Trend van sprinkhanen en krekels, 1990-2023
De omvang van het verspreidingsgebied van sprinkhaan- en krekelsoorten is sinds 1990 gemiddeld met 27% toegenomen. Echter, bijna de helft van de soorten vertoont juist een neerwaartse trend in verspreiding. Soorten die in Nederland toenemen verspreiden zich voornamelijk vanuit zuidelijke streken. Deze ontwikkeling hangt samen met de opwarming van het klimaat.
Sprinkhanen gemiddeld in verspreiding toegenomen
Nederland kent op dit moment 50 soorten sprinkhanen en krekels. De verspreidingstrend van de soorten in deze soortgroep is sinds 1990 met gemiddeld 27% gestegen. Twaalf van deze 50 soorten zijn nieuw voor ons land. Voorbeelden van nieuwkomers zijn de boomkrekel, kiezelsprinkhaan en het zuidelijk spitskopje. Van de 35 soorten waarvoor trends in verspreiding berekend kunnen worden zijn er 19 soorten die een stabiele of een positieve trend in verspreiding vertonen. Van 16 soorten sprinkhanen neemt de grootte van het verspreidingsgebied echter af, waaronder die van enkele algemene soorten, waaronder boomsprinkhaan en gewoon spitskopje.
Oorzaken
Sinds 2017 is de afname van insecten veel in het nieuws (Hallmann et al. 2017, 2020). Het gaat daarbij met name om achteruitgang in aantallen of biomassa. Het is niet duidelijk of sprinkhanen ook achteruitgaan; over ontwikkelingen in de populatie-omvang van sprinkhaansoorten is geen informatie beschikbaar. Sinds enkele jaren kunnen wel trends in de omvang van het verspreidingsgebied worden berekend.
Er zijn verschillende verklaringen voor de gemiddelde toename in verspreiding van sprinkhaan- en krekelsoorten. Klimaatverandering speelt daarbij een belangrijke rol. Verschillende zuidelijke soorten zijn waarschijnlijk in staat geweest zich in Nederland te vestigen als gevolg van het warmer wordende klimaat. Gelet op het flinke aantal nieuwe soorten dat zich in Nederland gevestigd heeft, is het goed denkbaar dat er nog andere soorten deze kant op zullen komen. Toch zijn er ook soorten waarvan het verspreidingsgebied afneemt. Mogelijk speelt toegenomen concurrentie met opkomende zuidelijke verwanten hierbij een rol (zuidelijke boomsprinkhaan, zuidelijk spitskopje).
Bronnen
- Hallmann, C.A., M. Sorg, E. Jongejans, H. Siepel, N. Hofland, H. Schwan, W. Stenmans, A. Müller, H. Sumser, T. Hörren, D. Goulson, H. de Kroon (2017). More than 75 percent decline over 27 years in total flying insect biomass in protected areas. PLoS ONE 12 (10): e0185809
- Hallmann, C.A., Zeegers, T., van Klink, R., Vermeulen, R., van Wielink, P., Spijkers, H., van Deijk, J., van Steenis, W. and Jongejans, E. (2020), Declining abundance of beetles, moths and caddisflies in the Netherlands. Insect Conserv Divers, 13: 127-139. https://doi.org/10.1111/icad.12377
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Trend in verspreiding van sprinkhanen en krekels
- Omschrijving
Ontwikkeling in de verspreiding van sprinkhanen en krekels als groep
- Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
Er zijn circa 50 inheemse en ingeburgerde soorten sprinkhanen en krekels in Nederland; van 35 soorten is de gemiddelde trend in verspreiding bepaald. We publiceren alleen de cijfers van de soorten waarvan de trend vertrouwd wordt.
De gegevens over sprinkhanen en krekels komen uit de Nationale Database Flora en Fauna en betreffen data van vrijwillige waarnemers. De gegevens zijn verzameld met uiteenlopende methoden en deels zelfs zonder gestandaardiseerde methode. Per soort zijn jaarlijkse indexcijfers van het aantal bezette 1x1 kilometerhokken bepaald met behulp van occupancy modellen (Van Strien et al., 2013).
Groepsindicator
Voor het berekenen van groepsindex worden de gemiddelde verspreiding per soort geïndexeerd, waarbij de schatting in de eerste meetronde de waarde 100 krijgt toegekend. Meetkundig middelen van deze indexen over alle soorten binnen een groep resulteert in een Multi-Species-Index (Van Strien et al., 2016). Meetkundig middelen zorgt ervoor dat een halvering in de bedekking van een soort wordt gecompenseerd door een verdubbeling in de bedekking van een andere soort. Door de gemiddelde indexen is een flexibele trend berekend met een 95% betrouwbaarheidsinterval. Het betrouwbaarheidsinterval is gebaseerd op de betrouwbaarheid van de indexcijfers van de afzonderlijke soorten (Soldaat et al., 2017).
- Basistabel
Indexcijfers van afzonderlijke soorten zijn te vinden onder de download-knop in de figuur.
- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
Tweejaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Soldaat, L., Pannekoek, J., Verweij, R., Turnhout, C. van and Strien, A.J. van (2017). A Monte Carlo method to account for sampling error in multi-species indicators. Ecological Indicators 81: 340-347. https://doi.org/10.1016/j.ecolind.2017.05.033
- Strien, A.J. van et al. (2016). Modest recovery of biodiversity in a western European country: The Living Planet Index for the Netherlands. Biological Conservation 200: 44-50. https://doi.org/10.1016/j.biocon.2016.05.031
- Kleukers, R (2025). Het is weer sprinkhanentijd! Nature Today. https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=34097
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Referentie van deze webpagina
CLO (2025). Trend van sprinkhanen en krekels, 1990-2023 (indicator 3020, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.