Fiscale faciliteiten op milieugebied: overheidsuitgaven 1991-2001

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Er bestaan verschillende fiscale faciliteiten ter stimulering van investeringen in bedrijfsmiddelen, die leiden tot een afname van de milieudruk. De belangrijkste bestaande fiscale regelingen zijn VAMIL, MIA, EIA, vrijstelling REB en Groen beleggen.

'Willekeurige afschrijving milieu-investeringen' (VAMIL)

De totale omvang van de investeringen, die in aanmerking komen voor de VAMIL-regeling was in 2001 bijna 1,5 miljard euro (linkergrafiek). De belastinguitgaven door de overheid, die met deze regeling samenhangen, zijn toegenomen van circa 10 miljoen euro in 1992 tot ruim 100 miljoen euro in 2001 (rechtergrafiek).De regeling VAMIL bestaat sinds 1991. Met deze beide regelingen kunnen belastingplichtige ondernemers hun belastbaar inkomen verlagen als zij investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Via de VAMIL bevordert de overheid de marktintroductie van nog niet gangbare technologieën die bijdragen aan een vermindering van de milieudruk. VAMIL richt zich op investeringen op vrijwel het gehele milieuveld van water, bodem, lucht, energie, afvalstoffen en geluid. Bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor de regeling staan op een lijst die jaarlijks wordt geactualiseerd.

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

De uitgaven van de overheid in het kader van de MIA-regeling, sinds medio 2000 van kracht, nemen toe van 30 miljoen euro in 2000 tot een begroot bedrag van 39 miljoen euro in 2001. Met de regeling is een totale omvang van investeringen gemoeid van circa 635 miljoen euro in 2001.In juli 2000 werd de MIA van kracht. Net als met de VAMIL kunnen belastingplichtige ondernemers via de MIA hun belastbaar inkomen verlagen als zij investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Met de MIA worden milieu-investeringen in brede zin gestimuleerd. Bedrijfsmiddelen die voor deze regeling in aanmerking komen staan op een lijst die jaarlijks wordt geactualiseerd.

Energie Investeringsaftrek (EIA)

In 2001 was de totale omvang van de investeringen in het kader van de EIA-regeling circa 1 miljard euro. Het belastingvoordeel voor ondernemers op grond van deze regeling is toegenomen van 61 miljoen euro in 1997 tot 160 miljoen euro in 2001.Met de EIA-regeling, die sinds 1997 van kracht is, wil de overheid het Nederlandse bedrijfsleven stimuleren om te investeren in energiebesparing en de inzet van duurzame energie. De regeling houdt in dat een deel van de kosten van deze investeringen aftrekbaar is van de fiscale winst. Bedrijfsmiddelen die voor de regeling in aanmerking komen staan op een lijst die elk jaar wordt geactualiseerd vanwege nieuwe ontwikkelingen op het gebied van techniek, normen, keurmerken en certificering.

Afdrachtkorting van de regulerende energiebelasting (REB)

Om productie en gebruik van duurzame energie te stimuleren bestaat er een aantal regelingen met betrekking tot de REB. Op grond van de Wet belasting op milieugrondslag (Wbm artikel 36o) wordt een vermindering toegepast op de REB die verschuldigd is op de levering van elektriciteit die is opgewekt door middel van windenergie, zonne-energie, kleinschalige warmtekrachtkoppeling (WKK) of centrales op basis van enkel biomassa ('groene stroom'). Deze afdrachtkorting geldt ook voor aardgas voor zover dit afkomstig is uit de omzetting van biomassa. Deze regeling bestaat sinds 1996. In de daaropvolgende jaren zijn diverse andere stimuleringsregelingen die betrekking hebben op de REB daaraan toegevoegd. Dit zijn de vrijstelling voor gebruikers van groene stroom (Wbm art 36i), een afdrachtvermindering voor de levering van door afvalverbrandingsinstallaties opgewekte elektriciteit (Wbm art 36r), een afdrachtvermindering voor de levering van elektriciteit die is opgewekt door middel van een installatie voor WKK (Wbm art 36t) en de energiepremieregeling (Wbm art 36p). Samen zorgden deze regelingen voor een geraamde inkomstenderving voor de rijksoverheid van 447 1) miljoen euro in 2001 (Miljoenennota 2003).1) Erratum: De 221 miljoen euro in 2001 zoals eerder vermeld was onvolledig omdat het niet alle regelingen omvatte.

Groen beleggen

In 2001 zijn groenverklaringen afgegeven voor projecten met een totaal projectvermogen van circa 913 miljoen euro. De overheidsuitgaven die daarmee gepaard gingen bedroegen circa 40 miljoen euro.Met Groen beleggen wil het Kabinet projecten stimuleren op het gebied van milieu, natuur, biodiversiteit, energiebesparing en duurzame energie. Het ministerie van VROM verstrekt groenverklaringen voor projecten die de ontwikkeling of instandhouding van bos, natuur en landschap tot doel hebben, of voor projecten op het gebied van biologische landbouw, duurzame energie en duurzaam bouwen. Voor beleggingen in deze projecten geldt een fiscaal voordeel.

Referenties

Financiën (t/m 2002). Miljoenennota's tot en met 2003. Ministerie van Financiën, Den Haag.

Relevante informatie

  • VROM/Financiën (2001). MIA/VAMIL - Jaarverslag 2000. Ministerie van VROM en Ministerie van Financiën, Den Haag.
  • VROM/LNV/Financiën (2002). Groen Beleggen - Jaarverslag 2001. Ministerie van VROM, Ministerie van LNV en Ministerie van Financiën, Den Haag.
  • Financiën (2001). Onderzoek naar de kosteneffectiviteit van energiesubsidies - Interdepartementaal Beleidsonderzoek. Ministerie van Financiën, Den Haag.
  • Senter (2001). Energie-InvesteringsAftrek - Jaarverslag 2000. Senter, Zwolle.
  • Meer informatie over de VAMIL en de EIA zijn te vinden bij Senter.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
08
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Fiscale faciliteiten op milieugebied: overheidsuitgaven 1991-2001 (indicator 0361, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.