemen. Zeer waarschijnlijk hebben de getroffen beschermende maatregelen hieraan bijgedragen. Gezien de sterke groei van de dassenpopulatie lijkt het huidige sterftecijfer door het verkeer de draagkracht van de dassenpopulatie niet te overschrijden.
Bronnen
- Lange, R., A. Martens, K. Schulte Fischedick en F. van der Vliet (2002). Op zoek naar zoogdieren. KNNV en VZZ. Utrecht en Arnhem.
- Moll, G.C.M. van (2005). Distribution of the badger (Meles meles L.) in the Netherlands, changes between 1995 and 2001. Lutra 48(1): 3-34.
Relevante informatie
- Zoogdiervereniging VZZ - www.vzz.nl/soorten/das
- Vereniging Das en Boom - www.dasenboom.nl
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Das: Verkeersslachtoffers
- Omschrijving
- Trend van het aantal verkeersslachtoffers onder dassen
- Verantwoordelijk instituut
- Zoogdiervereniging VZZ
- Berekeningswijze
- De grafiek betreft geregistreerde verkeersslachtoffers onder dassen (inclusief trein). Het werkelijke aantal zal hoger liggen. Gewonde dassen die na een aanrijding doorlopen en uiteindelijk toch sterven worden vaak niet gevonden of niet als verkeersslachtoffer herkend. Daarnaast sterven per jaar nog tientallen jonge dassen doordat hun moeders in de zoogperiode worden doodgereden. Dit zijn dus indirecte verkeersslachtoffers.
- Basistabel
- Deze versie van de indicator is gebaseerd op gegevens van de Zoogdiervereniging VZZ en de Nationale Databank Flora & Fauna. Eerdere versies van deze indicator zijn gebaseerd op gegevens van Stichting Das&Boom Opvang en Advies. Daardoor zijn kleine verschillen mogelijk.
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- geen
- Verschijningsfrequentie
- Een tot tweejaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- www.vzz.nl/soorten/das
- Opmerking
- Waarnemingen van verkeersslachtoffers kunnen doorgegeven worden via www.telmee.nl
- Betrouwbaarheidscodering
- BSchatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2008). Das: verkeersslachtoffers (indicator 1094, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.