Gebruik van dierlijke mest per gemeente, 2001

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Per gemeente is het gemiddelde bemestingsniveau berekend voor fosfaat en stikstof uit dierlijke mest. De bemestingsniveaus zijn vergeleken met de gebruiksruimten volgens de mineralenboekhouding MINAS.

Bemestingsniveau in meeste gemeenten binnen de gebruiksruimte

In 2001 is per hectare landbouwgrond gemiddeld 205 kg stikstof en 87 kg fosfaat uit dierlijke mest gebruikt. De gemiddelde fosfaatbemesting was in 19% van de gemeenten zo hoog dat de verliesnorm volgens de Wettelijke normen voor het gebruik van meststoffen werd overschreden. De gemiddelde stikstofbemesting (dierlijke mest) bleef in vrijwel alle gemeenten binnen de aanvoerruimte. De aanvoerruimte is het toegestane verlies plus afvoer met gewas. In tegenstelling tot fosfaat wordt bij de aanvoerruimte voor stikstof echter wel rekening gehouden met aanvoer uit kunstmest.

Beleid met betrekking tot meststoffen

Het doel van het Mineralenaangiftensysteem MINAS is een verantwoord gebruik van mineralen. Het verschil tussen de aan- en afvoer van mineralen op een bedrijf wordt getoetst aan de toegestane verliesnorm. Binnen MINAS wordt dus een maximum gesteld aan het mineralenoverschot per bedrijf, maar niet aan de hoeveelheid aan te wenden dierlijke mest.

Volgens de Europese Nitraatrichtlijn mag vanaf 1 januari 2003 nog maar 170 kg stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt per hectare landbouwgrond. In 2001 was in bijna 70% van de gemeenten het gemiddelde bemestingsniveau hoger dan deze norm. Als rekening gehouden wordt met een derogatie van de norm voor grasland, waarbij een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare grasland is toegestaan, dan lag het gemiddelde bemestingsniveau in ruim 40% van de gemeenten boven de norm. De normen zijn gebaseerd op de hoeveelheid stikstof in de mest op het moment van uitrijden.

Technische toelichting

De stikstof die is vervluchtigd bij het toepassen van de mest wordt meegeteld, in tegenstelling tot de stikstof die is vervluchtigd in stal en opslag.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Gebruik van dierlijke mest per gemeente, 2001 (indicator 0092, versie 04,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.