Grondverwerving en beheerovereenkomsten: taakstellingen en voortgang

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Taakstellingen over grondverwerving en het afsluiten van beheersovereenkomsten voor natuur, bos en landschap uit 1995 en eerder zijn voor 40% tot 55% gerealiseerd. Nieuwe afspraken uit 2000 zijn nog nauwelijks gerealiseerd.

Ontwikkelingen

Diverse rijksnota's bevatten taakstellingen voor het areaal aan nieuwe natuur, verbetering landschapskwaliteit en agrarisch en particulier natuurbeheer. Per 31 december 2001 is circa de helft van de taakstellingen van 1995 of eerder gerealiseerd. Dat betreft de taakstellingen voor nieuwe natuur (voorheen reservaten en natuurontwikkeling), bestaande natuurterreinen, bos, landschap en recreatie, Randstadgroenstructuur en agrarisch natuurbeheer. Taakstellingen uit de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' van 2000 zijn nog amper gerealiseerd, waaronder die over de robuuste en ecologische verbindingen, de kwaliteitsimpuls landschap en de natte natuur van de ICES-afspraken. De details over taakstellingen en realisatie staan in de Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie.

Realisatie Ecologische Hoofdstructuur

Het op het land gelegen deel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) moet uiteindelijk bestaan uit aaneengesloten natuurgebieden met een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 750.000 hectare. Dit betekent onder meer dat in 2018 ongeveer 150.000 hectare nieuwe natuur moet zijn gerealiseerd. Het is niet eenvoudig om de voortgang van de realisatie van de EHS als geheel aan te geven. Sommige ontwikkelingen zijn volledig toe te rekenen aan de EHS. Dat geldt voor 'nieuwe natuur', 'bestaande natuurterreinen' en 'robuuste en ecologische verbindingen'. Maar de ontwikkelingen in 'bos, landschap en recreatie', 'Randstadgroenstructuur', 'overig groen rond steden', 'kwaliteitsimpuls landschap' en 'natte natuur (ICES)' dragen gedeeltelijk bij aan de EHS.Verder zijn overeenkomsten voor particulier natuurbeheer geheel toe te rekenen aan de EHS; overeenkomsten afgesloten voor agrarisch natuurbeheer vallen echter deels binnen en deels buiten de EHS. Een tweede complicatie bij het toerekenen aan de EHS is dat de hectares van de diverse taakstellingen niet optelbaar zijn, omdat ze elkaar kunnen overlappen. Zo is de Randstadgroenstructuur tevens bedoeld als één van de robuuste verbindingen.

Beleidsdoelen

Om de EHS te realiseren wordt grond aangekocht, ingericht en overgedragen aan terreinbeheerders. Daarnaast worden voor de EHS beheersovereenkomsten afgesloten over gronden die niet worden verworven. De oorspronkelijke grondverwervingstaakstelling voor 'nieuwe natuur' komt uit het Natuurbeleidsplan van 1990 en betreft 151.500 hectare. 'Nieuwe natuur' omvat zowel reservaatgebieden als natuurontwikkelingsgebieden. Daarvan zal 19.200 hectare niet via verwerving, maar via particulier natuurbeheer worden gerealiseerd. Met 'bestaand natuurterrein' zijn de 36.000 hectare van de zogenaamde afrondingsaankopen van natuurgebieden bedoeld. De taakstelling daarvoor komt uit de Relatienota van 1975. Verder is er een recente taakstelling van 36.500 - 42.500 hectare voor robuuste en ecologische verbindingszones. Het doel hiervan is de vergroting van de ecologische samenhang van de EHS. Ook de 'kwaliteitsimpuls landschap' is een nieuw plan, dat mikt op zowel verbetering van de ecologische als de recreatieve kwaliteit van het landelijk gebied. Het is de bedoeling om 400.000 hectare cultuurlandschap op te knappen door aanleg en herstel van landschapselementen (de groen-blauwe dooradering) in 40.000 hectare.De taakstelling van 'bos, landschap en recreatie' komt uit het Structuurschema Groene Ruimte (SGR) van 1995, net als de Randstadgroenstructuur. Daarbij gaat het deels om recreatief groen. Recent zijn er extra taakstellingen voor overig groen rond steden bijgekomen. De 'natte natuur' betreft recente afspraken voor de realisatie van extra nieuwe natuur langs de Rijntakken, Maas, Zuid-Hollandse delta, IJsselmeer en in Noord-Nederland met behulp van ICES-gelden. Het doel ervan is niet alleen natuur, maar ook ruimte voor waterbergingDe gebruikte terminologie is dezelfde als in de beleidsdocumenten gehanteerd wordt. Nadere toelichting staat in de Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie.

Bronnen

  • DLG (2002). Structuurschema Groene Ruimte. Voortgangsrapportage 2001. Dienst Landelijk gebied. Utrecht.
  • LNV (1990). Natuurbeleidsplan. Regeringsbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Den Haag.
  • LNV (1995). Structuurschema Groene Ruimte: het landelijk gebied de moeite waard. Deel 4: Planologische Kernbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Den Haag.
  • LNV (2000). Nota Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur. Nota Natuur, Bos en Landschap in de 21e eeuw. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Den Haag.
  • LNV (2000). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan de Tweede Kamer, 3-11-2000. Middelen natuurbeheer. Den Haag.
  • V&W (1989). Derde Nota Waterhuishouding; water voor nu en later. Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Den Haag.
  • VROM (1999). Actualisatie van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Het overzicht van de taakstellingen voor grondverwerving en het afsluiten van beheersovereenkomsten is samengesteld op grond van het SGR, de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' en de briefwisseling met de Tweede Kamer. Deze bronnen zijn niet altijd geheel met elkaar in overeenstemming. Er is geen eenduidige meting van de beleidsprestaties; de cijfers in de begroting van het Ministerie van LNV zijn niet geheel in overeenstemming met de door DLG gerapporteerde cijfers. In deze indicator is de DLG-systematiek gevolgd.Bij grondverwerving houdt de term 'realisatie' in dat gronden zijn aangekocht en overgedragen aan de beherende instanties; bij beheersovereenkomsten houdt realisatie in dat deze voor de betreffende gronden zijn afgesloten.Een uitgebreide toelichting op de afbakening en interpretatie van de verschillende taakstellingen geeft de achtergrondinformatie
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Grondverwerving en beheerovereenkomsten: taakstellingen en voortgang (indicator 1296, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.