Gebruik van dierlijke mest per gemeente, 2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Het bemestingsniveau voor fosfaat uit dierlijke mest ligt in 2007 in 8 procent van de gemeenten boven de berekende plaatsingsruimte, voor stikstof is dit 32 procent.

Bemestingsniveau voor fosfaat

In 2007 is per hectare landbouwgrond gemiddeld 73 kg fosfaat uit dierlijke mest gebruikt. De gemiddelde bemesting is in ruim 8 procent van de gemeenten hoger dan de berekende plaatsingsruimte. In 2006 was dit nog 13 procent.

Bemestingsniveau voor stikstof

De gemiddelde stikstofbemesting (dierlijke mest) overschrijdt in 32 procent van de gemeenten de plaatsingsruimte voor dierlijke mest. Tot en met 2005 kwam overschrijding van de plaatsingsruimte voor stikstof nauwelijks voor. De verklaring hiervoor is dat de berekende plaatsingsruimte vanaf 2006 alleen betrekking heeft op dierlijke mest terwijl in de jaren daarvoor ook het gebruik van kunstmest in de plaatsingsruimte was betrokken. Per hectare landbouwgrond is er in 2007 gemiddeld 198 kg stikstof uit dierlijke mest gebruikt.

Beleid

Met ingang van 1 januari 2006 is het Mineralenaangiftensysteem MINAS vervallen en vervangen door een stelsel op basis van gebruiksnormen.
De Europese Nitraatrichtlijn stelt eisen aan de hoeveelheid te gebruiken stikstof uit dierlijke mest per hectare landbouwgrond. Volgens deze richtlijn mag 170 kg stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt per hectare. In 2007 was in tweederde van de gemeenten het gemiddelde bemestingsniveau hoger dan deze norm. De Europese Commissie staat Nederland verruiming van de norm toe tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. Deze verruiming (derogatie) geldt alleen op bedrijven waarvan het areaal voor minstens 70 procent bestaat uit grasland. Daarnaast blijft de verruiming beperkt tot de mest van graasdieren. De normen zijn gebaseerd op de hoeveelheid stikstof in de mest exclusief de gasvormige stikstofverliezen die optreden in stal en mestopslag.
Voor fosfaat is de gebruiksnorm 85 kg per hectare bouwland en 105 kg per hectare grasland.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over het gebruik van dierlijke mest per gemeente is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Gebruik van dierlijke mest per gemeente
Omschrijving
Aantal gemeenten per bemestingsniveau voor stikstof en fosfaat. Voor stikstof worden de volgende bemestingsniveau's onderscheiden: <170, 170-<250, 250-<300, 300-<350, 350-<400 en >400 kg stikstof per hectare. Voor fosfaat gaat het om de bemestingsniveau's <25, 25-<50, 50-<75, 75-<100, 100-<125 en >125 kg fosfaat per hectare. Het bemestingsniveau wordt vergeleken met de gemiddelde plaatsingsruimte per gemeente.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Berekeningswijze
Het artikel Transport en gebruik van mest en mineralen (CBS, 2006) geeft een korte methodebeschrijving van het onderzoek.
De plaatsingsruimte wordt berekend als de som van het toegestane mineralenoverschot op een bedrijf (toegestane verlies) en de afvoer met het gewas.
De stikstof die vervluchtigt tijdens de toepassing van de mest wordt in de berekening meegeteld, in tegenstelling tot de stikstof die vervluchtigt in de stal en tijdens opslag.
Geografische verdeling
De gegevens zijn voor zowel stikstof als fosfaat op diverse regionale niveau's beschikbaar (Nederland, landsdelen, provincies, gemeenten, landbouwgebieden, coropgebieden, concentratiegebieden en stroomdistrictgebieden).
Andere variabelen
Plaatsingsruimte, resterende plaatsingsruimte, benuttingsgraad, gebruik mest en mineralen, mesttransport van en naar landbouwbedrijven, mest- en mineralenproductie, oppervlakte bemestbare cultuurgrond.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks.
Achtergrondliteratuur
Transport en gebruik van mest en mineralen (CBS, 2006)
Betrouwbaarheidscodering
D (schatting op basis van door het CBS berekende gegevens over de productie van dierlijke mest en mineralen, een externe registratie van het Ministerie van LNV over de hoeveelheden getransporteerde mest en een enquête over de verwerking van de mest)

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Gebruik van dierlijke mest per gemeente, 2007 (indicator 0092, versie 10,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.