Water en milieu

Koelwaterverbruik en warmtelozing door elektriciteitscentrales, 1981-2001

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De totale warmtelozing door elektriciteitscentrales is in 2001 verder afgenomen. De daarvoor benodigde hoeveelheden koelwater fluctueren enigszins.

  Eenheid 1981 1986 1991 1996 2001
             
Koelwaterverbruik miljard m3 10,1 9,2 8,4 8,0 10,6
Elektriciteitsproductie miljard kWh 55,2 56,5 59,5 58,5 59,9
Elektriciteitsproductie PJ 199 203 214 211 216
Brandstofverbruik PJ 529 542 548 504 502
             
Totaal afgevoerde warmte1) PJ 330 339 334 293 287
Via koelwater afgevoerde warmte2) PJ 297 305 300 263 258
Gemiddeld koelwaterverbruik m3/kWh 0,18 0,16 0,14 0,14 0,18
Gemiddelde temperatuurstijging van het koelwater °C 7,0 7,9 8,6 7,9 5,8
             
Bron: CBS (2003). CBS/MC/sept04/0123
1) Totaal afgevoerde warmte = brandstofverbruik - elektriciteitsproductie.
2) Het verschil met totaal afgevoerde warmte betreft schoorsteen- en stralingsverliezen.

Ontwikkelingen koelwaterverbruik

Elektriciteitscentrales gebruiken grote hoeveelheden oppervlaktewater voor koeling tijdens de productie van elektriciteit. De benodigde hoeveelheid koelwater hangt onder andere af van de lokale watertemperatuur van het oppervlaktewater. Is deze hoger dan is meer water nodig voor koeling omdat de temperatuur van het te lozen water niet te veel mag oplopen. Dit resulteert in een hoger gemiddeld koelwaterverbruik.Los van de fluctuaties in het koelwaterverbruik, blijft de totale hoeveelheid via koelwater afgevoerde warmte dalen, vanwege een efficiënter brandstofverbruik bij de centrales. Dit hoger rendement is gerealiseerd door de toepassing van gasturbines in combicentrales en stoom- en gasturbines.

Relevantie

Afgezien van incidentele lozingen bevat koelwater nauwelijks verontreinigingen. Desondanks hebben koelwaterlozingen een negatieve invloed op het ontvangende oppervlaktewater. De grote opwarming van het oppervlaktewater kan leiden tot vissterfte als gevolg van een lager zuurstofgehalte. Verder leidt opwarming tot excessieve algengroei, de groei van blauwalgen en het optreden van botulisme. In warme en droge perioden kunnen situaties ontstaan waarbij de elektriciteitsproductie niet meer ongestoord kan plaatsvinden zonder overschrijding van koelwaternormen.

Referenties

Relevante informatie

  • Meer informatie over het verbruik van koelwater is te vinden op StatLine (CBS).

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2004). Koelwaterverbruik en warmtelozing door elektriciteitscentrales, 1981-2001 (indicator 0123, versie 04 , 28 september 2004 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.