Effecten van milieudruk op de natuur: inleiding en beleid

Effecten van milieudruk op de natuur: inleiding en beleid

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator is afgesloten, omdat er overlap is met de indicator "Inleiding natuur en milieu.

Door een te hoge milieudruk verandert de natuur in Nederland. Oorzaken van de veranderingen zijn veelal moeilijk te geven. Diverse nationale en internationale wetten en richtlijnen moeten voor de bescherming van de natuur in Nederland zorg dragen.

Milieudruk leidt tot veranderingen in de natuur

Een te hoge milieudruk heeft veelal nadelige gevolgen voor de natuur:
A. Vermesting, verzuring en verdroging hebben een negatieve invloed op het milieu zodat veel planten- en diersoorten in aantal achteruitgaan.
B. De verspreiding van milieugevaarlijke stoffen als bestrijdingsmiddelen en zware metalen levert een risico van vergiftiging voor planten en dieren.
C. De laatste jaren worden steeds meer soorten uit zuidelijker streken in Nederland aangetroffen; waarschijnlijk is dit het grotendeels gevolg van veranderingen in het klimaat.
D. Door het veranderde bodemgebruik en de versnippering van het landschap verdwijnen geschikte leefgebieden of worden deze steeds kleiner. Hierdoor gaan soorten achteruit of verdwijnen uit Nederland.

Relatie oorzaak-gevolg vaak complex

Precieze oorzaken van de veranderingen in de natuur zijn vaak niet te geven zonder gericht onderzoek. Vaak ontbreekt dergelijk onderzoek. Bijna altijd zijn veranderingen in de natuur een gevolg van een complex van factoren. Ook werken factoren soms indirect (bijvoorbeeld: verdroging van veen leidt ook tot vermesting) of zijn oorzaak en gevolg in tijd en ruimte gescheiden (bijvoorbeeld: verdroging in het ene gebied kan later leiden tot vermindering van kwel in een ander gebied). Hierdoor zijn de oorzaken van veranderingen in de natuur vaak met 'waarschijnlijk' of 'vermoedelijk' aangeduid.

Beleid

Het Nederlandse milieubeleid is in 2001 beschreven in het Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (VROM, 2001). Een groot aantal wetten en nationale en internationale richtlijnen, normen, doelstellingen, etc. moet de kwaliteit van lucht, water en bodem verbeteren. Het Nederlandse natuurbeleid is in 2000 opnieuw vastgelegd in de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' (LNV, 2000). In deze nota vindt een duidelijk herkenbare verbreding van het natuurbeleid plaats. Naast doelstellingen die behoud, herstel en ontwikkeling van natuur en landschap beogen, worden ook doelen geformuleerd voor de sociaal-economische betekenis van natuur en landschap, zoals gebruiksfuncties en hoeveelheid beschikbare natuur per inwoner. Binnen het natuurbeleid zijn de volgende aandachtsgebieden te onderscheiden: gebiedenbeleid, beleid voor de groene ruimte, soortenbeleid en beleid voor de natte natuur.

Bronnen

  • RIVM en Stichting DLO (2002). Nationale Natuurverkenning 2, 2000-2030. Kluwer, Alphen aan de Rijn.
  • MNP (2007). Natuurbalans 2007. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
  • MNP (2007). Milieubalans 2007. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
  • LNV (2000). Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Nota natuur, bos en landschap in de 21e eeuw. Ministerie van LNV, Den Haag.
  • VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van VROM, Den Haag.

Relevante informatie

  • De Natuurbalans beschrijft jaarlijks de toestand van de natuur en de voortgang van het natuurbeleid.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2008). Effecten van milieudruk op de natuur: inleiding en beleid (indicator 0319, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.