Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra, 2000-2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Het beleid van de Nota Ruimte is gericht op centrumontwikkeling binnen de stedelijke netwerken en binnen de nieuwe sleutelprojecten (NSP's). De dichtheid van functies in de stedelijke centra en op de locatie van nieuwe sleutelprojecten is hoog. De ontwikkeling van de dichtheid van functies binnen de verschillende centra is verschillend. Gemiddeld over alle centra is de dichtheid van functies in de afgelopen periode gelijk gebleven.

Centrum van Amsterdam heeft de hoogste dichtheid

De hoogstedelijke centra hebben een zeer hoge dichtheid van wonen, werken en verkooppunten/ voorzieningen met het centrum van Amsterdam aan kop. De ontwikkelingen van dichtheden binnen de hoogstedelijke centra laten een wisselend beeld zien met gemiddeld over alle centra genomen weinig verandering.

Centra met toegenomen intensiteit ruimtegebruik

Bij een derde deel van de hoogstedelijke centra is de intensiteit met meer dan 2% toegenomen. In de centra van Amersfoort (+12%), Zwolle (+9%), Eindhoven (+6%), Almere, Breda, Nijmegen en Alkmaar (allen ongeveer +5%) is de intensiteit van functies in de periode 2000-2006 duidelijk toegenomen. Deze toename werd vooral veroorzaakt door een toename van het aantal woningen en het aantal banen. De toename in het centrum van Almere is vooral te danken aan een toename van het aantal banen.

Centra met afgenomen intensteit ruimtegebruik

In ruim een kwart van de centra is de intensiteit met meer dan 2% afgenomen. Bij de centra van Venlo, Maastricht, Roermond, Arnhem, Dordrecht, Rotterdam en Tilburg laten is de intensiteit afgenomen. De afname is een gevolg van een afname van het aantal banen en het aantal verkooppunten. Met name in de centra van Venlo en Maastricht zijn relatief veel verkooppunten verdwenen. In het centrum van Arnhem wordt de afname uitsluitend veroorzaakt door een afname van het aantal banen. Stagnerende economische groei heeft een negatief effect op de intensiteit van het ruimtegebruik in stedelijke centra.

Dichtheid binnen stationsomgeving nieuwe sleutelprojecten

De intensiteit van het ruimtegebruik voor wonen, werken en winkelen/voorzieningen ligt binnen de stationsomgevingen van de zes nieuwe sleutel projecten (NSP's) lager dan in de hoogstedelijke centra. De omgevingen van het centraal station van Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben de hoogste dichtheden, de stationsomgevingen van de Amsterdamse Zuidas en Breda hebben relatief lage dichtheden.

Ontwikkeling dichtheid stationsomgeving nieuwe sleutelprojecten

In de periode 2000-2006 zijn er geen grote veranderingen in de intensiteit van het ruimtegebruik binnen de NSP. Gemiddeld genomen blijft de intensiteit gelijk. Binnen de stationsomgeving van Den Haag-Centraal is de dichtheid van functies in de periode 2000-2004 toegenomen. Dit werd veroorzaakt door een toename van het aantal woningen, aantal banen en aantal winkels namen in dezelfde periode af. De stationsomgeving van Rotterdam-Centraal laat een lichte daling zien van de intensiteit. Dit wordt veroorzaakt door een daling van het aantal banen en aantal winkels/horeca in de stationsomgeving. Omvangrijke werkzaamheden in de stationsomgevingen van de NSP's hebben op de korte termijn een negatieve invloed op de intensiteit van het ruimtegebruik.

Centrumvorming essentieel voor stedelijke netwerken

In de Nota Ruimte wordt gesteld dat centrumvorming essentieel is voor de stedelijke netwerken. Centra vergroten de stedelijkheid, vormen de basis voor samenwerking binnen stedelijke netwerken en zorgen voor een betere benutting van bestaand bebouwd gebied in samenhang met (bestaande) infrastructuur en verkeer- en vervoerknooppunten. Het Rijk draagt actief bij aan zes sleutelprojecten voor centrumvorming namelijk: de Zuidas in Amsterdam, Rotterdam Centraal, Utrecht Centraal, Den Haag Centraal en de stationsomgevingen van Arnhem en Breda. Daarnaast wordt ook versterking van andere bestaande centra nagestreefd.

Relevante doelstellingen Nota Ruimte

Uitvoeringsdoelstellingen:

  • Ontwikkeling en versterking van 6 stedelijke centra; ontwikkeling en versterking van centra; optimale benutting van verdichtingsmogelijkheden


Operationele doelstellingen:

  • Ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra; verbeteren van de leefbaarheid en de sociaaleconomische positie van de steden; versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden


Algemene doelstellingen:

  • Versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; krachtige steden

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra
Omschrijving
Intensiteit van het ruimtegebruik (dichtheid van wonen, werken en verkooppunten/ voorzieningen) in stedelijke centra en bij nieuwe sleutelprojecten (NSP's).
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
Als afbakening van stedelijke centra zijn in 2000 als "centrum hoogstedelijk" geclassificeerde gebieden uit de studie Dynamiek van stedelijke milieu's 1996-2002 (Maat et al. 2005) opgenomen. (Het betreft in totaal 193 rastercellen van 250x250m verdeeld over 27 gemeenten). Voor de nieuwe sleutelprojecten is een stationsomgeving met een straal van 700 meter genomen.
Voor deze gebieden is een gemiddelde intensiteitsindex berekend conform de studie Dynamiek van stedelijke milieus 1996-2002 (Maat et al. 2005) voor de jaren 2000, 2004 en 2006. Daarbij is gebruik gemaakt van het aantal woningen (bron CBS), het aantal werkzame personen (bron LISA) en het aantal verkooppunten in detailhandel en horeca (bron Locatus). Deze drie variabelen zijn ingeteld naar een raster van 250x250 meter. Vervolgens is een ruimtelijk voortschrijdend gemiddelde bepaald (focalmean 3x3 cellen) en zijn de resulterende waarden per rastercel genormaliseerd. De celwaarde is uitgedrukt als een percentage van de maximaal voorkomende celwaarde binnen Nederland. Uitschieters zijn afgetopt. De waarde ligt tussen de 0 en 100. De dichtheidsmaat is het gemiddelde van de drie variabelen en ligt theoretisch ook tussen de 0 en 100. Een hoge waarde duidt op een hoge dichtheid van de activiteiten wonen, werken en winkelen/voorzieningen.
Wegens een trendbreuk in de gegevens van het aantal verkooppunten zijn deze pas vanaf 2004 geschikt voor monitoring. Bij de dichtheidsberekeningen voor 2000 zijn daarom de aantallen verkooppunten uit 2004 gebruikt.
Basistabel
CBS WoningregisterLISA vestigingenregisterLocatus verkooppunten
Geografische verdeling
Hoogstedelijke centra en stationsomgeving NSP
Verschijningsfrequentie
-
Achtergrondliteratuur
Maat K., JJ. Harts, M. Zeijlmans van Emmichoven en R. Goetgeluk (2005), Dynamiek van Stedelijke Milieus 1996-2002, Delft/Den Haag: Onderzoeksinstituut OTB/VROM: DG Ruimte.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra, 2000-2006 (indicator 2011, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.