Zwarte stern en kwaliteit van moerassen
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De zwarte stern is in de tweede helft van de 20e eeuw sterk achteruitgegaan door het verdwijnen van krabbescheer. Ondanks diverse maatregelen heeft de soort zich nog niet helemaal hersteld.
Ontwikkeling
Rond 1950 waren er landelijk ca. 15.000 broedparen van de zwarte stern. Inmiddels is het aantal minder dan tien procent daarvan. Het aantal is vanaf 1990 geleidelijk gedaald, waarna een herstel is opgetreden.
De zwarte stern komt vooral voor in moerasgebieden in het laagveengebied en het rivierengebied. De soort heeft water nodig met een krabbescheervegetatie om te nestelen en in de buurt daarvan insectenrijke graslanden om voedsel te zoeken. Krabbescheer komt in moeras voor en in sloten in het agrarische gebied als open water gaat verlanden.
Tussen 1960 en 1990 is krabbescheer sterk achteruitgegaan doordat het oppervlaktewater te voedselrijk werd; recent breidt deze plantensoort zich echter weer wat uit. Zwarte sterns gebruiken tegenwoordig ook de aangeboden kunstmatige nestplaatsen (vlotjes) als vervanger van krabbescheer. Ook worden zwarte sterns verstoord door waterrecreatie. Nesten worden soms overvaren en door de golfslag van boten kunnen eieren uit het drijvende nest in het water terechtkomen.
Waarschijnlijk is het herstel vanaf 1998 het gevolg van de toename van krabbescheer en het gebruik van kunstmatige nestplaatsen.
De zwarte stern staat op de Rode Lijst van vogels.
Bronnen
- Dijk, A.J. van, L. Dijksen, F. Hustings, K. Koffijberg, R. Oosterhuis, C. van Turnhout, M.J.T. van der Weide, D. Zoetebier en C.L. Plate (2006). Broedvogels in Nederland 2004. SOVON-monitoringrapport 2006/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
- Gelderen, J. van (1995). De wereld van de Zwarte Stern. Van Reemst Uitgeverij. 's Hertogenbosch.
- Winden, J. van der, W. Hagemeijer en R. Terlouw (1996). Heeft de Zwarte Stern Chlidonias niger een toekomst als broedvogel in Nederland? Limosa, 69(4):149-164.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De gegevens zijn ontleend aan het landelijke broedvogelmeetnet van het Netwerk Ecologische Monitoring. De cijfers betreffen de landelijke aantalontwikkelingen.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2006). Zwarte stern en kwaliteit van moerassen (indicator 1153, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.