Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, 1980-2004

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De broeikasgasemissies van de land- en tuinbouw zijn sinds 1990 afgenomen. Deze afname wordt voornamelijk veroorzaakt door de dalende methaanemissies.

 1990199520002001200220032004*
        
 miljard kg CO2-equivalenten 1)   
Totaal 30,231,027,226,525,624,925,1
w.v.kooldioxide 2)8,48,37,47,27,27,17,1
 methaan10,310,19,19,18,78,58,5
 distikstofoxide11,612,710,710,29,79,49,6
        
 miljard kg     
Kooldioxide (CO2) 2)8,48,37,47,27,27,17,1
        
 miljoen kg     
Methaan (CH4) 3)491480 435434414 405404
w.o.Fermentatie349 334307 307293 289288
 Mestopslag141145 127126120115116
         
Distikstofoxide        
(N2O) 4)37,3 40,8 34,4 33,1 31,2 30,2 30,8
w.o.stal en mestopslag2,2 2,4 2,4 2,42,41,92,0
 beweiding4,2 3,8 2,7 2,72,22,22,1
 mestaanwending5,510,7 9,3 9,48,98,79,0
 kunstmestgebruik6,9 6,7 5,7 4,94,7 4,64,7
 tgv uit / afspoeling N12,612,210,09,58,98,89,0
        
Bron: Emissieregistratie.MNP/MNC/dec05
1) Eén CO2-equivalent is een maat voor de potentiële broeikaswerking van de verschillende stoffen: 1 gram CO2 = 1 gram CO2-equivalent, 1 gram CH4 = 21 gram CO2-equivalent, en 1 gram N2O = 310 gram CO2-equivalent.
2) Actuele emissie, zie Verschillen tussen CO2-emissietotalen verklaard, 1990-2021.
3) Exclusief methaanemissies afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen
4) Inclusief onder andere achtergrondemissie en emissie uit stikstofbinding door vlinderbloemigen.
* Voorlopige cijfers

Ontwikkeling broeikasgassen in de land- en tuinbouw

De totale broeikasgasemissies van de land- en tuinbouw zijn sinds 1990 afgenomen. Bij alle broeikasgassen is de emissie met meer dan 15% gedaald.
Methaan (CH4) komt voornamelijk vrij als spijsverteringsgas bij herkauwers. Door inkrimping van de melkveestapel als gevolg van de melkquotering (Beschikking superheffing, 1984) neemt deze emissie gestaag af. Daarnaast komt methaan vrij uit de mest in stallen en opslag. Ook hier neemt de emissie gestaag af, met name door inkrimping van de varkensstapel als gevolg van het mestbeleid. Bij mest uit stallen en opslag treden daarnaast ook distikstofoxide (N2O)-emissies naar de lucht op. Beweiding en toepassing van mest en kunstmest veroorzaken zowel directe N2O-emissies vanuit de bodem naar de lucht als indirecte N2O-emissies na uit- en afspoeling van stikstof naar grond- en oppervlaktewater. Met name het onderwerken van dierlijke mest sinds het begin van de jaren negentig (als gevolg van het ammoniakbeleid) leidde tot 1995 tot een toename van de N2O-emissie vanuit de bodem. Door verminderde toevoer van stikstof naar de bodem als gevolg van het mestbeleid zette vanaf 1995 een daling van de N2O-emissie in. Het betreft niet alleen een daling van de directe N2O-emissie uit de bodem, maar ook van de indirecte N2O-emissie ten gevolge van uit- en afspoeling van stikstof.
De emissies van kooldioxide (CO2) zijn voor circa 80% afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen in de glastuinbouw. Deze emissie is sinds 1990 gedaald als gevolg van energiebesparing in de glastuinbouw, die weer met name het gevolg was van de Meerjarenafspraken energiebesparing 1990-2000.

Methodiek

Voor informatie over de Onzekerheden emissies naar lucht, 1990 - 2013 wordt naar elders verwezen.
Begin 2005 zijn methodiekwijzigingen doorgevoerd in de berekening van broeikasgasemissies. Er zijn voor vrijwel alle sectoren en gassen herberekeningen uitgevoerd (vanaf 1990) om ervoor te zorgen dat de systematiek voor het berekenen van broeikasgasemissies in Nederland aansluit bij de eisen die daaraan vanuit het Kyoto Protocol worden gesteld.
Op pagina 122 van de Milieubalans 2005 worden de methodiekwijzigingen samengevat.
Eind 2005 is nog een methodiekwijziging doorgevoerd voor de vaststelling van de emissie van methaan door rundvee als gevolg van de spijsvertering (fermentatie). In de Milieubalans van 2006 zullen de nieuwe emissiecijfers uit deze bron gepresenteerd worden.

Bronnen

  • Emissieregistratie, Jaarcijfers 2003 en ramingen 2004.
  • MNP (2005). Milieubalans 2005, Bilthoven.
  • Smink, W., W.F. Pelikaan, L.J. van der Kolk & K.W. van der Hoek (2004). Methane production as a result from rumen fermentation in cattle calculated by using IPCC Tier 2 method. Report FIS FS 04-12 EN. (www.robklimaat.nl en http://www.broeikasgassen.nl)
  • K. Klein Goldewijk, J.G.J Olivier, J.A.H.W. Peters, P.W.H.G. Coenen and H.H.J. Vreuls (2005). Greenhouse gas emissions in the Netherlands 1990-2003. National Inventory Report 2005. RIVM (report 773 201 009), Bilthoven.
  • Spakman, J., M.M.J. van Loon, et al. (1997). Methode voor de berekening van broeikasgasemissies. Publicatiereeks Emissieregistratie nr. 37. Hoofdinspectie Milieuhygiëne, Ministerie van VROM, Den Haag.

Relevante informatie

  • Recente emissiecijfers kunnen in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie. Verder is via deze site informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken.
  • Protocollen methodieken emissieberekeningen broeikasgassen voor diverse bronnen: www.broeikasgassen.nl

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, 1980-2004 (indicator 0100, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.