Fiscale faciliteiten op milieugebied, 1991-2003

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Er bestaan verschillende fiscale faciliteiten ter stimulering van investeringen in bedrijfsmiddelen, die leiden tot een afname van de milieudruk. De belangrijkste bestaande fiscale regelingen zijn VAMIL, MIA, EIA, Groen beleggen en een aantal faciliteiten in de REB, zoals het nihiltarief voor groene stroom.

VAMIL - Vrije afschrijving milieu-investeringen

In 2003 is er voor ruim een miljard euro geïnvesteerd onder gebruikmaking van de VAMIL-regeling. In 2002 was dat nog ruim 2 miljard euro (linkergrafiek). Deze afname is het gevolg van bezuinigingen en herpositionering van het energiebeleid, waardoor energie-investeringen per 1 januari 2003 niet meer voor VAMIL kunnen worden gemeld.
De belastinguitgaven door de overheid, die met deze regeling samenhangen, zijn toegenomen van minder dan 10 miljoen euro in 1991 tot 160 miljoen euro in 2002 en daarna afgenomen tot 54 miljoen euro (rechtergrafiek).
De regeling VAMIL bestaat sinds 1991. Met deze beide regelingen kunnen belastingplichtige ondernemers hun belastbaar inkomen verlagen als zij investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Via de VAMIL bevordert de overheid de marktintroductie van nog niet gangbare technologieën die bijdragen aan een vermindering van de milieudruk.
VAMIL richt zich op investeringen op vrijwel het gehele milieuveld van water, bodem, lucht, afvalstoffen, geluid en (tot 2003) energie. Bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor de regeling staan op een lijst die jaarlijks wordt geactualiseerd.

MIA - Milieu-investeringsaftrek

De uitgaven van de overheid in het kader van de MIA-regeling, sinds medio 2000 van kracht, nemen toe van 30 miljoen euro in 2000 tot een bedrag van bijna 75 miljoen euro in 2003. Met de regeling is een totale omvang van investeringen gemoeid van ruim 1 miljard euro in 2003.
In juli 2000 werd de MIA van kracht. Net als met de VAMIL kunnen belastingplichtige ondernemers via de MIA hun belastbaar inkomen verlagen als zij investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Met de MIA worden milieu-investeringen in brede zin gestimuleerd. Bedrijfsmiddelen die voor deze regeling in aanmerking komen staan op een lijst die jaarlijks wordt geactualiseerd.

EIA - Energie Investeringsaftrek

In 2002 was de totale omvang van de investeringen in het kader van de EIA-regeling circa 1,4 miljard euro. In 2003 is deze omvang afgenomen tot circa 850 miljoen euro. Belangrijke oorzaak voor deze daling is het schrappen van technieken op de energielijst. Een andere reden is dat het minder gunstige economische klimaat de investeringsbereidheid van het bedrijfsleven naar beneden drukt.
Het belastingvoordeel voor ondernemers op grond van de EIA-regeling is toegenomen van 70 miljoen euro in 1997 tot bijna 200 miljoen euro in 2002, en daarna afgenomen naar 115 miljoen euro in 2003.
Met de EIA-regeling, die sinds 1997 van kracht is, wil de overheid het Nederlandse bedrijfsleven stimuleren om te investeren in energiebesparing en de inzet van duurzame energie. De regeling houdt in dat een deel van de kosten van deze investeringen aftrekbaar is van de fiscale winst. Bedrijfsmiddelen die voor de regeling in aanmerking komen staan op een lijst die elk jaar wordt geactualiseerd vanwege nieuwe ontwikkelingen op het gebied van techniek, normen, keurmerken en certificering.

Faciliteiten in de regulerende energiebelasting (REB)

Om productie en gebruik van duurzame energie te stimuleren bestaat er een aantal regelingen met betrekking tot de REB. Op grond van de Wet belasting op milieugrondslag (Wbm artikel 36o) wordt een vermindering toegepast op de REB die verschuldigd is op de levering van elektriciteit die is opgewekt door middel van windenergie, zonne-energie, kleinschalige warmtekrachtkoppeling (WKK) of centrales op basis van enkel biomassa ('groene stroom'). Deze afdrachtkorting geldt ook voor aardgas voor zover dit afkomstig is uit de omzetting van biomassa. Deze regeling bestaat sinds 1996. In de daaropvolgende jaren zijn diverse andere stimuleringsregelingen die betrekking hebben op de REB daaraan toegevoegd. Dit zijn de vrijstelling van REB (nihiltarief) voor gebruikers van groene stroom (Wbm art 36i), een afdrachtvermindering voor de levering van door afvalverbrandingsinstallaties opgewekte elektriciteit (Wbm art 36r), een afdrachtvermindering voor de levering van elektriciteit die is opgewekt door middel van een installatie voor WKK (Wbm art 36t) en de energiepremieregeling (Wbm art 36p). Samen zorgden deze regelingen voor een inkomstenderving voor de rijksoverheid van ruim 700 miljoen euro in 2002. Door de invoering van de regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) op 1 juli 2003, het omzetten van het nihiltarief groene stroom naar een verlaagd tarief en bezuinigingen op de energiepremieregeling zijn de belastinguitgaven met betrekking tot de REB in 2003 circa 350 miljoen euro lager.

Groen beleggen

In 2002 zijn groenverklaringen afgegeven voor projecten met een totaal projectvermogen van circa 1,14 miljard euro. In 2003 was dit met circa 640 miljoen euro beduidend lager. Een verklaring voor deze teruggang ligt ondermeer in de algemene economische situatie, maar ook in een aanscherping van eisen die de regeling stelt aan projecten. Een andere reden kan zijn de discussie in de 2e helft van 2002 over het voornemen van het kabinet om de heffingskorting te schrappen.
De overheidsuitgaven die gepaard gingen met de regeling bedroegen in 2003 ruim 85 miljoen euro.
Met Groen beleggen wil het Kabinet projecten stimuleren op het gebied van milieu, natuur, biodiversiteit, energiebesparing en duurzame energie. Het ministerie van VROM verstrekt groenverklaringen voor projecten die de ontwikkeling of instandhouding van bos, natuur en landschap tot doel hebben, of voor projecten op het gebied van biologische landbouw, duurzame energie en duurzaam bouwen. Voor beleggingen in deze projecten geldt een fiscaal voordeel.

Bronnen

Relevante informatie

  • Financiën (2001). Onderzoek naar de kosteneffectiviteit van energiesubsidies - Interdepartementaal Beleidsonderzoek. Ministerie van Financiën, Den Haag.
  • Meer informatie kunt u vinden op de volgende internetsites: VAMIL , EIA en Groen beleggen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
08
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Fiscale faciliteiten op milieugebied, 1991-2003 (indicator 0361, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.