Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater 2016

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De milieubelasting door gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater is door emissiebeperkende maatregelen rond het jaar 2000 sterk gedaald. Echter, het aandeel meetpunten met normoverschrijdingen schommelt de laatste jaren rond de 60 procent.

Milieukwaliteitsnormen overschreden

De milieubelasting door gewasbeschermingsmiddelen is door emissiebeperkende maatregelen rond het jaar 2000 sterk gedaald. Desalniettemin schommelt het aandeel meetpunten met normoverschrijdingen al enkele jaren rond de 60 procent (CML 2014, 2015, 2016). Het beleidsdoel in de Nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst (EZ, 2013) is om in 2023 het aantal normoverschrijdingen terug te brengen tot nagenoeg nul. Op de meeste meetlocaties wordt de norm door minder dan 10 procent van het totale aantal stoffen overschreden. Verbetering van de waterkwaliteit is daarom mogelijk door vooral de meest vervuilende stoffen aan te pakken (PBL 2012).

Vooral in gebieden met glastuinbouw, bloemkwekerijen, bollenteelt en vollegronds groenteteelt worden de normen overschreden (zie figuur). Normoverschrijdingen kunnen verschillende oorzaken hebben. Zo zijn er middelen toegelaten die volgens de criteria van het waterkwaliteitsbeleid niet hadden mogen worden toegelaten. Bij de toelatingsbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen wordt namelijk een criterium voor ecologische schade gebruikt dat minder streng is dan dat van het waterkwaliteitsbeleid (PBL 2012). Andere verklaringen voor normoverschrijdingen zijn onder andere nog niet-gereguleerde emissieroutes, onzorgvuldig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en aanvoer via rivieren uit het buitenland. Op een aantal van deze punten is beleid geformuleerd in de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst. Het PBL zal deze nota in 2019 evalueren.

Meetnet voor de evaluatie van het gewasbeschermingsbeleid

De gegevens komen uit de Atlas Bestrijdingsmiddelen in Oppervlaktewater (ook wel Bestrijdingsmiddelenatlas). De Bestrijdingsmiddelenatlas geeft een landelijk beeld van de gewasbeschermingsmiddelen en is gebaseerd op meetgegevens van regionale waterbeheerders

Circa 100 van de in totaal 560 meetpunten maken onderdeel uit van het landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen. Dit meetnet is specifiek ingericht om het nationale beleid dat is vastgelegd in de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst (EZ 2013) te evalueren. Het gaat om metingen van vrijwel alle werkzame stoffen in vooral door de landbouw beïnvloede oppervlaktewateren. Het aandeel meetpunten met normoverschrijdingen in het landelijk meetnet bedraagt net als in de totale dataset circa 60 procent.

Chemische stoffen in de KRW-systematiek

De rapportage in de bestrijdingsmiddelenatlas is breder dan de rapportage voor de Kaderrichtlijn Water (KRW). In dat kader wordt uitsluitend gerapporteerd op het niveau van aangewezen KRW-waterlichamen. Dit zijn vaak grotere wateren die niet alleen door landbouw worden beïnvloed. Bovendien wordt voor de KRW slechts een beperkt aantal gewasbeschermingsmiddelen gerapporteerd (namelijk prioritaire stoffen en specifiek verontreinigende stoffen).

Er zijn 33 prioritaire stoffen (EU 2013). Deze stoffen bepalen de zogenoemde "chemische toestand" voor de KRW. Prioritaire stoffen zijn stoffen die in heel Europa met voorrang worden aangepakt en waarvan de Europese Commissie de milieukwaliteitsnormen heeft vastgesteld. De "specifiek verontreinigende stoffen" worden nationaal vastgesteld. De huidige gewasbeschermingsmiddelen vallen voornamelijk onder de "specifiek verontreinigende stoffen" en voor een klein deel onder de "prioritaire stoffen".

Ontwikkelingen in perspectief

Tussen 2012 en 2016 is het totale verbruik van gewasbeschermingsmiddelen met ongeveer 3,5 procent gedaald. Die daling komt door een afname van het areaal met circa 5 procent in diezelfde periode. Per hectare is dus juist meer gebruikt. Een mogelijke verklaring hiervoor is de verschuiving van minder intensief bespoten gewassen zoals mais en tarwe naar intensief bespoten gewassen zoals tulpen en lelies. Mede door het grote areaal sierteelt heeft Nederland het hoogste gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare in Europa.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater
Omschrijving
Locaties met overschrijding van de ecologische norm voor oppervlaktewater (MTR en ad-hoc MTR)
Verantwoordelijk instituut
Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden, tekst opgesteld door Planbureau voor de Leefomgeving
Berekeningswijze
Kaart: Het percentage stoffen dat de ecotoxicologische norm (Maximaal toelaatbaar risico voor waterorganismen: MTR of ad-hoc MTR, zie voor een toelichting hierop: MNP, 2006.) overschrijdt is als volgt berekend: per meetpunt is het aantal stoffen dat de norm overschrijdt gedeeld door het aantal stoffen waaraan een meting is verricht. Een stof wordt als normoverschrijdend beschouwd als de 90-percentielwaarde van de maandgemiddelden van de metingen boven de norm ligt. Als er aan minder dan 15 stoffen een meting is verricht wordt de berekening van het percentage als onbetrouwbaar beschouwd en niet weergegeven. Voor circa 85% van de stoffen is een MTR of ad-hoc MTR beschikbaar. Voor de resterende stoffen is op grond van eindpunten uit de toelatingsdossiers een met de MTR vergelijkbare toetswaarde berekend.(bron: www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl)
Basistabel
www.bestrijdingsmiddelenatlas.nlDe Bestrijdingsmiddelenatlas geeft op grond van meetgegevens van regionale waterbeheerders een landelijk beeld van de gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater
Geografische verdeling
Nederland, 464 meetlocaties met meer dan 15 stoffen gemeten
Andere variabelen
Overschrijdingen Kaderrichtlijnwaternormen (AA-EQS en MAC-EQS), drinkwaternorm, overschrijdingen van het toelatingscriterium, top 10 probleemstoffen, top 10 belastend grondgebruik en meetintensiteit
Verschijningsfrequentie
De gegevens worden jaarlijks bij elkaar gebracht. De meetprogramma's variëren sterk in het aantal meetpunten, het aantal gemeten stoffen en de meetfrequentie.
Achtergrondliteratuur
Zie onderdeel 'Toelichting' in www.bestrijdingsmiddelenatlas.nlPBL (2012). Evaluatie van de nota Duurzame gewasbescherming. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag. MNP (2006). Tussenevaluatie van de nota Duurzame gewasbescherming. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater 2016 (indicator 0547, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.