Planologische bescherming van landschappen
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
De indicator 'Planologische bescherming van landschappen' is vervallen omdat hiervoor geen beleidscategorie meer is in de Nota Ruimte. Hiervoor in de plaats zijn de Nationale Landschappen gekomen.
Er zijn gebieden aangewezen waar het landschap wordt beschermd tegen ongewenste ontwikkelingen.
Toestand
Om landschappen te beschermen tegen ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen geldt in sommige gebieden een vorm van planologische bescherming die in een Planologische Kernbeslissing (PKB) is vastgelegd. Deze PKB-bescherming gebeurt door (1) het restrictieve gebieden beleid of (2) door de regeling 'Gebieden van Behoud en Herstel Bestaande Landschapskwaliteit'.
Beleidsdoelen
In de restrictieve gebieden uit de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening extra (VINEX) wil de overheid verstedelijking van het landelijk gebied tegengaan. Er zijn restrictieve gebieden waarvoor het rijk verantwoordelijk is en er zijn restrictieve gebieden waarvoor de provincies verantwoordelijk zijn. De restrictieve gebieden liggen vooral in het deel van Nederland waar de verstedelijkingsdruk hoog is. In deze gebieden mag geen verstedelijking plaatsvinden buiten de in de streekplannen aangegeven bebouwingscontouren.De regeling 'Gebieden van Behoud en Herstel Bestaande Landschapskwaliteit' uit het eerste Structuurschema Groene Ruimte is gericht op het instandhouden van landschappelijke kenmerken, zoals reliëf, verkavelingspatronen en patronen van wegen en waterlopen. Deze gebieden zijn aangewezen vanwege hun aardkundige en cultuurhistorische waarden en liggen door heel Nederland verspreid.
Evaluatie
Uit een evaluatie van het restrictief beleid van de VINEX blijkt dat het niet krachtig genoeg is om de verstedelijking volledig tegen te gaan. Het restrictief beleid blijkt echter wel in staat verstedelijking af te remmen. Veertig procent van de initiatieven tot ruimtelijke ingrepen binnen de restrictieve gebieden valt af voordat ze formeel in behandeling worden genomen. In de uiteindelijke procedure valt opnieuw bijna 40% af. Het gevolg is dat de verstedelijking in het Groene Hart in 1995-1999 (één van de restrictieve gebieden) met 0,3% toenam, terwijl die elders in Zuid-Holland 0,85% bedroeg en in Utrecht 1,0%.
Bronnen
- During, R. en P.H. Kersten (2000). Wonderlijke zelfbinding of verborgen calculatie. Onderzoeksverslag van de werking van het restrictief beleid uit de VINEX/VINAC. Alterra. Wageningen.
- Hazendonk, N.F.C., E.J. van Beusekom en B.L. Looise (2000). Landschap in feiten en cijfers. Expertisecentrum LNV. Wageningen.
- LNV (1995). Structuurschema Groene Ruimte: het landelijk gebied de moeite waard. Deel 4: Planologische Kernbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Den Haag.
- VROM (1992). Vierde nota over de ruimtelijke ordening extra; deel 4: Planologische Kernbeslissing Nationaal Ruimtelijk Beleid. Ministerie voor Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Den Haag.
- Wit, A.J.W. de en H.A.M. Thunnissen (2001). Veranderend grondgebruik beter te monitoren. VI Matrix, 2001: 5-7.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De kaart toont de restrictieve gebieden uit de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening extra en de 'Gebieden van Behoud en Herstel Bestaande Landschapskwaliteit' uit het Structuurschema Groene Ruimte.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). Planologische bescherming van landschappen (indicator 1344, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.