Werken en economie

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de Handel, diensten en overheid, 1995-2013

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De dienstverlening levert de grootste bijdrage in de totale bruto toegevoegde waarde. In 2013 bedroeg deze bijdrage ruim 76%. In 2013 nam de toegevoegde waarde van de dienstverlening af met 0,5 procent. De werkgelegenheid liep licht terug, met 1,0 procent.

  1995* 2000* 2005* 2010 2012* 2013* Aandeel 2013* in totaal1)
               
  volume-index (2010=100)     %
               
Toegevoegde waarde HDO 3) 67,8 83,5 90,1 100 101,4 100,9 100
Handel, vervoer en horeca 67,4 86,6 92,2 100 102,9 101,6 26
w.o. vervoer over land 88,4 104,1 98,8 100 102,6 101,5 3
Informatie en communicatie 36,2 71,5 89,7 100 99,9 98,4 6
w.o. telecommunicatie 22,2 58,2 92,4 100 94,5 92,5 2
Overige dienstverlening 70,9 83,4 89,3 100 100,9 100,8 68
x 1 000 arbeidsjaren     %
               
Werkgelegenheid HDO 3) 4 325 5 046 5 183 5 594 5 628 5 572 100
Handel, vervoer en horeca 1 453 1 612 1 564 1 596 1 616 1 603 29
w.o. Vervoer over land 162 176 170 172 168 163 3
Informatie en communicatie 134 229 222 235 243 240 4
w.o. telecommunicatie 25 47 40 30 29 28 1
Overige dienstverlening 2 738 3 205 3 397 3 763 3 769 3 729 67
                 
                 
Bron: CBS (2014). CBS/CLO/dec14/0046
1) In 2011 bedroeg het totale arbeidsvolume in Nederland bijna 7,0 miljoen arbeidsjaren en het aandeel van HDO in het totale BBP bedroeg 76,4% (voorlopige cijfers).
2) Gebaseerd op basisprijzen.
3) Inclusief (delen van) de doelgroepen Verkeer en vervoer, Afvalbeheersbedrijven en Actoren in de waterketen.
* Voorlopig cijfer.

HDO levert grootste bijdrage aan Nederlandse werkgelegenheid en toegevoegde waarde

De totale dienstverlening heeft sinds het begin van de jaren tachtig een steeds groter aandeel in de werkgelegenheid en de bruto toegevoegde waarde gekregen. De bijdrage van de dienstverlening aan de toegevoegde waarde is langzaam opgelopen tot 76,4 procent in 2013. Het aandeel in de werkgelegenheid is ook langzaam toegenomen. Het aandeel bedraagt nu ongeveer 80 procent van het totaal aantal arbeidsjaren. Deze aandelen gaan vooral ten koste van de aandelen van de landbouw en industrie.

Toegevoegde waarde Post en telecommunicatie ruim drie maal groter dan in 1990

De handel en de informatie en communicatie kenden in 2013 een sterke krimp. De bedrijfstak 'verhuur van en handel in onroerend goed' vormde hierop een uitzondering. Op de verhuur van en handel in onroerend goed na lag het niveau van alle bedrijfstakken in de commerciële dienstverlening in 2013 beneden dat van 2008. De handel kromp over de gehele linie, maar vooral de consument-gerelateerde handel liep terug. De bedrijfstak 'informatie en communicatie' kromp in 2013 met 1,5 procent, een vergelijkbare ontwikkeling als in 2012. De grootste activiteit binnen deze
bedrijfstak is de IT-dienstverlening, deze is in 2013 licht gekrompen. Met name met advieswerk en IT-maatwerk ging het minder, vanwege bezuinigingen door bedrijven. Met een ander groot onderdeel van de informatie en communicatie, de telecommunicatie, ging het nog slechter. Het gebruik van mobiel internet op diverse soorten apparaten groeit nog altijd, maar dit weegt niet op tegen de terugloop van sms en telefonie. Binnen de bedrijfstak zijn tevens de uitgeverijen opgenomen, die al jarenlang te maken hebben met krimp. Groei is wel te vinden bij het kleine onderdeel 'dienstverlening op het gebied van informatie'. Het gaat hierbij onder meer om webhosting en gegevensverwerking.

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de Handel, diensten en overheid

Omschrijving

De toegevoegde waarde tegen basisprijzen van de Handel, diensten en overheid, plus het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil tussen toegerekende en afgedragen BTW

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekeningswijze

Voor alle sectoren in de nationale economie wordt de toegevoegde waarde bepaald. Het CBS haalt de gegevens voor de statistieken uit veel verschillende bronnen. Per onderzoek staat aangegeven hoe en waar de gegevens worden verzameld.

Basistabel

Statline: Statline: Bbp, productie en bestedingen; productie en inkomens naar bedrijfstak

Geografisch verdeling

Nederland

Andere variabelen

Netto binnenlandsproduct (marktprijzen), toegevoegde waarde (bruto, netto in basisprijzen), nationaal inkomen, beschikbaar nationaal inkomen, consumptieve bestedingen

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Meer informatie: ThemabeschrijvingClassificatie van Producten naar ActiviteitBegrippen.

Opmerking

Doordat geen sluitende vertaling gemaakt kan worden van de economische sectoren zoals het CBS die waarneemt naar de doelgroepen of milieubeleidssectoren, omvat een aantal van de gepresenteerde doelgroepen/sectoren een bredere economische sector.Er heeft onlangs een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1969.

Betrouwbaarheidscodering

Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2014). Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de Handel, diensten en overheid, 1995-2013 (indicator 0046, versie 15 , 11 december 2014 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.