Gezondheidseffecten door milieufactoren in Nederland

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Blootstelling aan verschillende milieufactoren veroorzaakt naar schatting tot zo'n 2 tot 5% van de totale ziektelast in Nederland. De belangrijkste factoren zijn fijn stof in lucht, geluidhinder en UV-straling.

Omvang gezondheidsverlies door milieufactoren

Volgens recente schattingen kan ongeveer 2 tot 5% van de totale ziektelast in Nederland aan het fysieke milieu worden toegeschreven. Deze schatting is gebaseerd op het milieugerelateerde gezondheidsverlies dat wordt veroorzaakt door korte termijn luchtverontreiniging (fijn stof, ozon), geluid, straling (UltraViolette straling en radon) en vocht in huizen. Inclusief de relatief onzekere effecten van langetermijnblootstelling aan fijn stof kan het zelfs om iets meer dan 10% gaan (Knol en Staatsen, 2005). Van de onderzochte milieufactoren dragen vooral langdurige blootstelling aan fijn stof en geluid mogelijk belangrijk bij aan de milieugerelateerde ziektelast.
De lange lijst van mogelijk schadelijke milieufactoren uit Zorgen voor morgen (RIVM, 1988) is flink ingekort. Dit komt enerzijds door het voortschrijdend inzicht in de onschadelijkheid van bepaalde milieufactoren, en anderzijds doordat de niveaus van blootstelling door succesvol milieubeleid aanzienlijk zijn gereduceerd (RIVM, 2000). Ondanks deze successen blijven er milieufactoren aanwezig die gezondheidsschade veroorzaken.
Overzicht milieugerelateerde gezondheidsrisico's

Ongerustheid over gezondheidseffecten door milieufactoren

De samenleving stelt de laatste jaren in toenemende mate vragen over milieufactoren, die een bedreiging voor de volksgezondheid zouden kunnen betekenen, maar waarover nog onvoldoende bekend is. Denk aan zendmasten, UMTS, exogene oestrogenen (hormoonontregelende stoffen) en genetisch gemodificeerde organismen. Het kabinet neemt deze ongerustheid serieus en stimuleert onderzoek naar de effecten van deze factoren op de gezondheid. Daarnaast is de overheid bezig met het verbeteren van de communicatie tussen overheid en burgers (zie ook onder 'Beleid', het actieprogramma Gezondheid en Milieu).
Zie het Kompas Volksgezondheid voor meer informatie over hormoonontregelende stoffen zoals oestrogenen.

Beleid op het gebied van gezondheid en milieu

Het kabinet wil het beleid op het gebied van milieu en gezondheid versterken. Daartoe is in 2002 door de ministeries van VROM en VWS het Actieprogramma Gezondheid en Milieu gestart (VROM, 2002). Met het actieprogramma voldoet Nederland aan de afspraak die in WHO-verband is gemaakt om een National Environmental Health Action Plan (NEHAP) op te stellen. Het actieprogramma loopt door tot 2006 en richt zich uitdrukkelijk op die zaken die naast het reguliere beleid extra aandacht vragen. Het gaat hierbij om de volgende vier thema's:

  • het binnenmilieu in gebouwen;
  • de lokale leefomgeving;
  • risicocommunicatie met burgers;
  • algemene verbeteringen van milieu- en gezondheidsbeleid.


In de voortgangsrapportage, die in mei 2004 naar de Tweede Kamer is gestuurd, staat beschreven welke acties in gang zijn gezet, wat dit tot nu opgeleverd heeft, en welke vervolgacties gepland zijn (VROM, 2004). Voorbeelden van acties:

  • bepaling van advieswaarden voor het binnenmilieu (RIVM, 2004);
  • ontwikkeling van het Beoordelingskader Gezondheid en Milieu, waarmee snel de aspecten rond een risicoprobleem in kaart kunnen worden gebracht (RIVM, 2004);
  • ontwikkeling website Gezondheid en Milieu door het RIVM (http://www.rivm.nl/gezondheidenmilieu/);
  • VROM onderhoudt een website over het actieprogramma Gezondheid en Milieu.

Effecten van milieu op de volksgezondheid in historisch perspectief

De gezondheid in Nederland is in de laatste 150 jaar aanzienlijk verbeterd. Zo is de levensverwachting in deze periode meer dan verdubbeld: van ruim 35 tot ongeveer 77 jaar. Deze ontwikkeling wordt voor een belangrijk deel verklaard door een toegenomen kwaliteit van de milieuhygiënische infrastructuur zoals drinkwatervoorziening, riolering en afvalverwijdering en van de huisvesting (binnenmilieu). Daarnaast leveren factoren zoals de toegenomen welvaart, de verbeterde gezondheidszorg (vaccinatieplicht, technologie) en het steeds verder uitgewerkte stelsel van gezondheidsbescherming (milieu, voeding, arbeid) een belangrijke bijdrage.
Op het gebied van levensverwachting is dus al veel bereikt. Daarom verschuift de aandacht nu van 'langer leven' naar 'kwaliteit van leven'. Hetzelfde geldt voor het domein van volksgezondheid en milieu (Gezondheidsraad, 1999).

Bronnen

  • Gezondheidsraad (1999). Public health impact of large airports. Adviesnummer 1999/14E, Den Haag.
  • Knol A.B. en B.A.M. Staatsen (2005). Trends in the environmental burden of disease in the Netherlands, 1980 - 2020. RIVM rapport 500029001. Bilthoven
  • RIVM (1988). Zorgen voor Morgen. Nationale Milieuverkenning 1985-2010. Bilthoven.
  • RIVM (2000). Nationale Milieuverkenning 5 2000-2030. Samsom bv, Alphen aan den Rijn.
  • RIVM (2004). Gezondheidkundige advieswaarden binnenmilieu. RIVM rapport 609021029. Bilthoven.
  • RIVM (2004). Beoordelingskader Gezondheid en Milieu: GSM-basisstations, Legionella, radon, fijn stof en geluid door wegverkeer. RIVM rapport 609031001. Bilthoven
  • VROM/VWS (2002). Actieprogramma Gezondheid en Milieu. Uitwerking van een beleidsversterking. Ministerie van VROM/Ministerie van VWS (rapportnummer: VROM 020396/05-02 21767/206), Den Haag.
  • VROM/VWS (2004). Actieprogramma Gezondheid en Milieu. 1e Voortgangsrapportage. Ministerie van VROM/Ministerie van VWS. Den Haag

Relevante informatie

  • Op de website Gezondheid en Milieu van het RIVM (http://www.rivm.nl/gezondheidenmilieu/) staat informatie over gezondheidseffecten door tal van milieufactoren.
  • In het Kompas Volksgezondheid en de Atlas Volksgezondheid vindt u nog veel meer informatie over gezondheid van Nederlanders, de oorzaken van ziekten en aandoeningen en de gezondheidszorg in Nederland.
  • Gezondheidsraad (2002). Gezondheidsraadadviezen over de invloed van milieufactoren op de gezondheid 1975 - 2000. Den Haag: Gezondheidsraad, publicatie nr. 2000/23.
  • GG & GD Amsterdam (1996). Handboek binnenmilieu. GG & GD, Amsterdam.
  • Landelijke Vereniging voor GGD'en (1996). Handboek buitenmilieu.
  • Pauli, A., L. Hakkinen, and L. Virrankoski, (1997). Coordination through cooperation in Environment and health research. Programme Commitee for Environment and Climate Research Programme/COPEC.
  • TNO (2001). Milieu en gezondheid 2001-overzicht van risico's, doelen en beleid; TNO rapport 2001.95. TNO preventie en Gezondheid, Leiden.
  • The ESF Scientific Programme on Environment and Health, 1999.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
In een DALY berekening wordt het aantal mensen dat een bepaalde aandoening heeft ten gevolge van blootstelling aan een milieufactor vermenigvuldigd met de tijd dat ze de aandoening hebben (of de levensduurverkorting in geval van sterfte) en de ernst van de aandoening (variërend van 0 voor perfecte gezondheid tot 1 voor sterfte). Op deze manier kunnen zowel ziekte als sterfte in één getal worden uitgedrukt, waardoor milieugezondheidsproblemen kunnen worden vergeleken en beleid op dat terrein kan worden gepland of geëvalueerd. DALYs zijn een vereenvoudiging van een zeer complexe werkelijkheid, waardoor de maat slechts een zeer ruwe indicatie geeft van (milieu-gerelateerd) gezondheidsverlies.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Gezondheidseffecten door milieufactoren in Nederland (indicator 0337, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.