Rivierengebied
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
De indicator 'Rivierengebied' is vervallen. Informatie over kenmerkende Nederlandse landschappen is opgenomen in indicatoren over Nationale Landschappen. Het Rijk heeft 20 gebieden aangewezen als nationaal landschap omdat ze internationaal zeldzaam of uniek zijn, of kenmerkend zijn voor Nederland.
Kenmerkend voor het rivierengebied is een gevarieerd landschap met rivieren, uiterwaarden, oeverwallen en komgronden. Sinds 1850 zijn ooibossen en nevengeulen door rivierregulatie en zandwinning achteruitgegaan. Ook het areaal boomgaarden is in de tweede helft van de 20e eeuw sterk in oppervlakte afgenomen.
Kenmerken
Kenmerkende landschapselementen van de riviervlakte zijn rivierlopen, (oude) nevengeulen, ooibossen, meidoornheggen, dijken, wielen en steenfabrieken. De hoger gelegen oeverwallen zijn vanouds de plekken waar de mens zich vestigde en waar boomgaarden lagen. De laaggelegen komgebieden stonden in het verleden regelmatig lange tijd onder water en waren daardoor moeilijk toegankelijk. Sommige komgebieden fungeerden als overlaten bij zeer hoge rivierstanden. De komgebieden zijn doorgaans een open landschap, waarin verspreid grienden en eendenkooien voorkomen.
Ontwikkeling
Vanaf de 19de eeuw is de dynamiek van de grote rivieren sterker aan banden gelegd door de aanleg van kribben. Men wilde hiermee de veiligheid en de bevaarbaarheid vergroten. Daardoor is sinds 1850 driekwart van het areaal zachthoutooibos verdwenen en resten er nauwelijks nevengeulen in het rivierbed (zie grafiek). Het areaal boomgaarden, één van de meest kenmerkende landschapselementen van de oeverwallen, is in de tweede helft van de twintigste eeuw sterk teruggelopen; van 9% in 1950 tot 3% in 1990.
Bronnen
- Dijkstra, H., J.F. Coeterier, A. van der Haar, A.J.M. Koomen en W.L.C. Salden (1997). Veranderend cultuurlandschap. Signalering van landschapsveranderingen van 1900 tot 1990 voor de Natuurverkenning 1997. Rapport 544. SC-DLO. Wageningen.
- Geertsema, W. (2002). Het belang van groenblauwe dooradering voor natuur en landschap. Achtergronddocument Natuurbalans 2002. Werkdocument 2002/02. Alterra. Wageningen.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De gegevens zijn ontleend aan een analyse van de veranderingen in het cultuurlandschap aan de hand van steekproeven in kaartvlakken van 1x1 km van topografische kaarten schaal 1:25.000. De linker grafiek is geïndexeerd, waarbij de situatie in 1900(basisjaar) op 100 is gesteld.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Referentie van deze webpagina
CLO (2004). Rivierengebied (indicator 1009, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.