Recent teruggekomen soorten, 2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Sommige verdwenen soorten zijn de laatste jaren op natuurlijke wijze in Nederland teruggekeerd.

Overzicht teruggekeerde soorten
SoortVerdwenen (laatste waarneming)Opnieuw verschenenPeriode afwezigNog aanwezig in:
Rivierrombout1902199694 jaar2012
Sierlijke witsnuitlibelca. 19002011>100 jaar2012
Mercuurwaterjuffer1929201182 jaar2012
Gaffellibel1936199559 jaar2012
Oostelijke witsnuitlibel1994200511 jaar2011
Veldparelmoervlinder199520049 jaar2012
Purperstreepparelmoervlinder 1)1962200341 jaar2004
Kaasjeskruiddikkopje1953200956 jaar2011
Brede geelgerande waterroofkever1967200538 jaar2011
Rode schouderboktor1941201170 jaar2011
Aaskever (Nicrophorus interruptus)1960201252 jaar2012
Bosdoorntje (sprinkhaan)1975201136 jaar2012
Kleine wrattenbijter (sprinkhaan)1986199913 jaar2011
Elft 2)1930200474 jaar2004
Gestippelde alver1935199560 jaar2010
Houtingca. 19301992ca. 60 jaar2010
Kleine zilverreiger 3)19e eeuw?1979>100 jaar?2012
Kraanvogel18e eeuw2001>100 jaar2012
Zeearendonbekend2006>100 jaar2012
Bosruiter 4)1936200469 jaar2004
Wit bosvogeltje1994200915 jaar2012
Koprus1975199722 jaar2012
Varkensvenkel19e eeuw2004>100 jaar2012
Noords walstro1997201215 jaar2012
Kruikmos (Splachnum ampullaceum)19102010>100 jaar2010
Purper schorpioenmos1951201261 jaar2012
     
Bron: zie referenties.CBS/CLO/nov2012
Noten:
1) Volgens De Vlinderstichting is de soort in 2006 gemeld uit het dal van de Noorbeek, maar er zijn geen aanwijzingen voor een vaste populatie.
2) Waarschijnlijk geen vaste populatie.
3) Er zijn geen goed gedocumenteerde 19e eeuwse gevallen bekend. Mogelijk is er geen sprake van terugkeer.
4) Incidenteel broedgeval

Teruggekeerde soorten

Vanaf 1979 zijn er in Nederland ten minste 25 soorten planten en diersoorten die hier vroeger voorkwamen, op eigen kracht naar Nederland teruggekeerd. Er is pas van een echte terugkeer sprake als de populatie over een lange aaneengesloten tijd stand houdt.
Zo heeft de bosruiter hier maar één jaar gebroed en is dus niet als een echte terugkeer, maar als een incidenteel broedgeval te beschouwen. Ook de purperstreepparelmoervlinder die in 2003 en 2004 op dezelfde plaats is waargenomen, is daarna niet meer gevonden. Van de riviervis elft is het waarschijnlijk geen blijvende populatie. In de periode 2005-2007 is deze vissoort niet meer gevangen.
Overigens is bij enkele soorten niet duidelijk of de soort in de genoemde periode echt afwezig is geweest dan wel al die tijd in Nederland onopgemerkt is gebleven.

Verbetering milieukwaliteit

Verbetering van de milieukwaliteit kan leiden tot de terugkeer van verdwenen soorten. Vooral het schoner worden van de Nederlandse rivieren wordt als oorzaak genoemd bij de terugkeer van de rivierrombout, een libellensoort. Ook de terugkeer van de vissen gestippelde alver en houting is onder meer toe te schrijven aan de verbetering van de waterkwaliteit.

Effectgerichte maatregelen

Maatregelen in het kader van soortbeschermingsplannen kunnen bijdragen aan de terugkeer van soorten. De veldparelmoervlinder is kenmerkend voor kalkgraslanden en andere schrale graslanden en ruigten. Herstel van de kalkgraslanden heeft mogelijk een gunstige invloed op terugkeer van deze soort gehad.
Deze koprus kan zich alleen vestigen en handhaven als er regelmatig nieuwe open plekken ontstaan. Deze pioniersoort heeft geprofiteerd van het verwijderen van de voedselrijke toplaag van de bodem in een aantal terreinen.

Andere oorzaken

Andere mogelijke oorzaken die geleid hebben tot de terugkeer van soorten zijn klimaatverandering en natuurontwikkeling.

Bronnen

  • Adema, F. (1980). Juncus capitatus C.E. Weigel, Koprus. In: Mennema, J., A.J. Quené-Boterenbrood en C.L. Plate (red.). Atlas van de Nederlandse Flora deel 1. Uitgestorven en zeer zeldzame planten. Kosmos. Amsterdam.
  • Anoniem (2005). Kraanvogels broeden opnieuw succesvol in het Fochteloërveen. Nieuwsbrief Vogelbescherming december 2005.
  • Beers, P.W.M. en G.M. Dirkse (2000). Koprus (Juncus capitatus C.E. Weigel) terug in Noord-Brabant door natuurontwikkeling. Gorteria, 26: 7-16.
  • Berg, A. van der, R. Haveman & M. Hornman (2000). De kleine wrattenbijter Gampsocleis glabra herontdekt in Nederland (Orthoptera: Tettigoniidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 11: 1-12.
  • Beringen, Ruud en A. Rossenaar (2005). Varkenskervel [= varkensvenkel] (Peucedanum officinale L.) langs de Waal bij Erlecom. Gorteria 31(2): 36-47.
  • Bijlsma, R-J. (2010). De vreugdevolle terugkeer van een strontmos [kruikmos]. De Levende Natuur jrg 111 (5): 222-223.
  • Bos, F. en M. Wasscher (1997). Veldgids libellen. KNNV. Utrecht.
  • Bouwman, Jaap en Vincent Kalkman (2005). Vijf libellensoorten in de inhaalslag. Vlinders 20 (2), 7-9.
  • Dijk, A.J. van, M.J.T. van der Weide, R. Kleefstra, D. Zoetebier en C. Plate (2001). Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 1999. SOVON-monitoringrapport 2001/08. Beek-Ubbergen.
  • Dijk, A.J. van, L. Dijksen, F. Hustings, K. Koffijberg, J. Schoppers, W. Teunissen, C. van Turnhout, M.J.T. van der Weide, D. Zoetebier en C. Plate (2005). Broedvogels in Nederland 2003. SOVON-monitoringrapport 2005/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
  • Dijk, G. van (2006). De Brede geelgerande waterroofkever Dytiscus latissimus na 38 jaar weer in Nederland opgedoken (Coleoptera: Dytiscidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 24:1-6.
  • Floron (2012). Noords walstro teruggevonden in Hengstpolder. Floron Nieuws Nummer 16, Oktober 2012: 8.
  • Geraeds, R.P.G. (2000). Waarnemingen van de gaffellibel (Omphiogomphus cecilia) langs de Roer. Brachytron, 4 (2): 3-7.
  • Groenendijk, Dick (2004). Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout. Rapport VS2004.038. De Vlinderstichting, Wageningen.
  • Horsthuis, M.A.P. (1997). Over een nieuwe groeiplaats van koprus (Juncus capitatus C.E. Weigel) in Nederland. Stratiotes, 15: 3-15.
  • Kleukers, R.M.J.C. en M. Reemer (1998). De terugkeer van de rivierrombout (Gomphus flaviceps) in Nederland. Brachytron, 2 (2): 52-59.
  • Kleukers, R. (2011). Bosdoorntje herontdekt. Tentakel - nieuws over ongewervelde dieren, nr 7, 28 juli 2011.
  • Meijden, R. van der, B. Odé, C.L.G. Groen, F.J. Witte en D. Bal (2000). Bedreigde en kwetsbare vaatplanten in Nederland. Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Gorteria, 26 (4): 85-208.
  • Muusse, T. & G. Veurink (2011). Sierlijke witsnuitlibel (Leucorrhina caudalis) voortplantend waargenomen in De Weerribben. Brachytron jrg 14(1): 14-27.
  • Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie (2011). Diverse libellensoorten terug in Nederland. Tentakel - nieuws over ongewervelde dieren, nr 7, 28 juli 2011.
  • Nie, H.W. de en G. van Ommering (1998). Bedreigde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland. Rapport IKC-Natuurbeheer nr. 33. Wageningen.
  • Omon, B. en K. van Bochove (2012). Het bosdoorntje Tetrix bipunctata na 36 jaar weer in Nederland aangetroffen (Orthoptera). Nederlandse Faunistische Mededelingen 37: 1-4.
  • Rossenaar, A.J. en B. Odé. (2004). De resultaten van het Bedreigde Soorten Project in 2003. Gorteria 30 (2): 33-41.
  • Slikke, W. van der (2009). Opnieuw vondst wit bosvogeltje. Natuurbericht.nl.
  • Swaay, C. van, R. Ketelaar en D. Groenendijk (2001). Dagvlinders en libellen onder de meetlat: Jaarverslag 2000. De Vlinderstichting, Wageningen en CBS. Heerlen/Voorburg.
  • Teunissen, B. (2004). Bosruiters broeden in de Ackerdijkse Plassen. Van Nature 14-8.
  • Veling, K. (2009). Kaasjeskruiddikkopje na 56 jaar terug in Nederland. Natuurbericht.nl.
  • Vlinderstichting (2004). Veldparelmoervlinder herontdekt in Nederland. Persbericht 2 juni 2004.
  • Vlinderstichting (2004). Vlindersoort na ruim 40 jaar herontdekt. Persbericht 24 juni 2004.
  • Vlinderstichting (2005). Spectaculaire ontdekking Oostelijke witsnuitlibel. Vlinders jrg 20 (3), 25.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Recent teruggekomen soorten
Omschrijving
Soorten die op natuurlijk wijze naar Nederland teruggekeerd zijn na een periode van afwezigheid (vanaf 1997)
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De gegevens over het voorkomen van koprus zijn afkomstig uit de landelijke databanken van FLORON. De tellingen van de kleine zilverreiger komen uit het landelijke broedvogelmeetnet van het Netwerk Ecologische Monitoring. De overige informatie komt uit diverse publicaties, genoemd onder de referenties. Deel van de recente vondsten is achterhaald met behulp van waarneming.nl
Basistabel
zie tabel in de tekst
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
zie referenties
Opmerking
In 2009 zijn de gegevens per soort samengevat in een tabel. De detailinformatie per soort is niet geactualiseerd, maar nog wel te vinden in versie 08 in het archief.
Betrouwbaarheidscodering
D. Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
16
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2012). Recent teruggekomen soorten, 2012 (indicator 1056, versie 14, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.