Slakken en andere weekdieren van de Habitatrichtlijn, 2004-2023
In Nederland komen ongeveer 140 soorten landslakken en ongeveer 70 zoetwaterslakken voor. Van drie van de vier Nederlandse slakkensoorten die Europees beschermd worden onder de Habitatrichtlijn nemen de aantallen af. Slakken zijn weekdieren. In de Nederlandse zoete wateren komen naast slakken ongeveer 40 soorten tweekleppigen voor, die ook tot de weekdieren behoren. Eén hiervan, de Bataafse stroommossel, is eveneens Europees beschermd. Deze soort is echter reeds lang geleden verdwenen uit Nederland.
Habitatrichtlijn
De Habitatrichtlijn van de Europese Unie is bedoeld om de biodiversiteit in stand te houden door de wilde flora en fauna en hun habitats te beschermen. Daartoe moeten de lidstaten speciale beschermingsgebieden (Habitatrichtlijngebieden) inrichten en bepaalde planten- en diersoorten en habitats beschermen. De lidstaten rapporteren elke zes jaar hoe de soorten en habitats er voor staan door na te gaan in hoeverre deze een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt. De Europees beschermde soorten staan in bijlage II, IV en V van de Habitatrichtlijn.
Er staan vijf Nederlandse weekdiersoorten op de Habitatrichtlijn: vier slakkensoorten en één zoetwatermosselsoort.
Nauwe korfslak
De nauwe korfslak staat vermeld op bijlage II van de Habitatrichtlijn. De soort komt in Nederland voor in de kustduinen van Bergen aan Zee in Noord-Holland t/m het zuidelijkst deel Zeeland en in duinen en kwelders in het oostelijke waddengebied. Daarbuiten is de soort alleen bekend van enkele plaatsen in Zuid-Limburg en in rivierduinen bij Nijmegen. De soort is echter recent uit deze marginale leefgebieden verdwenen.
De huidige Nederlandse populatie, die vrijwel volledig binnen Natura2000-gebieden voorkomt, is significant sterk in aantallen én areaal afgenomen ten opzichte van de jaren 2004 t/m 2009. De voornaamste oorzaak is het grootschalig herstellen van het habitattype Grijze duinen door afplaggen met als vervolgbeheer begrazing. Vooral begrazing heeft voor grote veranderingen gezorgd in de samenstelling en structuur van de vegetaties en de bodem. In veel gebieden leidde dit tot het ongeschikt raken van de (micro)habitats die voor de Nauwe korfslak cruciaal zijn. Daarnaast is belangrijk biotoop met hoge dichtheden van de soort verloren gegaan door verwijdering van populierachtigen, die voor een permanente kalktoevoer naar de strooisellaag zorgden.
Platte schijfhoren
De platte schijfhoren staat vermeld op bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn. Deze soort leeft in Nederland bij voorkeur in voedselrijk, stilstaand water van onbeschaduwde ondiepe sloten en in plassen en meren met een uitbundige en gevarieerde onderwatervegetatie. De wateren waar de soort voorkomt liggen vooral in veenweidegebieden. De soort wordt regelmatig op plaatsen aangetroffen met kalkrijke kwel. Andere biotopen zijn voedselrijke duin- en laagveenplassen en het overstromingsgebied van de grote rivieren. Ten opzichte van de jaren 2002 t/m 2011 is de soort landelijk significant in areaal afgenomen. Wanneer sloten en andere wateren door eutrofiëring té voedselrijk worden, groeien deze dicht met kroos en kroosvaren. De onderwatervegetatie sterft vervolgens af, waarmee geschikte leefomstandigheden voor de platte schijfhoren verdwijnen. Andere oorzaken van habitatverlies voor deze soort zijn baggeren en dempen van sloten, chemische verontreinigingen, en uitbreiding van bebouwing in van oorsprong agrarisch gebied.
Zegge-korfslak
De zegge-korfslak staat vermeld op bijlage II van de Habitatrichtlijn. In West- en Noordoost-Nederland wordt de soort vooral aangetroffen in onbeschaduwde oevervegetaties van meren en plassen en in verbindingswateren in laagveengebieden, maar ook in oevervegetaties van riviertjes en oude boezems op zowel klei- als veengronden. De soort wordt vooral aangetroffen in ongestoorde oever- en verlandingsvegetaties gedomineerd door grote zeggen. In Limburg en Twente leeft de soort vooral in bron- en moerasbossen in beekdalen onder invloed van kalkrijke kwel. Hier leven de dieren vooral in elzenbroekbos met een ondergroei van grote zeggen. Ten opzichte van de jaren 2002 t/m 2011 is het landelijke areaal beperkt afgenomen. Lokaal zijn wel sterkere afnames vastgesteld als gevolg van verdroging en verruiging van bronbossen, herinrichtingen of ongunstig beheer van oevers zoals klepelen.
Wijngaardslak
De wijngaardslak staat vermeld op bijlage V van de Habitatrichtlijn. De wijngaardslak leeft in tal van biotopen waarin kalk en enige beschutting beschikbaar is. Tot voor kort werd alleen Zuid-Limburg gezien als natuurlijk leefgebied, maar nu wordt een aantal plekken, waar de soort meer als 100 jaar voorkomt, in de kustduinen, binnenduinen en landgoederen ook als natuurlijk leefgebied beschouwd. De trend van deze soort is (nog) niet te bepalen, maar omdat de aanwezigheid van de wijngaardslak op steeds meer plaatsen wordt gemeld, waarvan deze soort voorheen niet bekend was, is het aannemelijk dat de populatie van de wijngaardslak eerder vooruit dan achteruit gaat. Deze toename is ten minste voor een groot deel het gevolg van natuurlijke verspreiding.
Bataafse stroommossel
De Bataafse stroommossel, een tweekleppig weekdier, staat vermeld op bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn. In ons land is de soort sinds 1968 niet meer levend waargenomen. Hoogstwaarschijnlijk is dit het gevolg van de waterverontreiniging van de rivieren in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Door sterke verbetering van de waterkwaliteit in de rivieren en het voorzichtige herstel van enkele populaties in omringende landen, is te verwachten dat deze soort op den duur ook in Nederland weer zal kunnen terugkeren. Er wordt gewerkt aan herintroductie van de soort.
Bronnen
- CBS, 2025. Meetprogramma’s voor flora en fauna. Kwaliteitsrapportage NEM over 2024. Centraal Bureau voor de Statistiek.
- Lente, I. van, A. Boesveld, & A.W. Gmelig Meyling, 2018. ANEM-2018. Eindrapportage. Verslag van monitoring- en verspreidingsonderzoek met betrekking tot de weekdieren van de Europese habitatrichtlijn en trendonderzoek naar Typische soorten van de mariene Europese Habitattypen H1110B en H1160. Stichting ANEMOON, Lisse. 40. pp.
- Boesveld, B. & A.W. Gmelig Meyling, 2018. Monitoring Nauwe korfslak Delflandse Kust in het kader van Nb-wetvergunning Kustversterking Delflandse Kust. Vijfde inventarisatiejaar (winter 2017-2018) en trends over periode 2013-2014 t/m 2017-2018. Stichting ANEMOON, Lisse. 26 pp.
- Ark, 2024. Werk aan terugkeer Bataafse stroommossel van start https://arkrewilding.nl/nieuws/2024/werk-aan-terugkeer-bataafse-stroomm…
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Weekdieren van de Habitatrichtlijn, 2004-2023
- Omschrijving
Verspreiding van weekdieren van de Habitatrichtlijn
- Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
Indicator
De aantalsgegevens van de nauwe korfslak zijn ontleend aan het meetprogramma voor weekdieren van het Netwerk Ecologische Monitoring. Voor de analyse was het nodig om meetgegevens van meerdere jaren samen te voegen. De perioden voor de nauwe korfslak zijn: 2004-2009, 2010-2014, 2015-2018 en 2019-2023. Indexcijfers over populatie-aantallen zijn per periode bepaald met Poisson regressie (software TRIM; Methode indexcijfers (TRIM)).
Verspreidingsgegevens van zegge-korfslak en platte schijfhoren zijn eveneens ontleend aan het meetprogramma voor weekdieren, en ook voor de analyse van deze gegevens was het nodig om meetgegevens van meerdere jaren samen te voegen. Deze perioden zijn: 2002-2011, 2012-2017 en 2018-2023. Met de gegevens zijn voor beide soorten indexcijfers in verspreiding (het aantal bezette kilometerhokken) per periode bepaald met occupancy-modellen.
Verspreidingskaarten
Naast de systematisch verzamelde verspreidingsgegevens ontleend aan het meetprogramma voor weekdieren zijn voor de verspreidingskaarten ook gegevens uit de Nationale Database Flora & Fauna gebruikt. Gebruik van gegevens uit de NDFF is beperkt tot waarnemingen van levende exemplaren in natuurlijk habitat.
- Basistabel
De indexen van de afzonderlijke soorten met hun trendklasse staan op het tabblad afzonderlijke soorten onder download data.
- Geografische verdeling
Nederland
- Andere variabelen
Geen
- Verschijningsfrequentie
Onregelmatig
- Achtergrondliteratuur
Boesveld 2013. Onderzoek naar het belang van 14 vegetatietypen voor de Nauwe korfslak in Meijendel en Berkheide en de verspreiding van deze soort in dit Natura2000-gebied. Stichting ANEMOON, Lisse. 47 pp.
Boesveld 2013. Onderzoek naar de gevolgen van oude beheermaatregelen en ‘herstelingrepen’ voor Nauwe korfslak in Meijendel en Berkheide en de bescherming van leefgebieden. Stichting ANEMOON, Lisse.
Kleef, H. van, A. Boesveld, A. Gmelig Meyling, K. van Bochove, J. Vogels & M. Nijssen 2023. Verspreiding, trends en ecologie van de nauwe korfslak in Zeeland. Stichting Bargerveen & Stichting ANEMOON. Nijmegen & Lisse. 76 pp.Gmelig Meyling, A.W., R.H. de Bruyne & A.D.P van Peursen, 2017. Geen half werk voor de Wijngaardslak. Pleidooi voor landelijk onderzoek. Zoekbeeld 7(1):19-21.
- Opmerking
Toelichting legenda kaart: Waargenomen sinds 2018 = er is ten minste één levend individu van de soort in de periode 2018 t/m 2023 in het 10x10 km-hok waargenomen; Nulwaarneming sinds 2018 = in de periode 2018 t/m 2023 is ondanks voldoende onderzoek in het potentieel leefgebied geen enkel exemplaar van de soort waargenomen; Actueel + potentieel leefgebied: alle 10x10 km-hokken waar de soort voortkomt of voorkwam en alle 10x10 km-hokken waar de soort op grond van het geschikte biotoop voor zou kunnen komen.
- Betrouwbaarheidscodering
Anders
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2025). Slakken en andere weekdieren van de Habitatrichtlijn, 2004-2023 (indicator 1415, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.