Gezondheid en milieu

Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 2008

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Luchtverontreiniging door fijn stof en ozon was in 2008 verantwoordelijk voor één tot twee procent van de totale vroegtijdige sterfte en één tot drie procent van de spoedopnamen voor long- of hart- en vaataandoeningen in Nederland.

  Totaal waarvan  
  Nederland fijn stof (PM10)1) 4) ozon 2) 4)
       
Sterfte in 2008 aantal mensen    
       
Alle oorzaken 129.721 2.090 1.290
    (1.670 - 2.550) (860 - 1.720)
       
w.v. luchtwegaandoeningen 13.789 690 170
      (550 - 820) (0 - 330)
         
  w.v. COPD 3) 6.303 290 110
      (210 - 370) (20 - 200)
         
  w.v. longontsteking 5.465 290 120
      (210 - 370) (20 - 220)
  hart- en      
  vaataandoeningen 39.964 450 350
      (220 - 660) (130 - 580)
Spoedopnamen in 2008      
Alle luchtwegaandoeningen 76.637 1.030 0
    (640 - 1.450)  
       
Hart- en vaataandoeningen 108.071 1.320 200
    (900 - 1.680) (0 - 880)
       
1) Uitgaande van een weekgemiddelde 24-uurs fijn stofconcentratie.
2) Uitgaande van een daggemiddelde 8-uurs ozonconcentratie (van 12 tot 20 uur).
3) Chronic Obstructive Pulmonary Disease, hieronder vallen chronische bronchitis en longemfyseem.
4) tussen haakjes de onder- en bovengrens van het 95% betrouwbaarheidsinterval.
Bron: RIVM.  

Effecten van fijn stof en ozon op de gezondheid

Luchtverontreiniging door fijn stof en ozon was in 2008 verantwoordelijk voor 1 tot 2 procent van de totale vroegtijdige sterfte. Voor respiratoire en cardiovasculaire sterfte was dit 1 tot 6 procent. Daarnaast was in 2008 1 tot 3% van de spoedopnamen voor long- en hart- en vaataandoeningen in Nederland het gevolg van luchtverontreiniging door fijn stof en ozon.
De geschatte risico's geassocieerd met fijn stof zijn groter dan die van ozon. Het is onbekend of ozon en fijn stof de stoffen zijn die het effect veroorzaken of dat zij alleen de indicatoren voor een schadelijk mengsel zijn.

Ontwikkeling in jaarlijkse sterfte door fijn stof en door ozon


Omdat de fijn stofniveaus sinds begin jaren negentig dalen, neemt ook de sterfte door een kortdurende piekblootstelling sinds die tijd af. Begin jaren negentig overleden er per jaar naar schatting nog ongeveer 3500 mensen als gevolg van een kortdurende piekblootstelling aan fijn stof, in 2008 waren dat er circa 2060.



In tegenstelling tot wat we zien bij fijn stof, is er voor de jaarlijkse sterfte door kortdurende blootstelling aan ozon geen sprake van een dalende trend en is er ten opzichte van 1992 zelfs sprake van een toename. Dit weerspiegelt de stabilisering van de ozon niveaus in de buitenlucht.

Beleid luchtverontreiniging en gezondheid

Het beleid beoogt het voorkomen, verhinderen of verminderen van schadelijke effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid van mens en milieu. Voor een uitgebreide beschrijving van het beleid rondom fijn en ozon, zie:

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Gezondheidseffecten fijn stof en ozon

Omschrijving

Sterfte en ziekenhuisopnamen ten gevolge van dagelijkse variatie in fijn stof (PM10) en ozon 2008 en een weergave van de trend in sterfte 1992-2006.

Verantwoordelijk instituut

RIVM

Berekeningswijze

De inschatting voor het jaar 2008 van de gezondheidseffecten door concentraties van fijn stof of ozon, is gebaseerd op de methodiek beschreven in twee Nederlandse studies (Hoek et al., 1997; Vonk en Schouten, 1998).

Basistabel

Contactpersoon Paul Fischer / MGO
(N:\data\MC2009\tabel effecten 2008 met nieuwe luvo niveaus.xls)

Geografisch verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks, op verzoek

Achtergrondliteratuur

CBS (2009). Overledenen op landelijk niveau naar belangrijke primaire doodsoorzaken 2006.
Hoek, G., A. Verhoeff and P. Fischer (1997). Daily mortality and air pollution in the Netherlands, 1986-1994. LU Wageningen (rapportnr. 1997-481), Wageningen.
Prismant (2009). Landelijke Medische Registratie (LMR): Ziekenhuisopnamen per diagnose.
Vonk, J.M. and J.P. Schouten (1998). Daily emergency hospital admissions and air pollution in the Netherlands 1982-1986 and 1986-1995. VROM regnr. 96.140072. RU Groningen.
Fischer, P.H., C.B. Ameling, M. Marra (2005). Air pollution and daily mortality in the Netherlands over the period 1992 - 2002. RIVM, report 630400002/2005.

Opmerking

De schattingen wijken enigszins af van schattingen in vorige versie van deze indicator vanwege recallibratie van PM10-meetnet en aanvullende imputatie van missende ozonwaarden.

Betrouwbaarheidscodering

Zie betrouwbaarheidsintervallen in de tabel en in de figuur

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2010). Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 2008 (indicator 0340, versie 09 , 11 januari 2010 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.