Soortbescherming en leefgebiedenbenadering

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De leefgebiedenbenadering is een nieuwe vorm van soortenbeleid. Bescherming van soorten vindt vooral plaats door bescherming van leefgebieden. Het betreft ruim 400 soorten. De vaatplanten, vogels, insecten, paddenstoelen en vissen zijn met de grootste aantallen vertegenwoordigd.

Nieuwe aanpak soortenbeleid

Het ministerie van LNV voerde de afgelopen jaren een beleid gericht op instandhouding van soorten. Het belangrijkste instrument daarvan waren de soortbeschermingsplannen. Deze hebben weliswaar aantoonbare resultaten opgeleverd maar bleken toch onvoldoende effectief. De soortbeschermingsplannen waren onder andere te geïsoleerd ten opzichte van ander beleid in het landelijke gebied en het was teveel gericht op individuele soorten.
Het ministerie van LNV heeft daarom gekozen voor een nieuwe strategie voor het soortenbeleid: de leefgebiedenbenadering.
Deze benadering is een nieuwe aanpak om de bestaande, internationaal afgesproken biodiversiteitsdoelstellingen te realiseren.

Kenmerken leefgebiedenbenadering

De nieuwe aanpak richt zich op groepen van soorten in hun leefgebieden (habitat), in plaats van individuele soorten. Maatregelen die voor één bedreigde soort worden genomen, kunnen ook ten goede komen aan andere soorten.
Met de leefgebiedenbenadering sluiten maatregelen voor soorten zoveel mogelijk aan op andere maatregelen, beleid en plannen in het landelijke gebied en wordt een optimale beleids- en gebiedsintegratie nagestreefd.
Om de verbreding van de verantwoordelijkheid voor het behoud van biodiversiteit te realiseren zullen naast Rijk en provincies zoveel mogelijk andere partijen betrokken bij de uitvoering van het soortenbeleid, bijvoorbeeld waterschappen, gemeenten en projectontwikkelaars.

Selectie van soorten

De vaatplanten, vogels, insecten, paddenstoelen en vissen zijn met de grootste aantallen vertegenwoordigd (zie figuur). De wormen, weekdieren, amfibieën, reptielen, zoogdieren, korstmossen en mossen zijn met minder dan 10 soorten vertegenwoordigd (totaal 33 soorten). Deze aantallen zijn niet in verhouding met de totale soortenrijkdom van de groepen

Bronnen

  • LNV (2007) De leefgebiedenbenadering. Een nieuwe beleidsstrategie voor soorten. Rapport. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Soorten leefgebiedenbenadering
Omschrijving
Soorten leefgebiedenbenadering per plant- of diergroep
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Vaststelling aantal soorten aan de hand van soortentabel
Basistabel
Zie tabblad afzonderllijke soorten onder download figuurdata
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
onregelmatig
Achtergrondliteratuur
LNV (2007) De leefgebiedenbenadering. Een nieuwe beleidsstrategie voor soorten. Rapport. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Opmerking
De soortenlijst wordt jaarlijks bijgesteld
Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
02
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Soortbescherming en leefgebiedenbenadering (indicator 1508, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.