Milieubeleid en milieumaatregelen

Stedelijk afvalwater: lozing van zuurstofbindende stoffen, 1975-2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De belasting van het oppervlaktewater door zuurstofbindende stoffen, uitgedrukt in inwonerequivalenten, is sinds 1975 met ruim 85% gedaald. Dit is vooral te danken aan een verbeterd rendement bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties en de sanering van industriële lozingen.

     1975  1980   1990 2000 2002  2004  2006
                 
    miljoen inwonerequivalenten 1)      
Lozingen per sector              
  Consumenten 13,7 14,1 14,9 15,9 16,1 16,3 16,3
  Land- en tuinbouw 0,2 0,1 0,0 0,12 0,15 0,16 0,15
  Industrie 15,3 9,7 5,6 3,2 2,8 2,9 2,5
  Energievoorziening 2) 0,1 0,0 0,0 0,03 0,04 0,03 0,02
  Bouw 0,4 0,4 0,3 0,05 0,06 0,06 0,05
  Afvalbeheersbedrijven . . . 0,19 0,22 0,23 0,22
  HDO en overige sectoren 3,5 3,7 3,7 3,7 3,8 3,5 3,9
                 
Totale bruto lozing (1) 33,2 28,0 24,5 23,2 23,3 23,2 23,2
w.v. naar rioolwaterzuiveringsinrichtingen (2) 12,4 16,5 20,8 22,3 22,5 22,4 22,5
  naar zoet rijkswater, direct 4,4 2,2 0,96 0,29 0,27 0,22 0,20
  naar zout rijkswater, direct 0,7 0,2 0,14 0,11 0,09 0,08 0,08
  naar rijkswater, via lozingswerk in beheer bij regionale waterkwaliteitsbeheerders 3,7 3,6 0,52 0,04 0,03 0,03 0,03
  naar overig oppervlaktewater 12,0 5,5 2,1 0,42 0,37 0,36 0,34
  naar bodem . . . 0,05 0,05 0,04 0,05
                 
Lozing van effluent (3) 3,9 4,3 5,0 3,1 3,2 2,8 2,5
                 
Belasting van het oppervlaktewater (= 1-2+3) 24,8 15,8 8,7 4,0 3,9 3,5 3,2
   
Bron: CBS. CBS/MNC/jul09/0150
1) Voor bedrijfsafvalwater: tot 1986 op basis van 180 g zuurstofverbruik. Sinds 1986 op basis van 136 g zuurstofverbruik.
2) Inclusief waterleidingbedrijven.

Vrijwel al het afvalwater pas geloosd na zuivering

Vooral door de toegenomen zuivering van afvalwater in zuiveringsinstallaties is de totale belasting van het oppervlaktewater sinds 1975 met ruim 85 procent afgenomen. Het grootste deel van de totale bruto lozing komt nu via het rioolstelsel terecht in openbare rioolwaterzuiveringsinstallaties. Slechts een zeer klein deel wordt nog direct geloosd op het oppervlaktewater door huishoudens en bedrijven die niet op het rioolstelsel zijn aangesloten.

Zuiveringsproces steeds efficiënter

Door procestechnologische verbeteringen op de rioolwaterzuiveringsinstallaties is de restvervuiling ('effluent') in de periode 2000-2006 nog met 0,6 miljoen inwonerequivalenten afgenomen, een daling van ruim 19 procent. De technologische verbeteringen zijn het gevolg van strenge Europese wetgeving voor de verwijdering van nutriënten uit het afvalwater.

Grotere zuiveringscapaciteit bij de industrie

De daling van de totale vervuilingswaarde van bedrijven, vooral in de industrie, is gerealiseerd door een uitbreiding van de zuiveringscapaciteit in de jaren tachtig. Daarnaast is ook door maatregelen in de productieprocessen de vervuilingswaarde afgenomen.

Relevantie

Zuurstofbindende stoffen zijn alle in afvalwater voorkomende organische en anorganische verontreinigingen die bij afbraak zuurstof aan het water onttrekken. Bij overmatige lozing van deze stoffen kan de zuurstofhuishouding van het ontvangende oppervlaktewater ernstig worden verstoord waardoor bijvoorbeeld vissterfte kan optreden.

Referenties

Relevante informatie

  • Meer informatie over de lozing van zuurstofbindende stoffen en de belasting van het oppervlaktewater is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Stedelijk afvalwater: lozing van zuurstofbindende stoffen

Omschrijving

De lozing van zuurstofbindende stoffen in afvalwater door huishoudens en bedrijven (per sector), de bestemming van de lozingen (riool, direct op oppervlaktewater), de lozing van het effluent en de totale belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen.

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Berekeningswijze

De gegevens van de lozingen door huishoudens en bedrijven zijn gebaseerd op de door de waterkwaliteitsbeheerders opgelegde aanslagen voor de verontreinigingsheffing in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). De hoeveelheid zuurstofbindende stoffen is uitgedrukt in inwonerequivalenten (i.e.). Een inwonerequivalent komt overeen met het zuurstofverbruik van de verontreinigende stoffen in het afvalwater dat gemiddeld per persoon per etmaal wordt geloosd. Voor huishoudelijk afvalwater is het inwonerequivalent gelijk aan 54 gram Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) per dag. Voor bedrijfsafvalwater wordt uitgegaan van 136 gram Chemisch Zuurstofverbruik (CZV) per dag. De BZV en CZV van afvalwater kan met chemische analyses bepaald worden. De cijfers in de tabel weerspiegelen dus de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die in een bepaald jaar gemiddeld per dag wordt geloosd.

Basistabel

StatLine: Lozing van afvalwater en belasting van het oppervlaktewater CBS (2009a).StatLine: Lozing van afvalwater door huishoudens en bedrijven CBS (2009b).

Geografisch verdeling

Nederland, landsdelen, provincies, stroomgebieden.

Verschijningsfrequentie

Tweejaarlijks.

Achtergrondliteratuur

Lozing van afvalwater (CBS, 2006)

Betrouwbaarheidscodering

B (Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2009). Stedelijk afvalwater: lozing van zuurstofbindende stoffen, 1975-2006 (indicator 0150, versie 08 , 7 juli 2009 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.