Natuurbeleid en natuurbescherming

Soortbescherming en leefgebiedenbenadering, 2008

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De leefgebiedenbenadering is een nieuwe vorm van soortenbeleid. Bescherming van soorten vindt vooral plaats door bescherming van leefgebieden. Het betreft ruim 300 soorten. De vaatplanten, vogels, insecten, paddenstoelen en vissen zijn met de grootste aantallen vertegenwoordigd.

Nieuwe aanpak soortenbeleid

Het ministerie van LNV voerde de afgelopen jaren een beleid gericht op instandhouding van soorten. Het belangrijkste instrument daarvan waren de soortbeschermingsplannen. Deze hebben weliswaar aantoonbare resultaten opgeleverd maar bleken toch onvoldoende effectief. De soortbeschermingsplannen waren onder andere te geïsoleerd ten opzichte van ander beleid in het landelijke gebied en het was teveel gericht op individuele soorten.
Het ministerie van LNV heeft daarom gekozen voor een nieuwe strategie voor het soortenbeleid: de leefgebiedenbenadering.
Deze benadering is een nieuwe aanpak om de bestaande, internationaal afgesproken biodiversiteitsdoelstellingen te realiseren.

Kenmerken leefgebiedenbenadering

De nieuwe aanpak richt zich op groepen van soorten in hun leefgebieden (habitat), in plaats van individuele soorten. Maatregelen die voor één bedreigde soort worden genomen, kunnen ook ten goede komen aan andere soorten.
Met de leefgebiedenbenadering sluiten maatregelen voor soorten zoveel mogelijk aan op andere maatregelen, beleid en plannen in het landelijke gebied en wordt een optimale beleids- en gebiedsintegratie nagestreefd.
Om de verbreding van de verantwoordelijkheid voor het behoud van biodiversiteit te realiseren zullen naast Rijk en provincies zoveel mogelijk andere partijen betrokken bij de uitvoering van het soortenbeleid, bijvoorbeeld waterschappen, gemeenten en projectontwikkelaars.

Selectie van soorten

De aantal soorten waarvoor in het kader van leefgebiedenbenadering beschermingsmaatregelen worden getroffen, bedraagt 329 soorten.
De vaatplanten, vogels, insecten, paddenstoelen en vissen zijn met de grootste aantallen vertegenwoordigd (zie figuur). De kreeftachtigen, wormen, weekdieren, amfibieën, reptielen, zoogdieren, korstmossen en mossen zijn per groep met minder dan 10 soorten vertegenwoordigd (totaal 35 soorten). Deze aantallen zijn niet in verhouding met de totale soortenrijkdom van de groepen

Referenties

  • LNV (2007) De leefgebiedenbenadering. Een nieuwe beleidsstrategie voor soorten. Rapport. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Soorten leefgebiedenbenadering

Omschrijving

Soorten leefgebiedenbenadering per plant- of diergroep

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekeningswijze

Vaststelling aantal soorten aan de hand van soortentabel

Basistabel

Zie tabblad afzonderllijke soorten onder download figuurdata

Geografisch verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

onregelmatig

Achtergrondliteratuur

LNV (2007) De leefgebiedenbenadering. Een nieuwe beleidsstrategie voor soorten. Rapport. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Opmerking

De soortenlijst wordt jaarlijks bijgesteld

Betrouwbaarheidscodering

A. Integrale weergave

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2009). Soortbescherming en leefgebiedenbenadering, 2008 (indicator 1508, versie 02 , 14 mei 2009 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.