Overzicht milieuthema's en effecten op de natuur

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Hieronder een overzicht van de verschillende milieuthema's en hun effecten op natuur.

Klimaatverandering - versterkt broeikaseffect

De mondiale temperatuurstijging door het versterkt broeikaseffect beïnvloedt de verspreiding van planten en dieren. Daarnaast kunnen in de toekomst vooral de zeespiegelrijzing door het afsmelten van de ijskappen aan de polen en de veranderingen in neerslagpatronen grote gevolgen hebben.

Op dit moment wordt het verschuiven van arealen van planten en dieren in de richting van de polen en het hooggebergte steeds duidelijker zichtbaar. In Nederland heeft dit het verschijnen van zuidelijke soorten en mogelijk ook het verdwijnen van noordelijke soorten ten gevolge. De planten- en diersoorten die zich de afgelopen eeuw in Nederland hebben gevestigd en zijn ingeburgerd, zijn voor een groot deel van zuidelijke herkomst, terwijl er niet of nauwelijks soorten van noordelijke herkomst zijn verschenen. Toch kunnen deze verschijnselen niet simpelweg alleen worden toegeschreven aan de mondiale temperatuursstijging. De noordelijke soorten die uit Nederland zijn verdwenen, of op het punt staan te verdwijnen worden vooral getroffen door biotoopverlies. Verder komt een aantal nieuwkomers in Nederland vrijwel alleen voor in sterk door de mens beïnvloede gebieden zoals steden en industriegebieden, en langs wegen. Met het creëren van deze 'versteende' gebieden met een warmer klimaat zijn gunstige voorwaarden ontstaan voor warmteminnende soorten. Desalniettemin zijn er allerlei voorbeelden van toenemende zuidelijke soorten buiten de stedelijke gebieden, zoals de wespenspin, de eikenprocessierups, de paddestoel plooivlieswaaiertje en korstmossen. Ook in het aquatische milieu zijn soorten verschenen van zuidelijke herkomst zoals de kleine heremietkreeft, druipzakpijp en enkele vissoorten. Naast areaalverschuivingen zijn ook veranderingen in het tijdstip van groeien en bloeien van planten en het broedseizoen van vogels waarneembaar.

Vermesting en verzuring

Vermestende en verzurende stoffen maken het milieu voedselrijker en zuurder. De effecten van deze stoffen zijn moeilijk te scheiden omdat een deel van de verzurende stoffen ook vermestend werkt. De toename van de voedselrijkdom en zuurgraad heeft grote invloed op de natuur, met name op het voorkomen van plantensoorten. Ook kunnen indirecte effecten zichtbaar zijn. Zo heeft een lagere concentratie vermestende stoffen in het oppervlaktewater van de Randmeren invloed op het voorkomen van aquatische planten en indirect op het voorkomen van watervogels.

Verzurende stoffen hebben een negatieve invloed op myccorhizavormende paddestoelen. De laatste jaren is er enig herstel opgetreden. Korstmossen die gevoelig zijn voor zwaveldioxide hebben sterk geprofiteerd van de afgenomen aanvoer van verzurende stoffen. Lokaal is er een negatieve invloed van ammoniak op korstmossen zichtbaar. 

Verzuring en vermesting, maar ook verdroging zijn de oorzaken van de achteruitgang van karakteristieke venvegetaties.

Verspreiding van milieugevaarlijke stoffen

Door toedoen van de mens komen in het milieu stoffen voor die daar van nature niet of slechts in zeer lage concentraties thuishoren. Sommige van deze stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen, zware metalen, PCB's, dioxinen en stookolie zijn schadelijk voor dieren en planten.

De afgelopen decennia zijn er verscheidene voorbeelden geweest waarbij milieugevaarlijke stoffen een nadelig effect hadden op de natuur. In de jaren zestig namen de roofvogels en grote stern af door vergiftiging met organochloorverbindingen. Zeevogels hebben last van stookolie, schelpdieren van aangroeiwerende verven, en zeehonden tot voor kort van PCB's. Door een gerichte aanpak van de betreffende lucht-, water- en bodemverontreinigingen hebben de populaties van een aantal soorten zich weer hersteld.

Verdroging

Door drinkwaterwinning in de duinen is het oppervlak vochtige en natte duinvalleien sterk afgenomen, hetgeen geleid heeft tot de achteruitgang van sommige soorten, zoals de grote parelmoervlinder. Om de drinkwatervoorraad aan te vullen vindt in de duinen infiltratie van gezuiverd rivierwater plaats. Door infiltratie is het oppervlak riet toegenomen, waarvan sommige vogelsoorten hebben geprofiteerd.

Ook in andere gebieden in Nederland gaat men er soms toe over bij grote droogte gebiedsvreemd verontreinigd water binnen te laten, hetgeen kan leiden tot vermesting van het grond- en oppervlaktewater.

Verdroging leidt indirect in meer gevallen tot toename van de vermesting. In de veengebieden vindt bij verdroging een versnelde afbraak van organisch materiaal plaats, hetgeen leidt tot extra voedingsstoffen in bodem en water. De heiden zijn vergeleken met vroeger veel droger waardoor soorten van vennen en vochtige en natte heiden zijn afgenomen. Tot slot zijn ook veel vochtige en natte graslanden verdwenen door verdroging, meestal in combinatie met vermesting. De zilveren maan, een vlindersoort, is hier zeer gevoelig voor.

Verdroging in hogere gebieden beïnvloedt ook de omringende lagere biotopen. Zo kan het leiden tot een vermindering van basenrijk kwelwater in lagere gebieden, waarvan een aantal plantensoorten afhankelijk zijn. Het huidige beleid is gericht op een hydrologisch en ecologisch herstel van verdroogde gebieden. In veel gebieden vindt daardoor nu weer vernatting plaats.

Versnippering

Eén van de bedreigingen voor het voortbestaan van planten en dieren is de versnippering van het geschikte biotoop. Versnippering kan met name bij soorten die afhankelijk zijn van grote aaneengesloten gebieden en bij soorten met een geringe verspreidingsmogelijkheid van grote invloed zijn.

Heide en moerassen zijn in Nederland steeds meer versnipperd geraakt. Naast de verdeling over grote en kleine gebieden speelt ook de afstand tussen de gebieden en de barrières tussen de gebieden een rol. Eén van de barrières voor veel soorten is het dichte wegennet in Nederland, gekoppeld aan een toenemende verkeersintensiteit. Het verkeer heeft ook een directe invloed op dieren omdat er in het verkeer veel slachtoffers vallen, zoals de das.

Het beleid is erop gericht de versnippering terug te dringen. Belangrijke instrumenten zijn de vorming van de ecologische hoofdstructuur (EHS) met aaneengesloten gebieden en verbindingszones en de aanleg van allerlei faunapassages bij wegen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven

-

Omschrijving

-

Verantwoordelijk instituut

-

Berekeningswijze

-

Basistabel

-

Geografische verdeling

-

Verschijningsfrequentie

-

Betrouwbaarheidscodering

-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
08
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
07

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Overzicht milieuthema's en effecten op de natuur (indicator 0329, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.