Zeegras in Zeeuwse delta en Waddenzee
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De zeegrasvelden in de Zeeuwse delta zijn door de Deltawerken de afgelopen decennia sterk achteruitgegaan. In de Waddenzee zijn vrijwel alle zeegrasvelden verdwenen na een epidemie in de eerste helft van de 20e eeuw.
Ontwikkeling Zeeuwse delta
In de zeventiger en tachtiger jaren kwam meer dan 4000 ha zeegras (zowel groot als klein zeegras) voor in de Grevelingen en Oosterschelde, en een geringere hoeveelheid in het Veerse Meer. Thans is daar vrijwel niets meer van over. De met klein zeegras begroeide oppervlakte in de Zeeuwse Delta is in 20 jaar tijd met 90% afgenomen, terwijl voor groot zeegras de afname 98% bedraagt. De belangrijkste oorzaak van de afname is het verdwijnen van de toevoer van zoet water via het Hollands Diep en de Brabantse riviertjes. Omdat dit water door de Deltawerken het Grevelingenmeer en de Oosterschelde niet meer bereikt, is het water te zout geworden voor zeegras. De (zeer recente) achteruitgang in het Veerse Meer is het gevolg van sterke algenbloei in dit meer, waardoor de helderheid van het water afgenomen is tot vrijwel nul.
Ontwikkeling Waddenzee
In 1869 was de totale oppervlakte zeegras in de Waddenzee 6000 ha. Rond 1930 kwamen in grote delen van de westelijke Waddenzee velden van (breedbladig) groot zeegras voor (zie de kaart). Aan het begin van de dertiger jaren verdwenen de zeegrasvelden. Tegenwoordig zijn er nog enige veldjes van smalbladig groot zeegras en klein zeegras te vinden bij Terschelling en in de Eemsmonding bij Delfzijl.Zeegras ging in de dertiger jaren in het gehele Noord-Atlantische gebied sterk achteruit. Dat wordt over het algemeen toegeschreven aan een verwoestende epidemie van een eencellige parasiet. Hierdoor is het breedbladig groot zeegras uit Nederland verdwenen. Waarschijnlijk hebben ook de afname van zoetwatertoevoer en veranderingen in de dynamiek van bodem en water als gevolg van de aanwezigheid van de Afsluitdijk een rol gespeeld. Het smalbladig groot zeegras en het klein zeegras hebben zich daarvan aanvankelijk weer hersteld, maar in de jaren 1970-1990 was er opnieuw een sterke achteruitgang doordat de Waddenzee te troebel werd. Na 1990 is de helderheid verbeterd, maar in de westelijke Waddenzee is zeegras niet meer teruggekomen, waarschijnlijk omdat er geen zaden of andere plantendelen meer voorkwamen. In de oostelijke Waddenzee en de Eems heeft wel enig herstel plaatsgevonden. In de periode 2002-2004 zijn tussen Den Helder en Wieringen jonge planten van groot zeegras geplant als onderdeel van een herintroductieprogramma (2001-2005). De resultaten van dit programma zijn wisselend, maar bemoedigend. Het areaal is in deze jaren toegenomen van ca. 95 tot ca. 130 ha. Zowel groot als klein zeegras staan op de Rode Lijst van vaatplanten, evenals de vegetatiegemeenschappen waarvan beide soorten deel uitmaken.
Gevolgen voor andere soorten
Zeegrasvelden vormen een apart biotoop, waarin talrijke soorten een geschikt leefmilieu vinden. Door het vrijwel verdwijnen van de zeegrasvelden ging ook de daarmee verbonden fauna verloren, zoals twee weekdiersoorten (vliezige drijfhoren en scheefhoren) en twee vissoorten (zeestekelbaars en trompetterzeenaald). De rotgans leefde vroeger vrijwel uitsluitend op zeegras, maar kwam door het vrijwel verdwijnen van deze voedselbron in ernstige problemen; door het uiteindelijk vinden van een alternatieve voedselbron heeft deze soort zich inmiddels hiervan hersteld.
Bronnen
- Jonge, V.N. de, J. van de Bergs en D.J. de Jong (1997). Zeegras in de Waddenzee, een toekomstperspectief. Rapport RIKZ-97.016. Haren.
Relevante informatie
- Uitgebreide informatie over zeegras is te vinden op www.zeegras.nl
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De kaart geeft alleen het westelijke deel van de Waddenzee weer, waar voorheen veel zeegrasvelden voorkwamen. Er zijn in de loop van de tijd en in verschillende gebieden twee verschillende methoden gehanteerd voor de kartering van zeegras. De ene methode is in het veld te voet of per boot de zeegrasvelden opsporen en globaal omgrenzen. Dat is toegepast bij westelijke Waddenzee, Zuiderzee, Grevelingenmeer, Veerse meer en Groninger kust tot 1990. De tweede methode gaat uit van false-colour luchtfoto's, met veldwerk ter controle. Dat is toegepast bij Oosterschelde, Westerschelde, Terschelling en Eems van 1984 tot heden.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2004). Zeegras in Zeeuwse delta en Waddenzee (indicator 1234, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.