Bospaddestoelen en milieukwaliteit in bossen
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Van deze indicator verschijnen geen nieuwe versies.
De reden van beëindiging is het vervangen van deze indicator door een nieuwe indicator:
De bospaddestoelen roodschubbige gordijnzwam en hanenkam zijn in de tweede helft van de 20e eeuw sterk achteruitgegaan door vermesting en verzuring. Sinds kort lijken deze soorten weer wat te herstellen.
Ontwikkeling hanenkam
De hanenkam kwam vroeger algemeen voor en is sinds de jaren zestig veel zeldzamer geworden. De hanenkam vertoont een opbloei in 2000 en ook de navolgende jaren is deze paddestoel wat meer vermeld dan in de jaren negentig van de vorige eeuw. Het jaar 2003 komt de hanenkam weinig voor als gevolg van de zeer warme en droge zomer
De soort leeft in symbiose met diverse loof- en naaldbomen, vooral met eik en grove den, op voedselarme zandgrond.
Ook uit het landelijke meetnet paddestoelen blijkt de toename van de hanenkam.
Ontwikkeling roodschubbige gordijnzwam
Tot in de jaren zestig kwam de roodschubbige gordijnzwam vrij algemeen voor in de Nederlandse bossen. In de periode 1969-1999 wordt deze opvallende soort nauwelijks meer gevonden.
In het najaar van 2000 en 2001 zijn er ineens weer aanmerkelijk meer vondsten. In de daarop volgende jaren presteert de Roodschubbige gordijnzwam wat minder goed maar de soort handhaaft zich toch op een hoger niveau dan in de laatste decennia van de vorige eeuw, met uitzondering van 2003. In dat jaar zijn er zeer weinig meldingen. Door de zeer droge en warme zomer bleef de fructificatie (vorming vruchtlichamen) van veel mycorrhiza-paddestoelen ver beneden het normale niveau.
De roodschubbige gordijnzwam is een mycorrhiza-vormende soort van eik en beuk in bossen op voedselarme zandgrond.
Oorzaken
Paddestoelen in bossen zijn sterk achteruitgegaan onder invloed van verzurende en vermestende stoffen. Tegenwoordig zijn veel paddestoelen van bossen voornamelijk nog te vinden buiten de bossen, in schrale wegbermen met bomen. De vermesting wordt als de belangrijkste oorzaak gezien van de afname van mycorrhiza-paddestoelen, paddestoelen die in symbiose leven met bomen. Van deze groep soorten staat 77% op de Rode Lijst van paddestoelen, veelal in de categorie 'bedreigd', 'ernstig bedreigd' of 'verdwenen'.
Sinds 2000 worden meer mycorrhiza-paddestoelen gevonden dan in de tien jaren ervoor, vooral in wegbermen met bomen en in mindere mate in bossen. Vooralsnog worden de hoogste waarden bereikt in 2000 en 2001, mede vanwege gunstige weersomstandigheden. In 2003 vertonen vrijwel alle mycorrhiza-paddestoelen een scherpe, kortstondige daling als gevolg van een extreem warme en droge zomer. Het is zeer waarschijnlijk dat het voorzichtige herstel van mycorrhiza-vormers samenhangt met de afname van neerslag van zwavel (verzuring) en ammoniak (vermesting).
Zowel roodschubbige gordijnzwam als hanenkam staan op de Rode Lijst van paddestoelen.
Bronnen
- Arnolds, E.J.M en G. van Ommering (1996). Bedreigde en kwetsbare paddestoelen in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. IKC-Natuurbeheer. Wageningen.
- Arnolds, E. (2001). Hoop voor de hanekam. Coolia, 44(1): 48-56.
- Arnolds, E. en A. van den Berg (2001). Trends in de paddestoelenflora op basis van karteringsgegevens. Coolia, 44(3): 139-152.
- Veerkamp, M. en E. Arnolds (2002). Nieuwsbrief Paddestoelenmeetnet nr. 3. Coolia, 45(3): 157-164.
- Arnolds, E., M. Veerkamp en C. Plate (2003). Nieuwsbrief Paddestoelenmeetnet nr. 4. Coolia, 46(3): 103-117.
- Veerkamp, M. en E. Arnolds (2004). Nieuwsbrief paddestoelenmeetnet - 5. Coolia 47: 113-125.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De gegevens van roodschubbige gordijnzwam en hanenkam komen van de paddestoelenkartering van de Nederlandse Mycologische Vereniging. Daarbij wordt het percentage meldingen van een soort ten opzichte van alle meldingen van paddestoelen per jaar opgevat als een maat voor het voorkomen in een bepaald jaar. De meldingspercentages zijn vervolgens geïndexeerd waarbij 1960 op 100 is gezet.
In de periode 1978-1983 zijn er veel waarnemingen van de hanenkam in het karteringsbestand terechtgekomen als gevolg van een onderzoek waarbij specifiek naar deze soort gekeken werd. Dit vertekent het beeld in de tijdreeks en daarom zijn deze gegevens in de figuur met een onderbroken lijn weergegeven. Ook de kleinere pieken in 1985 en 1987 zijn wellicht het gevolg van soortgericht onderzoek. - Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2005). Bospaddestoelen en milieukwaliteit in bossen (indicator 1173, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.