Kleine landschapselementen
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Kleine landschapselementen, met name de groen-blauwe dooradering, bepalen in sterke mate de identiteit van de landschappen. De groene dooradering van bomen en struiken is vooral kenmerkend voor de zandgebieden. De blauwe dooradering karakteriseert vooral de laagveengebieden en het zeeklei- en rivierengebied.
Toestand
De groen-blauwe dooradering van het landschap is het netwerk van halfnatuurlijke landschapselementen die het landelijk gebied doorsnijden. De groene dooradering wordt gevormd door elementen met een droog karakter zoals bomenrijen, kleine bosjes, houtwallen, heggen en singels, dijken en wegbermen. De blauwe dooradering wordt gevormd door de elementen met een nat karakter als beken en sloten met hun moerassige oevers. De groene en blauwe dooradering is van groot belang voor de natuurkwaliteit van het landelijk gebied.
Groene dooradering
Bomenrijen met alleen grasondergroei zijn vooral langs wegen te vinden. Ze zijn karakteristiek in de landschappen van zandgronden en veenkoloni'n, en in enkele zeekleigebieden zoals Zeeuws-Vlaanderen, waar de bomenrijen op de dijken het patroon van de inpolderingen accentueren. Heggen en singels, lijnvormige opgaande begroeiing be-staande uit struiken, vrijwel zonder hoge bomen, zijn vooral te vinden in het grensgebied van Groningen en Friesland, de Gelderse vallei en op Walcheren en Zuid-Beveland. In de uiterwaarden van de grote rivieren zijn de meidoornheggen kenmerkend. Houtwallen, lijnvormige beplanting met struiken en bomen op een wal aangelegd, zijn kenmerkend voor de zandgronden. In de veengebieden zijn wallen aangelegd en met struiken en bomen beplant, de zogenaamde kaden. Kleine bosjes zijn in heel Nederland te vinden, maar het meest in het zuiden en oosten van het land.
Blauwe dooradering
De dichtheid aan sloten is het grootst in de laagveengebieden en de noord-westelijke zeekleigebieden. Vooral in de veenweidegebieden bepaalt het dichte slotenpatroon de identiteit.
Ontwikkeling
De kaarten geven de huidige toestand van de groene en blauwe dooradering weer. Bij verschillende landschapstypen wordt ingegaan op de veranderingen die in de loop van een eeuw zijn opgetreden in diverse groene en blauwe landschapselementen.
Bronnen
- Geertsema, W. (2002). Het belang van groen-blauwe dooradering voor natuur en landschap. Achtergrondrapport natuurbalans 2002. Werkdocument 2002/02. Natuurplanbureau. Alterra. Wageningen.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
-
- Omschrijving
-
- Verantwoordelijk instituut
-
- Berekeningswijze
-
- Basistabel
-
- Geografische verdeling
-
- Verschijningsfrequentie
-
- Opmerking
Als basis is het cultuurhistorisch GIS-bestand HISTLAND van Alterra gebruikt. De kleinste eenheden hiervan (circa 5000 gebieden) zijn eenheden landschap, begrensd op grond van geschiedenis en patroon. Per gebied is de dichtheid van de betreffende landschapselementen bepaald. Voor de landschapselementen is gebruik gemaakt van de digitale topografische kaart.
- Betrouwbaarheidscodering
-
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2004). Kleine landschapselementen (indicator 1016, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.