Energieprestatieadvies (EPA) voor woningen

Beleid

De overheid stimuleert het nemen van energiebesparende maatregelen in woningen door middel van het Energieprestatieadvies (EPA). Indien het advies wordt opgevolgd wordt subsidie verleend op het advies zelf en wordt de Energiepremieregeling (EPR-subsidie) die voor deze maatregelen geldt met 25% verhoogd (regeling 2002). Het doel van het beleid is om in 2010 een emissiereductie te behalen van 2 miljard kg CO₂ (VROM, 1999; VROM en Novem, 2002). Om deze doelstelling te behalen zal in 2010 ongeveer tweederde van de bestaande woningen van een EPA moeten zijn voorzien, waarbij de te treffen maatregelen moeten leiden tot een reductie in het energiegebruik van 30% ten opzichte van 1995 (VROM en Novem, 2002; Jeeninga (2001).Het geld dat voor de uitvoering van de adviezen nodig is, is afkomstig uit de opbrengsten van de regulerende energiebelasting (REB). Voor energie-efficiënte apparaten in het huishouden is een premieregeling ingevoerd. Dit betreft een ander onderdeel van de EPR. Nieuwbouwwoningen en -kantoren moeten voldoen aan de Energieprestatienorm. Hierdoor worden nieuwe gebouwen steeds zuiniger.

Ontwikkelingen

Het aantal woningen waarvoor een advies is afgegeven blijft enigszins achter bij het beoogde aantal. Circa 85% van de woningen waarvoor een EPA is gerealiseerd, is in bezit van professionele verhuurders. Het aantal adviezen voor eigenaar-bewoners blijft hier sterk bij achter. Als oorzaken worden genoemd: het vrijblijvend karakter van de maatregel in combinatie met een vrij hoge doelstelling van het instrument, de gevraagde tijdsinvestering van de consument, het niet-kostendekkend zijn van de EPA-subsidie (voor 2002 overigens achterhaald) en de onbekendheid van deze subsidieregeling (De Jong, 2002).