Huismus en pimpelmees in steden

Huismus in steden

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Door het ouder worden van bomen in parken neemt het aantal pimpelmezen daar de laatste tijd toe. De huismus gaat door diverse oorzaken achteruit in stedelijk gebied.

Ontwikkeling pimpelmees

Een van de bosvogels die toeneemt in steden is de pimpelmees. Dat komt onder meer door het ouder worden van de bomen in stadsbossen, waardoor meer nestgelegenheid voorhanden komt.

Ontwikkeling huismus

Er zijn echter ook soorten die in steden afnemen. Zo is de stand van de huismus in de afgelopen twintig jaar meer dan gehalveerd. Ook in omliggende landen gaat de huismus achteruit. De oorzaken zijn waarschijnlijk divers. Vermoedelijk speelt de afname van met kruiden begroeide overhoekjes en braaklandjes een rol. Daarin komen insecten voor die de mussen voor hun jongen nodig hebben. Vooral in binnensteden is er nog weinig braakland over en de afstand van de binnensteden tot zulke terreinen aan de rand van steden wordt steeds groter bij groeiende steden. Misschien speelt ook de renovatie van oude steden een rol doordat het moeilijker wordt om nesten te maken in de nieuwe daken. Daarnaast worden de predatie door huiskatten en sperwers als oorzaken van achteruitgang genoemd.
De huismus is inmiddels zo sterk achteruitgegaan dat deze op de Rode lijst vogels terecht is gekomen.

Bronnen

  • Boele, A., K. Koffijberg, C. van Turnhout en R. Meijer (1999). Punt Transect Tellingen van wintervogels in Nederland in 1996 en 1997. SOVON-monitoringrapport 1999/08. Beek-Ubbergen.
  • Crick, H.Q.P., R.A. Robinson, G.F. Appleton, N.A. Clark en A.D. Rickard (Eds.) (2002). Investigation into the causes of the decline of the starlings and house sparrows in Great Britain. BTO-Research report no 290. BTO, Thetford.
  • Foppen, R. (2001). Bijdrage SOVON voor Natuurcompendium en Natuurbalans 2001. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
  • Heij, C.J. (2001). Mussen in de knel. Natura, 98 (3): 76-78.
  • Hole, D.G., M.J. Whittingham, R.B. Bradbury, G.Q.A. Anderson, P.L.H. Lee, J.D. Wilson en J.R. Krebs (2002). Whitespread local house-sparrow extinction. Nature 418: 931.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De indexcijfers van pimpelmees en huismus zijn gebaseerd op de decembertelling van het PTT (Punt Transect Tellingen)-project. Deze vinden éénmaal per jaar plaats tussen 15 december en 1 januari. Per telpunt worden gedurende 5 minuten alle soorten vogels geteld die gehoord en/of gezien worden. Alle telpunten in steden en dorpen zijn hier samengenomen, maar de telpunten die in de loop der tijd in stedelijk gebied zijn komen te liggen zijn weggelaten.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2006). Huismus en pimpelmees in steden (indicator 1195, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.