Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, 1985-2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Na 2000 neemt de fractie gescheiden ingezameld afval van huishoudens nog maar licht toe van 45 procent in 2000 naar 50 procent in 2010. In de jaren negentig van de vorige eeuw nam het scheiden van afval veel sterker toe.

Totale hoeveelheid huishoudelijk afval neemt af na 2007

De totale hoeveelheid huishoudelijk afval (gescheiden plus niet-gescheiden ingezameld) stijgt tussen 1995 en 2000 gemiddeld met 270 duizend ton per jaar. Na 2000 is de groei minder, en na 2007 neemt de totale hoeveelheid huishoudelijk afval zelfs licht af.

Gescheiden inzameling van huishoudelijk afval neemt nog slechts licht toe

In de jaren negentig van de vorige eeuw nam de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval sterk toe. Na 2000 groeit de fractie gescheiden ingezameld afval nog slechts weinig. Doordat in 2010 is gestart met de verplichte inzameling van kunststof verpakkingen is in dat jaar weer iets meer afval gescheiden ingezameld.

De helft van het huishoudelijk afval wordt gescheiden ingezameld

De hoeveelheid gescheiden ingezameld huishoudelijk afval groeit vooral tussen 1990 en 1997 sterk. Dit geldt zowel voor de haal- als de brengmethode. Dit komt onder meer doordat begin jaren negentig veel gemeenten het gescheiden inzamelen van GFT-afval hebben ingevoerd.
De afgelopen 10 jaar is de jaarlijkse groei in het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval veel kleiner. Tussen 2000 en 2010 groeide de fractie gescheiden ingezameld huishoudelijk afval van 45 naar 50 procent. Vooral bij de gescheiden inzameling van kunststoffen is er sinds 2008 een sterke groei zichtbaar van 8 miljoen kg in 2008 naar 82 miljoen kg in 2010.

Beleid

De gescheiden inzameling van afvalcomponenten heeft als doel het hergebruik van afval te bevorderen. Hiermee tracht de overheid de hoeveelheid afval, die moet worden verbrand of gestort, te verminderen.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Gescheiden ingezameld afval van huishoudens
Omschrijving
Het gescheiden afval van huishoudens, verdeeld naar een aantal afvalstromen
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Definities van de genoemde afvalstromen en informatie over de wijze waarop bovenstaande gegevens tot stand zijn gekomen zijn te vinden in het artikel Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004).
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Er zijn gegevens over de diverse afvalstromen, de wijze van inzameling en de inzamelende instantie. De gegevens zijn beschikbaar voor Nederland, per provincie, per gemeente, naar mate van stedelijkheid van de gemeenten en naar grootte van de gemeenten.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Statistiek gemeentelijk afval; opzet van het onderzoek (CBS, 2004)
Gescheiden afvalinzameling stagneert. Webmagazine, 18 juli 2007 (CBS, 2007)
Minder huishoudelijk afval en meer plastic ingezameld. Webmagazine, 12 juli 2010 (CBS, 2010)
Opmerking
De gegevens over huishoudelijk afval in het Compendium voor de Leefomgeving wijken af van die het CBS publiceert in de databank StatLine (CBS, 2011). Dit verschil komt door:
- Het afval dat door derden is ingezameld: dit afval (vooral wit- en bruingoed dat via de detailhandel is ingezameld en oud papier en karton) is wel in het Comperndium voor de Leefomgeving inbegrepen maar niet in de cijfers in de StatLine-publicatie.
- Het verbouwingsafval (zoals puin, hout, metalen en vlakglas). In de StatLine-tabel is al het door gemeenten ingezamelde verbouwingsafval toegerekend aan het afval van huishoudens. Voor het bepalen van de cijfers in het Compendium voor de Leefomgeving is maar een deel van dit afval toegedeeld aan de huishoudens. Reden daarvoor is dat een deel van dit afval niet door huishoudens maar door bedrijven is afgegeven. Het gaat daarbij vooral om aannemersbedrijven die hun verbouwingsafval afgeven bij milieustraten. In het verleden is daarom tussen het RIVM en CBS afgesproken dat 50 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval wordt toegerekend. In het onderzoek over 2003 is navraag gedaan naar het acceptatiebeleid van verbouwingsafval van bedrijven door gemeenten. Daaruit bleek dat ongeveer 85 procent van het door de gemeenten ingezameld verbouwingsafval afkomstig is van huishoudens. Dat het aandeel van de huishoudens hoger ligt komt onder andere door een strikter acceptatiebeleid van milieustraten. Steeds meer milieustraten accepteren geen afval meer van bedrijven. Gezien deze ontwikkeling is in overleg tussen het toenmalige Ministerie van VROM, Uitvoering Afvalbeheer en het CBS afgesproken om met terugwerkende kracht het aandeel van huishoudens te laten toenemen van 50 naar 85 procent. Voor 2000 en eerder wordt het oude percentage van 50 procent gehanteerd. In 2001, 2002 en 2003 stijgt dit percentage naar respectievelijk 60, 70 en 80 procent. Voor 2004 en later wordt 85 procent van het verbouwingsafval aan het huishoudelijk afval toegerekend.
Betrouwbaarheidscodering
B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
29
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, 1985-2010 (indicator 0143, versie 20,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.