Huismus in steden, 1990-2012

Huismus in steden

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator is in 2014 afgesloten, maar de figuur en informatie is opgenomen in de indicator Stadsvogels.

De huismus gaat door diverse oorzaken achteruit in het stedelijke gebied.

Stand huismus gehalveerd

De stand van de huismus is in de afgelopen twintig jaar meer dan gehalveerd. Ook in omliggende landen gaat de huismus achteruit. De oorzaken zijn waarschijnlijk divers. Vermoedelijk speelt de afname van met kruiden begroeide overhoekjes en braaklandjes een rol. Daarin komen insecten voor die de mussen voor hun jongen nodig hebben. Vooral in binnensteden is er nog weinig braakland over en de afstand van de binnensteden tot zulke terreinen aan de rand van steden wordt steeds groter bij groeiende steden. Misschien speelt ook de renovatie van oude steden een rol doordat het moeilijker wordt om nesten te maken in de nieuwe daken. Daarnaast worden de predatie door huiskatten en sperwers als oorzaken van achteruitgang genoemd.
De achteruitgang lijkt echter tot stilstand gekomen, want de laatste 10 jaar is de trend van de huismus stabiel.

Rode lijst

De huismus is inmiddels zo sterk achteruitgegaan dat deze op de Rode lijst vogels terecht is gekomen.

Bronnen

  • Boele, A., J. van Bruggen, A.J. van Dijk, F. Hustings, J. W. Vergeer. L. Ballering en C.L. Plate (2013). Broedvogels in Nederland in 2011. Sovon-rapport 2013/01. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
  • Crick, H.Q.P., R.A. Robinson, G.F. Appleton, N.A. Clark en A.D. Rickard (Eds.) (2002). Investigation into the causes of the decline of the starlings and house sparrows in Great Britain. BTO-Research report no 290. BTO, Thetford.
  • Dijk, A.J. van, A. Boele, F. Hustings, K. Koffijberg en C.L. Plate (2010). Broedvogels in Nederland in 2008. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
  • Heij, C.J. (2001). Mussen in de knel. Natura, 98 (3): 76-78.
  • Hole, D.G., M.J. Whittingham, R.B. Bradbury, G.Q.A. Anderson, P.L.H. Lee, J.D. Wilson en J.R. Krebs (2002). Whitespread local house-sparrow extinction. Nature 418: 931.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Huismus in steden
Omschrijving
Ontwikkeling van de populatie huismussen in de stad
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De gegevens van de huismus zijn afkomstig uit het landelijke broedvogelmeetnet van het Netwerk Ecologische Monitoring. De indexcijfers betreffen het stedelijke gebied.
Basistabel
Zie tabblad figuurdata onder Download figuurdata
Geografische verdeling
Nederland, stedelijk gebied
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Boele, A., J. van Bruggen, A.J. van Dijk, F. Hustings, J. W. Vergeer. L. Ballering en C.L. Plate (2013). Broedvogels in Nederland in 2011. Sovon-rapport 2013/01. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2014). Huismus in steden, 1990-2012 (indicator 1195, versie 12, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.