Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, 1985-2015
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De fractie gescheiden ingezameld afval van huishoudens is licht toegenomen van 45 procent in 2000 naar 53 procent in 2015. In de jaren negentig van de vorige eeuw nam het scheiden van afval veel sterker toe.
Fractie gescheiden ingezameld afval
Tussen 2000 en 2015 is de fractie gescheiden ingezameld huishoudelijk afval toegenomen van 45 naar 53 procent.
Hoeveelheid gescheiden ingezameld afval
In de jaren negentig van de vorige eeuw neemt de hoeveelheid gescheiden ingezameld huishoudelijk afval sterk toe. Dit komt vooral doordat veel gemeenten begin jaren negentig de gescheiden inzameling van GFT-afval hebben ingevoerd. Ook is er meer oud papier en glas door de gemeenten ingezameld. Vanaf 1998 neemt het scheiden van huishoudelijk afval minder snel toe: van 3,6 miljard kg in 1998 tot 4,6 miljard kg in 2007.
Na 2007 daalt de jaarlijkse hoeveelheid gescheiden ingezameld afval licht tot 4,1 miljard kg in 2013. Deze daling wordt deels veroorzaakt doordat er steeds minder oud papier wordt ingezameld. Ondanks dat in 2010 de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen verplicht wordt, is er in dat jaar iets minder afval gescheiden ingezameld dan in 2009. Vanaf 2014 neemt de hoeveelheid weer licht toe naar bijna 4,4 miljard kg in 2015.
In 2015 weer iets minder papier gescheiden ingezameld
De jaarlijkse hoeveelheid gescheiden ingezameld papier verdubbelt tussen 1985 en het begin van deze eeuw van 0,5 tot ongeveer 1 miljard kg. Vanaf 2000 groeit de hoeveelheid nog maar licht tot 1,1 miljard kg in 2008.
Na 2008 halen de gemeenten jaarlijks minder oud papier op. In 2015 is de hoeveelheid gescheiden ingezameld papier afgenomen tot 0,91 miljard kg (CBS, 2016b).
Totale hoeveelheid huishoudelijk afval in 2015 gelijk aan 2014
De totale hoeveelheid huishoudelijk afval (gescheiden plus niet-gescheiden ingezameld) groeit tussen 1995 en 2000 gemiddeld met 270 miljoen kg per jaar. Na 2000 is de groei veel minder, en na 2007 neemt de jaarlijkse hoeveelheid huishoudelijk afval af.
In 2014 is weer iets meer huishoudelijk afval ingezameld dan het jaar ervoor. De totale hoeveelheid huishoudelijk afval die de gemeenten in 2015 hebben ingezameld is nagenoeg gelijk aan die van het jaar ervoor.
Beleid
De overheid heeft als doel gesteld om het percentage huishoudelijk afval dat wordt gerecycled te verhogen van de huidige 50 procent naar 65 procent in 2015 (IenM, 2011). Hiermee tracht de overheid de hoeveelheid afval, die moet worden verbrand of gestort, verder terug te dringen. Inmiddels is deze doelstelling aangescherpt. In 2020 moet de hoeveelheid restafval afgenomen zijn tot 100 kg per inwoner (IenM, 2014). Tevens moet dan 75 procent van het afval gescheiden worden.
Bronnen
- CBS (2004). Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek. CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2007). Gescheiden afvalinzameling stagneert. Webmagazine, 18 juli 2007. CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2010). Minder huishoudelijk afval en meer plastic ingezameld. Webmagazine, 12 juli 2010. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2016a). StatLine: Gemeentelijke afvalstoffen, hoeveelheden. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2016b). Gemeenten zamelen minder oud papier in. CBS, Den Haag / Heerlen.
- IenM (2011). Brief van staatssecretaris Atsma (IenM) over meer waarde uit afval. Kamerstuk. 26-08-2011. Ministerie Infrastructuur en Milieu, Den Haag.
- IenM (2014). Huishoudelijk afval scheiden en recyclen. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag.
Relevante informatie
- Meer informatie over gescheiden ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen is te vinden in de databank StatLine van het CBS en bij Rijkswaterstaat Leefomgeving (zie onder andere de Afvaldatabase).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Gescheiden ingezameld afval van huishoudens
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de hoeveelheid gescheiden ingezameld afval van huishoudens tussen 1985 en 2015, verdeeld naar een aantal afvalstromen.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Definities van de genoemde afvalstromen en informatie over de wijze waarop bovenstaande gegevens tot stand zijn gekomen zijn te vinden in het artikel Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).
- Basistabel
- StatLine: Gemeentelijke afvalstoffen, hoeveelheden (CBS, 2016a)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Er zijn gegevens over de diverse afvalstromen, de wijze van inzameling en de inzamelende instantie. De gegevens zijn beschikbaar voor Nederland, per provincie, per gemeente, naar mate van stedelijkheid van de gemeenten en naar grootte van de gemeenten.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004)
Gescheiden afvalinzameling stagneert. Webmagazine, 18 juli 2007 (CBS, 2007)
Minder huishoudelijk afval en meer plastic ingezameld. Webmagazine, 12 juli 2010 (CBS, 2010)
Gemeenten zamelen minder oud papier in (CBS, 2016b) - Opmerking
- De gegevens over huishoudelijk afval in het Compendium voor de Leefomgeving wijken af van die het CBS publiceert in de databank StatLine (CBS, 2016a). Dit verschil komt door:
- Het afval dat door derden is ingezameld: dit afval (vooral wit- en bruingoed dat via de detailhandel is ingezameld en oud papier en karton) is wel in het Compendium voor de Leefomgeving inbegrepen maar niet in de cijfers in de StatLine-publicatie.
- Het verbouwingsafval (zoals puin, hout, metalen en vlakglas). In de StatLine-tabel is al het door gemeenten ingezamelde verbouwingsafval toegerekend aan het afval van huishoudens. Voor het bepalen van de cijfers in het Compendium voor de Leefomgeving is maar een deel van dit afval toegedeeld aan de huishoudens. Reden daarvoor is dat een deel van dit afval niet door huishoudens maar door bedrijven is afgegeven. Het gaat daarbij vooral om aannemersbedrijven die hun verbouwingsafval afgeven bij milieustraten. In het verleden is daarom tussen het RIVM en CBS afgesproken dat 50 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval wordt toegerekend. In het onderzoek over 2003 is navraag gedaan naar het acceptatiebeleid van verbouwingsafval van bedrijven door gemeenten. Daaruit bleek dat ongeveer 85 procent van het door de gemeenten ingezameld verbouwingsafval afkomstig is van huishoudens. Dat het aandeel van de huishoudens hoger ligt komt onder andere door een strikter acceptatiebeleid van milieustraten. Steeds meer milieustraten accepteren geen afval meer van bedrijven. Gezien deze ontwikkeling is in overleg tussen het toenmalige Ministerie van VROM, Uitvoering Afvalbeheer en het CBS afgesproken om met terugwerkende kracht het aandeel van huishoudens te laten toenemen van 50 naar 85 procent. Voor 2000 en eerder wordt het oude percentage van 50 procent gehanteerd. In 2001, 2002 en 2003 stijgt dit percentage naar respectievelijk 60, 70 en 80 procent. Voor 2004 en later wordt 85 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval toegerekend. - Betrouwbaarheidscodering
- Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, 1985-2015 (indicator 0143, versie 27,