Natuurbeleid en natuurbescherming

Zichtbaarheid en invloed op landschapswaardering van windturbines, 2012

Windturbines die op het land zijn geplaatst, zijn in een vijfde deel van het Nederlandse landschap zichtbaar en van invloed op de waardering van het landschap. De omvang van het gebied waarbinnen ze zichtbaar zijn, is de afgelopen decennia toegenomen, maar kon niet goed worden gemeten omdat de beschikbare gegevens onvoldoende betrouwbaar zijn.

Invloed van windturbines op landschapswaardering is zeer verschillend

Hoge elementen zoals windturbines kunnen de waardering van het landschap negatief beïnvloeden. In hoeverre ze de waardering beïnvloeden, is vooral afhankelijk van de zichtbaarheid. Hoe hoger de windturbine, hoe dichterbij en hoe minder beplanting en andere bebouwing het element aan het zicht onttrekt, hoe beter deze zichtbaar is. Welk effect de zichtbaarheid van en de afstand tot een windturbine precies heeft op een bepaalde locatie is van vier andere factoren afhankelijk. Allereerst is de belevingswaarde van het landschap van belang. Hoe mooier het oorspronkelijke landschap of hoe minder de windturbine past bij de identiteit van dat landschap, des te groter het verstorende effect op waardering door de nieuwe elementen. Daarbij speelt ook de zichtbaarheid van andere objecten met een negatieve invloed op de landschapswaardering een rol. Dit betekent dat het bouwen van het eerste zichtbare object het grootste effect heeft; toevoegen van meer elementen versterkt dat effect nauwelijks. Ook de plaatsing ten opzichte van elkaar, andere objecten en bestaande landschapsstructuren, en vormgeving van windturbines, zoals kleur- en materiaalgebruik, kan invloed hebben op de belevingswaarde. Dit is echter nog nauwelijks gekwantificeerd in belevingsonderzoek. Tot slot is bekend dat de mate waarin personen betrokken zijn bij de windturbine de waardering beïnvloedt. Een eigen windturbine stoort niet.

Relatie zichtbare hoge bouwwerken en waardering landschap

Het effect van windturbines op de waardering van het landschap is goed bekend. Als honderd meter hoge windturbines zichtbaar zijn, ligt de waardering van het landschap binnen 1,5 km van de turbine met een derde lager dan wanneer er geen windturbine zichtbaar is. Het effect neemt met de afstand af, maar op 2,5 km afstand is er nog sprake van een afname van de waardering met een kwart. Hoe dit effect precies uitpakt op een locatie is afhankelijk van andere factoren die niet goed op kaart zijn weer te geven. Zo is naar verwachting het effect kleiner in de minder gewaardeerde landschappen van Laag-Nederland (open en in agrarisch gebruik) en landschappen waar al veel andere gebouwde elementen voorkomen zoals haventerreinen en industriegebieden op de Maasvlakte. Ook de precieze plaatsing van de objecten ten opzichte van bestaande landschapsstructuren zoals grote wateren speelt een rol.

Veel windturbines zichtbaar in Flevoland, Noord-Nederland, de kop van Noord-Holland en Zeeland

Bij goede zichtcondities kunnen windturbines tot op 35 km afstand waarneembaar zijn. Bij gemiddelde condities zijn windturbines van 100 m hoog op tien kilometer matig zichtbaar. Op deze afstand beslaan ze slechts een klein deel van het waargenomen beeld, maar door hun (ten opzichte van de omgeving afwijkende) formaat, kleur en beweging trekken ze de aandacht. In ruim een vijfde van het land zijn op land geplaatste windturbines matig tot zeer goed zichtbaar. In Flevoland, het lage deel van Noord-Nederland, de kop van Noord-Holland en in Zeeland zijn veel windturbines zichtbaar. Er zijn veel turbines geplaatst en het landschap is er vlak en open.

Relevante doelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

  • III Waarborgen van een leefbare en veilige omgeving
  • IV Goed systeem van Ruimtelijke Ordening
  • Nationaal belang 10: Ruimte voor behoud en versteking van (intern)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten
  • Nationaal belang 13: Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Zichtbaarheid en invloed op landschapswaardering van windturbines

Omschrijving

De mate waarin belevingswaarde van het landschap (op afstand) beïnvloed wordt door de zichtbaarheid van windturbines

Verantwoordelijk instituut

Wageningen ResearchAuteurs: Wim Nieuwenhuizen (Wageningen Environmental Research) en Joep Dirkx (WOT Natuur & Milieu)

Berekeningswijze

De berekening heeft zich beperkt tot windturbines die op land zijn geplaatst. De zichtbaarheid van windturbines op land is bepaald door het model Viewscape (Meeuwsen & Jochem, 2011). Per gebiedje van 100*100 m is op basis van de hoogte van windturbines (zie CLO indicator 0386) reliëf en het voorkomen van opgaande begroeiing en bebouwing, berekend hoe hoog het object (in graden) boven de horizon uitsteekt. Om rekentechnische reden is een maximale zichtafstand van 10 km gehanteerd. Bij goed zicht is een turbine van 100 m hoog, zichtbaar als 0,2 booggraad.De mate van effect op de belevingswaarde in afhankelijkheid van de afstand tot en de hoogte van de dichtstbijzijnde turbines is ontleend aan De Vries et al. (2012). De aangegeven gradaties in mate van storendheid zijn gebaseerd op dit belevingsonderzoek.

Basistabel

Windturbines, zie onder tabel

Geografisch verdeling

Nederland

Andere variabelen

Zie berekeningswijze

Verschijningsfrequentie

Onregelmatig

Achtergrondinformatie

Er is sprake van een maatschappelijke zorg over verrommeling van het landschap. Of deze verrommeling ongewenst is, op welke plekken dat speelt en welke invloed deze heeft op de waardering van het totale landschap door burgers is hier niet onderzocht. Meer is bekend over de beleving van aspecten van verrommeling. Verrommeling is namelijk, mede door het maatschappelijk debat, een containerbegrip geworden waar het oordeel over geheel verschillende aspecten van het landschap en geheel verschillende ruimtelijke aggregatieniveaus samenkomen. Uit het debat komen de volgende aspecten van verrommeling naar voren (Van der Wulp et al., 2009); * De aanwezigheid of de toename van storende landschapselementen. Dit zijn gebouwde elementen die zich slecht verhouden met het algemeen gewaardeerde beeld van het landschap. Daarbij kan het gaan om zowel het type bouwwerk, de kwaliteit van de vormgeving van het bouwwerk of de bijdrage aan variatie in het landschap. * Het ontbreken van samenhang, verband of duidelijke ordening binnen een gebied. In het debat wordt dit mede toegeschreven aan onvoldoende regie door ruimtelijke ordening in planvorming, uitvoering en handhaving. * Verwaarlozing, verloedering, onverzorgdheid en, meer in het algemeen, onverschilligheid ten opzichte van de kwaliteiten van de openbare ruimte, die zich uit in de vorm van achterstallig onderhoud en gebrekkig beheer van landschapselementen, zoals rommelige erven of verwaarloosde bedrijfsterreinen.* Niet zuinig omgaan met de (open) ruimte, onder meer door onvoldoende regionale afstemming van het aanbod op de ruimtevraag.Deze indicator brengt uitsluitend de zichtbaarheid van afzonderlijke gebouwde elementen inclusief hun effect op de waardering van het landschap in beeld en dus niet het het gecombineerde effect van verschillende objecten. Uit onderzoek is bekend dat vooral infrastructuur, hoge bouwwerken zoals hoogspanningsmasten en windturbines en grote bedrijfsgebouwen, zoals grote stallen en bedrijventerreinen, als storend worden ervaren. Deze update van de indicator heeft zich beperkt tot de storende invloed van windturbines die op land zijn geplaatst. De verstoring door grote bedrijfsgebouwen en windturbines op zee volgt later.

Opmerking

Het is niet mogelijk gebleken om ontwikkelingen in de afgelopen jaren voldoende betrouwbaar zichtbaar te maken in een kwantitatieve indicator. De betrouwbaarheid en actualiteit van de Topografische Kaart 1:10.000 is onvoldoende voor monitoring van kleine gebieden die voor de analyse van zichtbaarheid nodig is. Wel is het aannemelijk, op basis van de areaaluitbreiding van bedrijventerreinen, kassen in het CBS-bestand Bodemgebruik, de uitbreiding van windmolens, zendmasten en de schaalvergroting in de landbouw, dat het areaal landschap waar sprake is van visuele verstoring de afgelopen jaren is toegenomen. De mate van bundeling van dergelijke ontwikkelingen kan wel betekenen dat de toename van storende invloed groter of kleiner is geweest dan de areaaluitbreiding.

Betrouwbaarheidscodering

C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2014). Zichtbaarheid en invloed op landschapswaardering van windturbines, 2012 (indicator 1408, versie 04 , 9 juli 2014 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.