Water en milieu

Koelwaterverbruik en warmtelozing door elektriciteitscentrales, 1981-2009*

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De totale warmtelozing door elektriciteitscentrales fluctueert de laatste jaren licht terwijl de elektriciteitsproductie gemiddeld een stijgende trend laat zien. Het gemiddelde koelwaterverbruik is de laatste jaren vrij constant.

  Eenheid 1981 1991 2001 2005 2007 2008 2009* 3)
                 
Koelwaterverbruik miljard m3 10,1 8,4 10,6 9,8 9,4 9,0 9,6
Elektriciteitsproductie miljard kWh 55,2 59,5 62,3 69,2 70,4 67,6 72,1
Elektriciteitsproductie PJ 199 214 225 249 253 243 259
Brandstofverbruik PJ 529 548 536 593 582 568 594
                 
Totaal afgevoerde warmte1) PJ 330 334 311 344 328 325 334
Via koelwater afgevoerde warmte2) PJ 297 300 248 266 256 255 264
Gemiddeld koelwaterverbruik m3/kWh 0,18 0,14 0,170 0,141 0,133 0,134 0,134
Gemiddelde temperatuurstijging °C 7,0 8,6 5,6 6,5 6,5 6,7 6,6
van het koelwater                
                 
Bron: CBS. CBS/CLO/feb11/0123
1) Totaal afgevoerde warmte = brandstofverbruik - elektriciteitsproductie.
2) Het verschil met totaal afgevoerde warmte betreft schoorsteen- en stralingsverliezen (circa 10%) en warmteleveringen.
3) Voorlopige cijfers waterverbruik zijn afkomstig uit de Milieujaarverslagen 2009 (www.e-mjv.nl)

Ontwikkelingen koelwaterverbruik

Elektriciteitscentrales gebruiken grote hoeveelheden oppervlaktewater voor koeling tijdens de productie van elektriciteit. De benodigde hoeveelheid koelwater hangt onder andere af van de lokale watertemperatuur van het oppervlaktewater. Is deze hoger dan is meer water nodig voor koeling omdat de temperatuur van het te lozen water niet te veel mag oplopen. Dit resulteert in een hoger gemiddeld koelwaterverbruik.
Los van de fluctuaties in het koelwaterverbruik, blijft de totale hoeveelheid via koelwater afgevoerde warmte licht dalen, vanwege een efficiënter brandstofverbruik bij de centrales en vanwege leveringen van warmte in de vorm van warm water en/of stoom. Het hogere rendement is gerealiseerd door de toepassing van gasturbines in combicentrales en stoom- en gasturbines.

Relevantie

Afgezien van incidentele lozingen bevat koelwater nauwelijks verontreinigingen. Desondanks hebben koelwaterlozingen een negatieve invloed op het ontvangende oppervlaktewater. De grote opwarming van het oppervlaktewater kan leiden tot vissterfte als gevolg van een lager zuurstofgehalte. Verder leidt opwarming tot excessieve algengroei, de groei van blauwalgen en het optreden van botulisme. In warme en droge perioden kunnen situaties ontstaan waarbij de elektriciteitsproductie niet meer ongestoord kan plaatsvinden zonder overschrijding van koelwaternormen.

Referenties

Relevante informatie

  • Meer informatie over het verbruik van koelwater is te vinden op StatLine (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Koelwaterverbruik en warmtelozing door elektriciteitscentrales.

Omschrijving

Het gebruik van koelwater en de lozing van warmte op het oppervlaktewater door de centrale opwekking van elektriciteit.

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Berekeningswijze

De gegevens voor de periode tot en met 2001 zijn berekend op basis van de CBS-enquête Watervoorziening van industrie, delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, die om de vijf jaar werd gehouden. Een meer uitgebreidere toelichting geeft de tabeltoelichting bij de StatLine-tabel Watervoorziening industrie (div bedrijfsgr.), delfstoffenwinning en elek.centr. (CBS, 2003). De gegevens voor de periode vanaf 2003 zijn tot stand gekomen door optelling van de individuele waterverbruikscijfers van de elektriciteitscentrales in de elektronische Milieujaarverslagen. Een uitgebreidere toelichting geeft de publicatie Environmental Accounts of the Netherlands 2009 (CBS, 2010).
De gegevens over de inzet van brandstoffen en de totale elektriciteitsproductie zijn afkomstig van de Energiestatistieken zie o.a. Statline: Elektriciteit; productie en productiemiddelen. De gebruikte cijfers wijken af van die in de indicator Bruto elektriciteitsproductie en inzet energiedragers, 1998-2022. Bij die indicator worden alleen de fossiele brandstoffen en de netto elektriciteitsproductie opgegeven.

Basistabel

Cijfers tot en met 2001: StatLine: Watervoorziening industrie( div bedrijfsgr.), delfstoffenwinning en elek.centr. (CBS, 2003).Cijfers vanaf 2003: Environmental Accounts of the Netherlands 2009 (CBS, 2010). Voorlopige cijfers 2009: Besloten gedeelte van website www.e-mjv.nl.

Geografisch verdeling

Nederland.

Verschijningsfrequentie

Tot en met 2001 elke vijf jaar. Vanaf 2003 jaarlijks.

Achtergrondliteratuur

Environmental Accounts of the Netherlands 2009 (CBS, 2010).

Betrouwbaarheidscodering

B (schatting op basis van een groot aantal zeer accurate metingen waarbij de representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2011). Koelwaterverbruik en warmtelozing door elektriciteitscentrales, 1981-2009* (indicator 0123, versie 08 , 11 februari 2011 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.